85 research outputs found

    Schrale hellingen in Zuid-Limburg : een inventarisatie van bodem en vegetatie

    Get PDF
    Als opmaat voor het 4-jarige OBN-project naar de oorzaken van achteruitgang en mogelijkheden tot herstel voor de schrale hellingcomplexen in Zuid-Limburg heeft in 2003 een inventarisatie van in het bijzonder het heischrale deel van deze hellingen plaatsgevonden. Hierbij is een aantal aspecten onderzocht. Ten eerste zijn op een vijftal terreinen transecten uitgezet, waarmee de ruimtelijke patronen van de soorten in de gradiënt op de helling zijn bestudeerd, waarbij het heischrale grasland zich doorgaans in een zone boven het kalkgrasland bevindt. Ten tweede zijn op ongeveer 50 plekken in de heischrale vegetatieopnamen gemaakt en bodemparameters onderzocht. Tenslotte is zoveel mogelijk historische informatie over de terreinen verzameld, waaronder veel floristische en vegetatiegegevens. Op basis hiervan zijn voor een aantal terreinen en soorten de veranderingen in de tijd in kaart gebracht. Deze studie vormt het basisdocument voor de OBN-studie, waarbij onder andere (beheers)experimenten zullen worden opgezet en ook de fauna van de hellingschraallandcomplexen zal worden onderzocht

    Inventarisatie erosiebestendigheid dijkgraslanden in de Krimpenerwaard

    Get PDF
    Met behulp van de Leidraad Toetsen op Veiligheid (TAW 1999) dienen de waterkeringen middels een vijfjaarlijkse veiligheidstoetsing te worden onderzocht op hun veiligheid tegen overstromen, zoals vastgelegd in de Wet op de waterkering. Een deel van deze toets betreft de bekleding van de dijk. Door het Hoogheemraadschap van de Krimpenerwaard zijn een aantal dijktrajecten geselecteerd, waar Alterra in 2003 de vegetatie heeft onderzocht door middel van een vegetatieopname, de bedekking heeft geschat en de doorworteling heeft gemeten. Met deze informatie is de erosiebestendigheid van dijkgrasland op de onderdelen vegetatie, bedekking en doorworteling getoetst

    Effecten van het verzuringsbeleid in de provincie Limburg; evaluatie en prognose voor de realisatie van de gewenste natuurkwaliteit

    Get PDF
    Effecten van verzurende depositie op de natuur. Alterra en MEP TNO hebben gekeken naar huidige en toekomstige effecten, zowel op provinciaal niveau als voor een 16 tal natuurgebieden. Vervolgens is het verzuringsbeleid geëvalueer

    Inventarisatie erosiebestendigheid dijkgraslanden 2003 Alblasserwaard en Vijfheerenlanden; een vergelijking met de meetresultaten uit 2001

    Get PDF
    Met behulp van de Leidraad Toetsen op Veiligheid (TAW 1999) dienen de waterkeringen middels een vijfjaarlijkse veiligheidstoetsing te worden onderzocht op hun veiligheid tegen overstromen, zoals vastgelegd in de Wet op de waterkering. Een deel van deze toets betreft de bekleding van de dijk. Door het Hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden zijn in 2001 een aantal dijktrajecten geselecteerd, waar Alterra de vegetatie heeft onderzocht door middel van een vegetatieopname, de bedekking heeft geschat en de doorworteling heeft gemeten. In 2003 is dit onderzoek herhaald. De resultaten van het onderzoek uit 2003, alsmede de vergelijking met de gegevens uit 2001 worden besproken in deze rapportage

    Referenties 1950 en 2000; voor toetsing gegevens LMF M&N

    Get PDF
    Nu de gegevens van de eerste meetronde van het LMF M&N beschikbaar komen, wordt het mogelijk om de huidige situatie te vergelijken met de situatie rond 1950, waarvoor door Smits & Schaminée in 2002 een historische referentie is opgesteld. Van belang hierbij is om te achterhalen in hoeverre beide methoden vergelijkbaar zijn: worden de daadwerkelijke toe- en afnamen van soorten gedurende de afgelopen eeuw gereflecteerd in deze methode? In dit project is daarom (op een vergelijkbare manier als de historische referentie) een referentie 2000 berekend, waarvan de resultaten met de gegevens uit de eerste meetronde vergeleken kunnen worden

    Herstel van hellingschraallanden : verslag veldwerkplaats Heuvelland, Gulpen, 30 september 2009

    Get PDF
    Het gaat niet goed met de schaarse reservaten van hellingschraallanden. Al sinds de jaren tachtig wordt geprobeerd om deze unieke ecosystemen te herstellen, maar tot op heden met een tegenvallend resultaat. Onder leiding van het deskundigenteam Heuvelland is van 2004-2008 onderzoek gedaan naar de oorzaken van achteruitgang en de mogelijkheden voor herstel, met de nadruk op de mogelijke beheerstrategieën voor zowel de flora als de fauna. Tijdens deze veldwerkplaats presenteerden twee onderzoekers de resultaten van dit onderzoek en vertelde beheerder Patrick Kloet van Staatsbosbeheer over de pilot gescheperde beweiding

    Waterplanten in laagveenwateren : een beschrijving van referenties aan de hand van vegetatieopnamen

    Get PDF
    Ten behoeve van het onderzoek naar de abiotiek en biotiek van laagveenwateren is nagegaan welke planten en plantengemeenschappen kenmerkend zijn voor de verschillende typen wateren in het laagveengebied

    Onderzoek naar de ecologische achteruitgang en het herstel van Zuid-Limburgse hellingschraallandcomplexen

    Get PDF
    De Zuid-Limburgse hellingschraallanden behoren tot de meest soortenrijke graslandtypen in ons land. Ze liggen op een gradiënt van zure heischrale graslanden bovenaan de helling en basische kalkgraslanden in het middendeel van de helling. Onderaan de helling komen voedselrijkere en dus meer ruige graslandtypen voor. Het oppervlak aan goed ontwikkelde hellingschraallanden is in de 20e eeuw sterk achteruit gegaan en ook de kwaliteit ervan. Om na te gaan wat de oorzaken zijn voor de achteruitgang van flora als fauna en hoe verder herstelbeheer moet plaatsvinden, is in 2005 in het kader van OBN een vierjarig onderzoek gestart. Hieruit blijkt dat er zeker nog perspectief is voor herstel van soortenrijke hellingsschraallanden. Het beheer binnen de hellingschraallanden kan verder geoptimaliseerd worden, zodat meer afvoer van nutriënten plaatsvindt en een meer heterogene vegetatiestructuur ontstaat. Ook moet de sterke mate van versnippering en isolatie van de hellingschraallanden worden aangepakt door het vergroten en onderling verbinden van de huidige reservaten

    Uitbreiding en herstel van Zuid-Limburgse hellingschraallanden. Eindrapportage 2e fase O + BN onderzoek

    Get PDF
    In het kader van Natura 2000 worden in Europees perspectief zeldzame soorten en zeldzame vegetatietypen in Nederland beschermd. In dit rapport staan de Zuid-Limburgse kalkgraslanden (H6210) en heischrale graslanden (H6230) centraal. Bijna alle nog bestaande hellingschraallanden in Nederland liggen binnen de als Natura2000 aangewezen gebieden. Beide habitattypen zijn prioritair en de opgave in deze gebieden bestaat uit uitbreiding van het oppervlak en verbetering van de kwaliteit. Uit de 1e fase van het O+BN onderzoek aan de Zuid-Limburgse hellingschraallanden is gebleken dat veel karakteristieke planten- en diersoorten binnen de huidige natuurreservaten nog steeds achteruitgaan. Een belangrijke oorzaak hiervoor is de verhoogde beschikbaarheid van stikstof
    corecore