33 research outputs found

    Reassessing the validity of research assessments. A social experiment

    Get PDF
    The literature concerned with bibliometry and scientometry has been concerned with the question of how the actual output and impact of scholars can be ascertained. Whereas a situation in which scholars were mainly judged of subjective criteria was deemed undesirable, scientometry has developed new strategies based on objective criteria such as the number of published articles in ISI-rated journals, the number of citations to an author in ISI-rated journals, the number of citations on Google scholar, The H-index, Crown-index etc. Recently our faculty has introduced personal metis – a tracking system for mapping one’s output, which has to be maintained by the researchers themselves. Because personal metis is connected to repub, researchers can keep their output up to date and upload the papers so as to make them widely available through the internet. On the one hand, it is nice that researchers themselves have the autonomy to be responsible for their research output, but on the other hand it makes you wonder about the checks on this system – For instance, are all publications which the researcher says they are A-rated papers (top-quality internationally peer-reviewed papers) counted as such, or are there checks and balances so as to prevent employees to submit even the most obscure papers as top-quality papers

    Op weg naar een nieuwe politieke cultuur : Klassen en stemgedrag in laatmoderne samenlevingen

    Get PDF
    The purpose of this article is to understand why the traditional pattern of a leftist working class and a rightist middle class has declined over the years in many Western countries. Two explanatory theories are put forward. The material explanation suggests that because Western countries have become richer over the years, issues tied to class conflict have become less salient while new, cultural issues of individual freedom versus order have become more salient. The second explanation, focusing on the process of secularization, suggests that cultural issues have become more salient as church membership has declined in these countries. It is studied whether the emergence of a new political culture has weakened economic voting motivations for the working class to vote left and the middle class to vote right, whereas it has strengthened cultural voting motives leading members of the working class to vote right and members of the middle class to vote left. Hypotheses are tested using party-manifesto data and World Values Survey Data. It is concluded that as societies become more secular cultural issues become more salient, causing cultural voting motives to undermine the conventional pattern of a left-wing working class and right-wing middle class

    Class, Culture, and Politics: Cultural Capital and Its Political Implications

    Get PDF
    Paper prepared for the workshop Collapsing Cultural Canons: Elite Culture, Popular Culture, and Politics in Late Modernity Ecole des Hautes Etudes en Sciences Sociales, Marseille, France, October 28-29, 200

    Het einde van duurzame armoede?

    Get PDF
    Om verschillende redenen stellen bekende individualiseringssociologen als Ulrich Beck en Antony Giddens dat armoede in laat-moderne samenlevingen een steeds tijdelijker fenomeen wordt en dat het daarmee eerlijker verspreid raakt over de hele bevolking. Vroeger of later, zo betogen zij, komt iedereen wel een korte periode in aanraking met armoede. In dit artikel onderzoeken Achterberg en Snel de houdbaarheid van deze vertijdelijkingsthese voor Nederland aan het einde van de vorige eeuw

    ‘De Haagse kaasstolp’ en ‘de mensen in de samenleving’

    Get PDF
    De ‘kloof tussen burger en politiek’ verandert steeds meer in een eufemisme voor een hartgrondige afkeer van, en zelfs regelrechte haat tegen, politieke en bureaucratische elites. De politieke articulatie van deze onvrede vindt met name plaats door populistische nieuw-rechtse partijen en bewegingen als Verdonks TON en Wilders’ PVV. Ook vertegenwoordigers van andere politieke partijen nemen echter steeds nadrukkelijker afstand van het politieke bestel en van de rol van de op het Haagse Binnenhof georiënteerde beroepspoliticus, daarmee onderstrepend hoezeer zij ‘gewoon’ zijn en ‘zichzelf’ zijn. Het vertrouwde politiek-ideologische ‘driestromenland’ is de afgelopen jaren kortom steeds meer in de schaduw komen te staan van een politiek ‘tweeklovenland’. Ontevreden burgers gooien met modder naar overheid, politiek en bureaucratie en van de weeromstuit haasten ook politici zich om afstand te nemen van ‘de Haagse kaasstolp’ en zich aan de zijde van ‘de mensen in de samenleving’ te scharen: de ‘kloof tussen burgers en politiek’ voedt een nieuwe ‘kloof tussen politici en politiek’

    Arbeiders en schoolmeesters: een huwelijk in crisis

    Get PDF
    Peilingen van Maurice de Hond per eind maart 2009 maakten duidelijk dat de PvdA, sinds 2006 met 33 zetels vertegenwoordigd in de Tweede Kamer, daarvan niet minder dan een derde deel zou moeten inleveren bij nieuwe verkiezingen. De grootste stijger zou Geert Wilders’ PVV worden, met een royale verdrievoudiging van haar huidige negen zetels tot meer dan dertig.1 Vaststaat dat de electorale verhoudingen in Nederland sinds de stormachtige opkomst van Pim Fortuyns LPF in 2002 ingrijpend zijn gewijzigd. De vraag is niet alleen hoe dit valt te verklaren, maar ook voor welke problemen dit een sociaal-democratische partij als de PvdA precies stelt. In wat volgt, beantwoorden wij deze twee vragen op basis van door ons in de afgelopen jaren verricht politieksociologisch onderzoek

    Onderscheiden of niet onderscheiden? De Koster en Van der Waal over moreel conservatisme en autoritarisme

    Get PDF
    In hun recente artikel ‘Moreel conservatisme en autoritarisme theoretisch en methodisch ontward’ in Mens en Maatschappij bepleiten De Koster en Van der Waal (2006) een onderscheid tussen moreel conservatisme en autoritarisme, twee culturele waardeoriëntaties die wij (net als andere door hen aangehaalde onderzoekers) de afgelopen jaren in ons onderzoek hebben samengevoegd. Zij tonen overtuigend aan dat beide waardeoriëntaties niet identiek zijn, maar wij zien niet in waarom dat per se zou betekenen ze van elkaar gescheiden moeten worden – zeker niet in het door ons verrichte onderzoek. Wij verbazen ons er ook over dat De Koster en Van der Waal de wat ons betreft belangrijkste uit hun theorie af te leiden hypothese niet toetsen

    Considering Cultural Conflict: Class Politics and Cultural Politics in Western Societies

    Get PDF
    De politiek van Westerse landen is sinds lange tijd georganiseerd langs diverse maatschappelijke conflicten. Een van die conflicten, misschien historisch gezien wel de belangrijkste, is dat tussen de economisch beter gesitueerden en de minderbedeelden. In elke moderne democratie, zo betoogde Lipset eerder al, wordt er een klassenconflict uitgevochten via de stembus. Politieke partijen zijn georganiseerd langs de lijnen van de diverse klassenbelangen en trekken elk een eigen specifieke achterban aan. In deze zin is stemmen niets minder dan een voortzetting van de klassenstrijd waarin het conflict over de verdeling van de middelen wordt vertaald in vaste banden tussen klassenpositie en partijen. Linkse partijen vertegenwoordigen de arbeidersklasse en streven naar economische herverdeling terwijl rechtse partijen de middenklasse vertegenwoordigen en ernaar streven de economisch gunstige positie van de middenklasse te consolideren. Daarom wordt vanouds gevonden dat arbeiders vaker op een linkse partij stemmen en leden van de middenklasse op een rechtse. Echter, dit patroon van een links stemmende arbeidersklasse en een rechts stemmende middenklasse is in veel Westerse landen aan erosie onderhevig, zonder dat duidelijk is waarom. In dit proefschrift is getracht te verklaren waarom arbeiders in de loop der tijd steeds rechtser en leden van de middenklasse steeds linkser zijn gaan stemmen. Omdat, zoals uit onderzoek van Paul Nieuwbeerta blijkt, aan klassenanalyse ontleende hypothesen hiervoor weinig vruchtbaar zijn gebleken, is gekozen voor een alternatieve benadering. Voornamelijk voortbouwend op het werk van Ronald Inglehart, wordt in deze benadering gesteld dat de opkomst van een nieuw politiek conflict, dat niets te maken heeft met het oude klassenconflict, verantwoordelijk is voor de erosie van het klassieke patroon van een links stemmende arbeidersklasse en een rechts stemmende middenklasse. De drie onderzoeksvragen die ik hierbij gebruikt heb, zal ik hieronder kort weergeven en de voornaamste resultaten samenvatten.Since 2002 Peter Achterberg (1977) has been working at the department of Sociology at Erasmus University Rotterdam, and at the Amsterdam School for Social science Research (ASSR). He is currently working as a post-doctoral fellow studying the changing support for the welfare state and changing patterns of solidarity in Western societies. He has published some papers in: European Journal of Political Research, International Sociology, Mens & Maatschappij, Sociologie, Sociologische Gids, Mens & Maatschappij, Tijdschrift voor Sociologie, and Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken

    The Politics of the Omnivores: Elite Culture, Popular Culture, and Libertarianism

    Get PDF
    Paper prepared for the workshop Collapsing Cultural Canons: Elite Culture, Popular Culture, and Politics in Late Modernity Ecole des Hautes Etudes en Sciences Sociales, Marseille, France, October 28-29, 200

    Het spook van de rechtse arbeidersklasse : Een culturele verklaring voor 'tegennatuurlijk' stemgedrag

    Get PDF
    The traditional class approach to politics maintains that the working class 'naturally' votes for left-wing parties because those represent their economic interests. This traditional working class voting pattern has however become less typical, giving rise to today's 'Death of Class Debate' in political sociology. Against this background, we study why so many people, working and middle class alike, today vote for parties that do not represent their 'real class interests'. Critically elaborating on Lipset's work on working-class authoritarianism and Inglehart's on post -materialism, we first confirm that 'natural' voting perfectly complies with the logic of class analysis. 'Unnatural' voting, however, is not driven by economic voting motivations and class, but by cultural voting motivations and cultural capital. Right wing working class voting is thus caused by its cultural conservatism that stems from its limited cultural capital. Voting for the two small leftist parties in Dutch politics underscores the significance of this cultural explanation: those with limited cultural capital and culturally conservative values vote for the Socialist Party ('old left') rather than the Greens ('new left'). The spectre of the rightist working class that haunts today's political sociology can thus be dispelled by breaking the traditional monopoly of the one-sided class approach and give a complementary cultural approach its proper place in the explanation of voting
    corecore