189 research outputs found
Praktijktesten bij banken: is de bankwaarborg wel gewaarborgd?
Voor veel huurders is het betalen van de huurwaarborg een zware last om te dragen. Banken hebben daarom in België sinds 2007 de wettelijke verplichting om via een bankwaarborg de huurwaarborg aan hun cliënten voor te schieten. Dit onderzoek ging via praktijktesten bij 549 bankkantoren in Vlaanderen na of banken al dan niet voldoen aan deze wettelijke verplichting. Bijna de helft van de banken komt deze wettelijke verplichting niet na. Circa een kwart van de bankkantoren gaat wel in op een vraag voor een bankwaarborg. De meeste banken rekenen wel hoge dossierkosten aan. De resultaten wijzen op ‘geïnstitutionaliseerde uitsluiting’ van de meest precaire huurders op de woningmarkt
Woonkosten nu en in de toekomst : een onderzoek naar de huidige en toekomstige woongerelateerde kosten van huishoudens in Veldhoven en Waalre
Voor u ligt de rapportage van het woonkostenonderzoek Veldhoven en Waalre. Voor de snelle lezers verwijzen we naar hoofdstuk 5 waarin het onderzoek wordt samengevat en de conclusies en aanbevelingen worden beschreven. Het onderzoek is uitgevoerd in 2012 en geeft inzicht in de kosten die huishoudens in Veldhoven en Waalre maken voor het wonen in brede zin. Het gaat hierbij om het geheel van woongerelateerde kosten van huurders en kopers. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van woningcorporatie Aert Swaens en liep parallel met een soortgelijk onderzoek in Eindhoven
Naar gerichter woonbeleid
De overheid rekent het tot haar taak het eigenwoningbezit te bevorderen en goede en betaalbare huisvesting te garanderen voor
lage inkomens. De beleidsinstrumenten om deze doelstellingen te realiseren zijn daarop echter te weinig toegespitst en creëren
verstoringen op de woonmarkt
‘Tina’ out, ‘Tamara’ in : met een moonshot voor wonen naar een waaier van collective winsten
Arbeidsmigratie in vieren. Bulgaren en Roemenen vergeleken met Polen.
In januari 2007 traden Bulgarije en Roemenie toe tot de Europese Unie (EU). De toetreding van beide landen leidde
tot een toename van het aantal Bulgaren en Roemenen in Nederland. Omdat velen van hen zich niet registreren in de
GBA is het lastig om exacte cijfers te noemen. Van der Heijden et al. (2011) schatten het aantal Bulgaren dat in 2008 in
Nederland verbleef op tussen de 39.000 en 51.000 en het aantal Roemenen op tussen de 40.000 en 51.000. Deze cijfers
moeten wel met grote voorzichtigheid worden benaderd. Dat geldt ook voor de schatting van het aantal Polen dat tussen
de 144.000 en 170.000 zou liggen. Niettemin geven deze cijfers een indicatie van een groeiende groep van arbeidsmigranten
uit Midden- en Oost-Europa (MOE-landen) in de Nederlandse samenleving.
In deze studie staan de Bulgaren en Roemenen centraal. Naar deze groep is tot nog toe amper onderzoek gedaan.
Om hun positie beter te begrijpen is een systematische vergelijking gemaakt met Poolse arbeidsmigranten. De Polen
hebben sinds mei 2007 volledig toegang tot de Nederlandse arbeidsmarkt, terwijl de Bulgaren en Roemenen nog onderhevig
zijn aan een overgangsregime. Zij hebben een tewerkstellingsvergunning nodig om op de reguliere arbeidsmarkt
te kunnen werken.
Deze studie schetst een beeld van de maatschappelijke positie van Bulgaren, Roemenen en Polen, evenals van patronen
van arbeidsmigratie en –integratie. Het is gebaseerd op onderzoek in negen Nederlandse gemeenten, waaronder
twee grote steden (Rotterdam en Den Haag), drie middelgrote steden (Dordrecht, Breda en Westland) en vier kleinere
gemeenten (Moerdijk, Zundert, Oostland en Hillegom). In deze gemeenten zijn 164 Bulgaren, 112 Roemenen en 353
Polen geïnterviewd. Naast een kwantitatieve analyse en beschrijving van de kenmerken van de maatschappelijke positie
van Bulgaren en Roemenen in vergelijking met Polen, wordt in het slothoofdstuk een meer kwalitatieve, interpretatieve
analyse gemaakt van de bevindingen voor het beleid
- …