27 research outputs found

    Reglas leximin para problemas de bancarrota con incertidumbre

    Get PDF
    En este trabajo modelizamos los problemas de bancarrota en condiciones de incertidumbre, bajo el supuesto de que hay varios posibles estados de la naturaleza, identificÂŽandose cada uno de ellos con un problema de bancarrota diferente. Para esta extensiÂŽon multidimensional de los problemas clÂŽasicos de bancarrota, consideramos situaciones en las que los agentes presentan preferencias de tipo aditivo y leximin sobre los posibles resultados. Proponemos reglas de reparto en las que se combinan diferentes principios de racionalidad y se garantiza la eficiencia con respecto a las preferencias de tipo leximin.Ministerio de Ciencia e InnovaciĂłn ECO2011-29801-C02-0

    Measuring economic inequality and inequality aversion..

    Get PDF
    Het onderwerp van het proefschrift is de evaluatie van inkomensverdeling en. Een inkomensverdeling kan worden vergeleken met een taart die gesneden is in stukken van verschillende grootte, waarbij elk stuk staat voor het welzijnsniveau van één van de leden van de samenleving.&n bsp; Het evalueren van inkomensverdelingen vereist dat we alle denkbare inkomensverdelingen taarten van verschillende grootten en op verschill ende manieren in stukken verdeeld kunnen rangschikken van beste naar s lechtste. Het rangschikkingen van inkomensverdelingen is belangrij k voor tal van toepassingen en relevant voor tal van vragen. Om&nb sp;één voorbeeld te geven, wanneer we een optimaal belastingssysteem wil len ontwerpen moeten we inkomensverdelingen kunnen rangschikken omdat el k bepaald belastingsschema overeenkomt met een bepaalde inkomensverdelin g. De keuze tussen belastingsschemas kan dus worden herleid tot d e keuze tussen inkomensverdelingen. Initieel maken we de veronderstelling dat de leden van de samenleving de zelfde talenten, rechten, noden, enzovoort hebben. Hieruit volgt d at bij het opstellen van rangschikkingen van inkomensverdelingen gelijkh eid een belangrijk ideaal vormt. Immers, er kan geen goede reden w orden gegeven voor verschillen in inkomens vermits alle individuen dezel fde waarden voor de ethisch relevante karakteristieken hebben. Deel I van het proefschrift, bestaande uit hoofdstukken 1 en 2, be handelt rechtstreeks rangschikkingen van inkomensverdelingen en vergelij kingen van inkomensverdelingen op basis van ongelijkheid. In hoofdstuk 1 bespreken we de resultaten van een enquëtestudie waarin w e respondenten keuzes lieten maken tussen verschillende inkomensverdelin gen. Eén van de belangrijkste bevindingen was dat de methoden die de bestaande literatuur over inkomensverdeling aanreikt niet zo goed in staat zijn om de keuzes van de respondenten te beschrijven. In hoofdstuk 2 wordt één van de pijnpunten analytisch uitgewerkt.&n bsp; We tonen aan dat alle maatstaven van ongelijkheid die in de literat uur worden beschouwd zogenaamde combinaties van inkomensverdelingen als ongelijker beschouwen dan de inkomensverdelingen die worden gecombineerd om een voorbeeld te geven, dit betekent dat de inkomensverdeling van een land ongelijker is dan de inkomensverdelingen van elk van haar regio s. Dit wijst op een tekortkoming van de standaardbenadering aange zien verschillende auteurs hebben geargumenteerd dat ook andere oordelen in verband met de ongelijkheid van combinaties plausibel zijn. Bij het vergelijken van inkomensverdelingen is niet alleen het ideaal va n gelijkheid een belangrijke bekommernis. Men zou bijvoorbeeld kun nen argumenteren dat we moeten kiezen voor een ongelijker verdeelde maar grotere taart als de taart maar voldoende groter is en dus voor een vol doende aantal individuen een groter stuk garandeert. In deel II, bestaande uit de hoofdstukken 3, 4 en 5, vergelij ken we rangschikkingen van inkomensverdelingen op basis van de mate waar in ze belang toeschrijven aan het ideaal van gelijkheid, met andere woor den de mate van aversie ten opzichte van ongelijkheid die de rangschikki ngen in zich dragen. Zowel in hoofdstuk 3 als in hoofdstuk 5 bestuderen we de extreem ongelij kheidsaverse positie. Volgens deze ethische positie zijn ongelijkh eden enkel toelaatbaar als ze in ieders voordeel zijn: dat wil zeggen da t we enkel voor een grotere maar ongelijker verdeelde taart kiezen als i edereen een groter stuk krijgt. In hoofdstukken 3 en 5 tonen we va nuit twee verschillende theoretische kaders aan dat deze extreem ongelij kheidsaverse positie wordt vertegenwoordigd door de zogenaamde zwakke ma ximin rangschikkingen. Dit zijn rangschikkingen die steeds de inko mensverdelingen verkiezen die een hoger inkomen garanderen voor het indi vidu met het allerlaagste inkomen. In hoofdstuk 4 gaan we wat verder en beschouwen we een nieuwe methode vo or het maken van vergelijkingen op basis van ongelijkheidsaversie. We tonen aan dat de traditionele methode, de zogenaamde Arrow-Pratt met hode, eigenlijk impliciet aanneemt dat al wat men kan zeggen over ongeli jkheidsvergelijkingen is dat een verdeling waarin iedereen evenveel heef t minder ongelijk is dan één waarin niet iedereen evenveel heeft.&n bsp; Deze visie is te beperkt aangezien er in de literatuur een gevestig d criterium bestaat, het zogenaamde Lorenz criterium, dat toelaat veel v erregaandere ongelijkheidsvergelijkingen te maken. We tonen aan da t een methode om ongelijkheidsaversie te vergelijken gebaseerd op het Lo renz criterium sterk inconsistent is met de traditionele Arrow-Pratt met hode. Zo blijkt bijvoorbeeld het concept van extreme ongelijkheids aversie leeg te zijn wanneer de nieuwe methode wordt gehanteerd. In deel III tenslotte, dat bestaat uit hoofdstukken 6 en 7, l aten we de veronderstelling vallen dat de leden van de samenleving dezel fde talenten, rechten, noden, enzovoort hebben. We nemen aan dat d e individuen op basis van deze karakteristieken recht hebben op bepaalde bedragen die we claims noemen, en die dus typisch zullen verschillen va n individu tot individu. De vraag die we ons stellen is welke verd eling we moeten kiezen als het beschikbare bedrag om te verdelen te klei n is om iedereen zijn of haar claim te kunnen geven. Meer bepaald bestuderen we verdelingsregels die voor elk mogelijk claims probleem&nbs p;één verdeling als meest rechtvaardig aanduiden. Omdat het nastreven van een rechtvaardige verdeling in de context van he t claims probleem overeenkomt met het kiezen van een gepast niveau van o ngelijkheid verschillen in claims kunnen immers verschillen in uitkoms ten rechtvaardigen vergelijken we in hoofdstuk 6 verschillende populai re verdelingsregels op basis van de mate waarin ze belang toeschrijven a an het ideaal van gelijkheid. De resultaten tonen aan dat een zeer algemene rangschikking van deze regels op basis van gelijkheid mog elijk is, ondanks het feit dat de literatuur over het claims probleem ze lden expliciet naar ideeën van gelijkheid verwijst. In hoofdstuk 7, tenslotte, beschrijven we de resultaten van een enquëtes tudie waarin we aan respondenten verschillende claims problemen voorlegd en, en waarbij ze voor elk probleem de volgens hen meest rechtvaardige v erdeling moesten kiezen. Uit de resultaten blijkt dat respondenten hun keuzes goed kunnen worden beschreven in termen van ongelijkheid.&nb sp; Zo zullen respondenten bijvoorbeeld geneigd zijn om voor meer gelijk e verdelingen te kiezen naarmate het te verdelen bedrag kleiner is.

    Bargaining and the theory of cooperative games: John Nash and beyond

    Get PDF
    This essay surveys the literature on the axiomatic model of bargaining formulated by Nash ("The Bargaining Problem," Econometrica 28, 1950, 155-162).Nash's bargaining model, Nash solution, Kalai-Smorodinsky solution, Egalitarian solution

    Social Choice and Just Institutions: New Perspectives

    Get PDF
    It has become accepted that social choice is impossible in absence of interpersonal comparisons of well-being. This view is challenged here. Arrow obtained an impossibility theorem only by making unreasonable demands on social choice functions. With reasonable requirements, one can get very attractive possibilities and derive social preferences on the basis of non-comparable individual preferences. This new approach makes it possible to design optimal second-best institutions inspired by principles of fairness, while traditionally the analysis of optimal second-best institutions was thought to require interpersonal comparisons of well-being. In particular, this new approach turns out to be especially suitable for the application of recent philosophical theories of justice formulated in terms of fairness, such as equality of resources.social welfare, social choice, fairness, egalitarian-equivalence

    In search of an alternative to shareholder value maximization

    Get PDF
    This paper argues that mainstream economic theory, far from providing an indisputable plea in favor of shareholder value-maximization, offers striking arguments showing quite the opposite : profit-maximization cannot be a legitimate goal for private firms. This opens the door for a widening of a company's goal. We argue that it should include the concern of all the stakeholders of a company, and cannot be adequately addressed uniquely by Pigouvian taxes or by property rights. Coming to terms with this broad understanding of a company's goal should imply the internalization of the stakeholders' concern within the legal structure of the firm -- as in the case of the SCIC in France or the CIC in the UK.Corporate social responsibility, shareholder value, stakeholder value, incomplete markets, limited liability, property rights, collateral, cooperative.

    Compensation and responsibility

    Get PDF
    This a chapter for the Handbook of Social Choice and Welfare. It deals with the theory of fairness applied to situations when individuals are partly responsible for their characteristics.fairness, responsibility, equal opportunity, compensation, handicap, talent, effort

    Compensation and responsibility

    Get PDF
    This a chapter for the Handbook of Social Choice and Welfare. It deals with the theory of fairness applied to situations when individuals are partly responsible for their characteristics

    Stability and fairness in models with a multiple membership

    Get PDF
    This article studies a model of coalition formation for the joint production (and finance) of public projects, in which agents may belong to multiple coalitions. We show that, if projects are divisible, there always exists a stable (secession-proof) structure, i.e., a structure in which no coalition would reject a proposed arrangement. When projects are in- divisible, stable allocations may fail to exist and, for those cases, we resort to the least core in order to estimate the degree of instability. We also examine the compatibility of stability and fairness on metric environments with indivisible projects. To do so, we explore, among other things, the performance of several well-known solutions (such as the Shapley value, the nucleolus, or the Dutta-Ray value) in these environments.stability, fairness, membership, coalition formation
    corecore