202 research outputs found

    Alexander the Greal in General Estoria I, II, IV, V and VI. A discussion on his image.

    Get PDF
    Sin resume

    Changes in vitamin-D metabolites and parathyroid hormone in plasma following cholecalciferol administration to pre- and postmenopausal women in the Netherlands in early spring and to postmenopausal women in Curacao

    Get PDF
    To study the effect on plasma 25-hydroxycholecalciferol (25(OH)D), 1, 25-dihydroxycholecalciferol (1, 25(OH)(2)D) and parathyroid hormone (PTH) we supplemented premenopausal (aged 30 (so 7) years) and postmenopausal (aged 61 (so 2) years) white women living in The Netherlands in late winter/early spring, and elderly black and white women (aged 75 (so 6) years) living in Curacao (Dutch Antilles) with either 10 or 20 mu g cholecalciferol/d for 4, 5 and 9 weeks respectively, Baseline plasma 25(OH)D concentration of Dutch women was lower than that of Curacao women, Postmenopausal Dutch women had a higher PTH concentration in plasma than premenopausal Dutch and postmenopausal Curacao women, There were no differences in plasma 1,25(OH),D, Cholecalciferol administration increased 25(OH)D in all groups, 1, 25(OH),D in postmenopausal Curacao women and PTH in postmenopausal Curacao women and premenopausal Dutch women, Serum and urinary Ca and phosphate concentrations did not change, There were no response differences between 10 and 20 mu g doses, Oral cholecalciferol administration (either 10 or 20 mu g/d) to women living at northern latitudes in late winter/early spring increased 25(OH)D levels to the baseline levels of elderly people living in the tropics

    Hemoglobin E syndromes in Pakistani population

    Get PDF
    <p>Abstract</p> <p>Background</p> <p>Hemoglobin E is an important hemoglobin variant with a worldwide distribution. A number of hemoglobinopathies have been reported from Pakistan. However a comprehensive description of hemoglobin E syndromes for the country was never made. This study aimed to describe various hemoglobin E disorders based on hematological parameters and chromatography. The sub-aim was to characterize hemoglobin E at molecular level.</p> <p>Methods</p> <p>This was a hospital based study conducted prospectively for a period of one year extending from January 1 to December 31, 2008. EDTA blood samples were analyzed for completed blood counts and hemoglobin variants through automated hematology analyzer and Bio-Rad beta thalassaemia short program respectively. Six samples were randomly selected to characterize HbE at molecular level through RFLP-PCR utilizing <it>Mnl</it>I restriction enzyme.</p> <p>Results</p> <p>During the study period, 11403 chromatograms were analyzed and Hb E was detected in 41 (or 0.36%) samples. Different hemoglobin E syndromes identified were HbEA (n = 20 or 49%), HbE/β-thalassemia (n = 14 or 34%), HbEE (n = 6 or 15%) and HbE/HbS (n = 1 or 2%). Compound heterozygosity for HbE and beta thalassaemia was found to be the most severely affected phenotype. RFLP-PCR utilizing <it>Mnl</it>I successfully characterized HbE at molecular level in six randomly selected samples.</p> <p>Conclusions</p> <p>Various HbE phenotypes are prevalent in Pakistan with HbEA and HbE/β thalassaemia representing the most common syndromes. Chromatography cannot only successfully identify hemoglobin E but also assist in further characterization into its phenotype including compound heterozygosity. Definitive diagnosis of HbE can easily be achieved through RFLP-PCR.</p

    On the pulmonary toxicity of oxygen : III. The induction of oxygen dependency by oxygen use

    Get PDF
    Author Posting. © The Author(s), 2010. This is the author's version of the work. It is posted here by permission of Elsevier B.V. for personal use, not for redistribution. The definitive version was published in Experimental and Molecular Pathology 89 (2010): 36-45, doi:10.1016/j.yexmp.2010.05.004.Oxygen is central to the development of neonatal lung injury. The increase in oxygen exposure of the neonatal lung during the onset of extrauterine air breathing is an order of magnitude, from a range of 10-12 to 110-120 Torr. The contributions of oxygen and the volume and pressure relationships of ventilatory support to lung injury are not easily distinguished in the clinical setting. Sequential changes in inspired air or 100% oxygen were studied in 536 newborn rabbits without ventilatory support. Bilateral cervical vagotomies (BCV) were performed at 24 hours post natal to induce ventilatory distress which eventuates in hyaline membrane disease. The sequences applied yielded evidence for an induced state of oxygen dependency from oxygen use which was reflected in differences in survival and the extent of pulmonary injury. The median survival for animals kept in air throughout was 3 hours. Oxygen before vagotomy or during the first 3 hours afterwards extended the survival significantly but produced more extensive, more severe, and more rapid lung lesions. Returning animals to air after prior oxygen exposure reduced the number of survivors past 10 hours and shortened the maximum survival in those groups. These features indicate the development of a dependency of the defense mechanisms on the availability of oxygen at the higher level for metabolic and possibly other aspects of the pulmonary and systemic response to injury, beyond the usual physiological need. Subset analysis revealed additive and latent effects of oxygen and demonstrated a remarkable rapidity in onset of severe lesions under some circumstances, illustrating the toxicity of oxygen per se.John A. Hartford Foundation, New York, N.Y. 10022-171

    Meesterboek, bestaande uit geexperimenteerde middelen, voor allerhande kwaalen, zoo innerlyke als uitterlyke der paarden; hebbende de naam van alle mans gaading

    No full text
    E L A D W HER DER M I D D E L E N, I, T^en oogen puiver voor kwaade oogcn *-* van een Paard. Pag. 1 .2. Ecu oogcn water voor de Paarden. i 5, Remedie voor een Paard dat rotterich is. o. 4. Voor een Paard, dat een gefwollen hooft heeft, en niet (likken kan. a 5. Voor een Paard, die het watervet heelt. 3 6. Voor de hartrpaii van een Paard. 5 7. Voor een Paard, dat vernagelt is, enne etter boven uitbreekt. 3 8. Voor een Paard, dat gcfchoten of gewondt is, 4 9. Voor de buikfpan. 4 10. Voor een wonde der Paarden. 4 11. Voor een Paard, het welk onder de zadel is gebroken. 5 12. Voor een breuk op de rug van een Paard. 6 13. Om vuil vleesch weg te neemeri. 6 14. Voor een Paard, het welk hartflagtig is. ó 15. Voor een Paard, dat kucht of zeer hoest., 7 16. Voor een Paard, het welk een ordinaire hoest heeft. 8 17. Voor een Paard, dat winden heeft. 8 18; Voor een Paard, dat vervangen is. 8 19. Hoe men een Paard de zooien zal afdoen. 9 go. Zoo een Paard gellokeu is, en van bui- ten is toegewasfen. 9 2.1. Als een Paard zwaarmoedig is. .9 3.1. Vo< reen Paard, het welkeen overhoef heeft; nog zynde uitgedrukt met een ander middel, *3- Voor een Paard, van binnen befchatügt. Paf, :io -4- Yoor een gefwollc g^macht van een Paard. *' 10 C5. Voor ruidiglïcid m het Vieescii van ten Paard, u »ö. Wanneer een Paard, p^liuéfichojitigi^. ia 27. Om hair te niaaken. I2 <svVooˊjdegnindigneid.jg29.Voorgruiı¨drgheidaandefoeenen.1330.VooreenPaard,darnietftallcnkan.133!.VooreenPaard,datziggebee^ienheeft»/143a.Vooreengebrekindemaag,1433.VooreenziekPaarde14;,4.Kei;gewisleˋkonstvoordevaarenderPaarden.1535.Voordebos1730.VoordeopeningderPaarden,17v Voój de gnindigneid. jg -29. Voor'gruiïdrgheid aan defoeenen. 13 30. Voor een Paard, darniet ftallcn kan. 13 3!. Voor een Paard, dat zig gebeêien heeft» / 14 3a. Voor een gebrek in de maag, 14 33. Voor een ziek Paarde 14 ;-,4. Kei; gewislè konst voor de vaaren der Paarden. 15 35. Voor de bos '17 30. Voor de opening der Paarden, 17 7, Voor een vïd over de o^gen 1 an een Paard. 18 38. Als c«ii Paard de ftrob li.;cf beeft, 19' 39. Voor liet ipaüt. jy 40. Als een Paard de koege heeft. 20 41. Om een Paard vet te niaaken. ai 42. Als een Paard 'Wormen in de maag heeft. 21 43. Als een Paard zig vertreedt. 22 44. Als een Paard zig op de aderen floot. 22 45. Als een Paard te hard gereeden is. 46. Voor een lieengalie. 23 47. Om een goed hoef te maaken. 23 48. Vóór de geelzucht. 23 49. Voor een vleescb gal, 24 50. Voor een vel bal. 24 .51. Als een Paard de nervc heeft, 24 52. Als een, Paard de beenen verilaagen heeft. 24 $3. Voor de rappen. 25 £4. Voor een Paard , het \\ elk gebeten wordt van Wormen, die zig tusfehen velen vlcesch houden. 25 55. Als een Paard wat kwaads gegeetcn heeft. 26 56. Als een Paard een 1 Hei :eft, 26 57. Als een Paard zig ii: :fi rergcgi I 11. 26 5«. Al's een P-ard te Veel gcdjouJfecn heeft. &p. Als het Paard te veel bereden is, en daar van een buile komt. Pag. 60. Als een Paard een gefwel op de toom heelt. 61. Wanneer een Paard de buik fwdt» 62. Voor een !^e!\\'c' in de keel. 63. Wanneer een Paard een boome lost, 64-, Als een-Paard'zig aangeraakt heelt. 65. Voor een Paard, dat öempig is. 66. Voor egelhairigheidi 67. Voor een Paard , dat veederen heeft gegeeten 68. Voor fchörftige Paarden. 69. Voor een Paard , dat vcrflopt is 7c. Voor de raspen der Paarden. 71. Voor een Paard, dat zeer vervangen ïsi 72. Voor de mok. 73. Voor cen Paard, 'het welk drocst. 74. Voor een Paard, het welk zoodanig dï'ot'st, dat de keel gefwollen is, en naauwelyks eeten kan. 75. Voor een maan oog» 76. Voor een witte ftip op het oog. 77. Als een Paard de bcenen onder de koo- tcii gefwollen zyn. 78. Voor "de klooven onder aan de voeten der Paarden. 79. Vooreen Paard, dat niet groeien wilt. 80. Voor een Paard, dat ichielyk ziek wordt, en niet eeten wilt. Si. Wanneer een Paard niet pisfen wilt. 82. Wanneer de voeten van een Paard hetfig zyn 83. Wanneer.een Paard geen haver of garst eeten wilt. 84. Om loopendc garen te geneczen. 85. Een on 'erbeterlyke zalve, wanneer een Paard den etter doorbreekt* 86. Voor hartflagtigheid. 87. Om gelederen water te ffillcn. 88. Voor fpekhalfigheid. «o. Voor een Paard, tlat geheel blint 90. Voor een gefwel onder aan den bnik. Pag '91. Als een Paard fchrila op alle vuUrem 92. Voor hinken. 93. Van: de angehoef. 94. Voorde gagenhoefofrappfgheid» 95. Zoo een Paard de hoefdwnng heeftj 96. Voor het voórftal of gedwang* ■97. Als eeri Paard-zig gebi .eft. 98. Voor een beengewas. 99. Voor'een Paard, dat wagenbeetig ié« 200. Voor verkfompé ader ïoi. Een purgatie voor een Paard,, io2. Een opdroogende zalve. 103. Een trek en heelende zalven 104. Voor weeën der Paarden.' 105. Voor longen zucht. ■106. Voor een ziekte genaamt infestiicJj 107* Voor een Paard, het welke verkoud is in het hooft. 108. Voor een gefwel in de' féherikeleiia 109. Als de énkelen uit het lid zyu. Ho. Een goede kunst, wanneer een Paard de buik kernen zwellen. in. Om een zwart paard witte Mesfelfté maaken» il2. Om wit hair zwart te maaken. Ï13. Zoo men fterk ryden wilt, om andere Paarden «tteryden. 114. Een goede kunst voor ftramtnigheid. ti 5. Om het bloed te ftillen. iió'. Voor een Paard, wiens kaaken gezwol- len zyn. 117. Voor een Paard, dat zeer langen tyd vervangen is geweest. 118. Zoo een Paard de zooien afgaan door vervangentheid. Ï19. Voor een fchievelbeen, daar een Paard van hinkt. lao. Als een Paard het lyf uitgaat, of een breuk heeft.I2i Voer een cgelhoef. Pag 122. Voor een Paard, dat traag is. 123. Tegen de vit Wonnen. 124. Om een cverhoefte geneezen. 125. Als een Paard byna blind is. 126. Voor een Paard, dat ziek in de bek Is. 127. Als een Paard het !yf in (tukken is gedreeven. taè* Ora een wonde gering te geneezen

    NUTRITIONAL SIGNIFICANCE OF INBORN-ERRORS OF AMINO-ACID METABOLISM

    No full text
    corecore