7 research outputs found

    Identification and Validation of the Predictive Capacity of Risk Factors and Models in Liver Transplantation Over Time

    Get PDF
    Background. Outcome after liver transplantation (LT) is determined by donor, transplant and recipient risk factors. These factors may have different impact on either patient or graft survival (outcome type). In the literature, there is wide variation in the use of outcome types and points in time (short term or long term). Objective of this study is to analyze the predictive capacity of risk factors and risk models in LT and how they vary over time and per outcome type. Methods. All LTs performed in the Netherlands from January 1, 2002, to December 31, 2011, were analyzed with multivariate analyses at 3-month, 1-year, and 5-year for patient and (non-)death-censored graft survival. The predictive capacity of the investigated risk models was compared with concordance indices. Results. Recipient age, model for end-stage liver disease sodium, ventilatory support, diabetes mellitus, hepatocellular carcinoma, previous malignancy, hepatitis C virus antibody, hepatitis B virus antibody, perfusion fluid, and Eurotransplant donor risk index (ET-DRI) had significant impact on outcome (graft or patient survival) at 1 or multiple points in time. Significant factors at 3-month patient survival (recipient age, model for end-stage liver disease sodium, ventilato

    Serotonergic deficits in dementia with Lewy bodies with concomitant Alzheimer's disease pathology: An (123)I-FP-CIT SPECT study

    No full text
    Contains fulltext : 219683.pdf (publisher's version ) (Open Access)PURPOSE: To study the influence of concomitant Alzheimer's disease (AD) pathology in dementia with Lewy bodies (DLB) on dopamine transporter (DAT) and serotonin transporter (SERT) availability, using (123)I-N-omega-fluoropropyl-2beta-carbomethoxy-3beta-(4-iodophenyl) nortropane ((123)I-FP-CIT) single photon emission computed tomography (SPECT). METHODS: Based on their cerebrospinal fluid biomarker profile, fifty-two patients with probable DLB were divided in a group with (DLB/AD+, N=15) and without concomitant AD-pathology (DLB/AD-, N=37). We conducted atrophy-corrected region of interest (ROI) analyses comparing binding ratios (BRs) in the DAT-rich striatal and SERT-rich extrastriatal brain areas (amygdala, hippocampus, thalamus, midbrain and pons). RESULTS: DLB/AD+ patients had significantly lower (123)I-FP-CIT BRs in the left amygdala, and a trend was seen in the right hippocampus. Groups did not differ significantly in striatal (123)I-FP-CIT BRs, neuropsychiatric or motor symptoms. Motor symptoms correlated negatively with striatal DAT BRs. CONCLUSIONS: DLB/AD+ patients may have lower SERT binding in limbic brain regions than DLB/AD- patients, possibly indicating faster neurodegeneration in mixed pathology

    Zelfwaargenomen beroepseisenprofielen van de Koninklijke Marechaussee: een latente profielanalyse

    No full text
    Inleiding: Onderzoek heeft hoge beroepseisen gekoppeld aan meerdere nadelige gezondheidsresultaten, zowel fysiek als mentaal. Voor zover bekend, hebben onderzoekers de eigenschappen van militair politiepersoneel niet geïdentificeerd op basis van beroepseisen. De huidige studie heeft als doel profielen te identificeren op basis van zelfwaargenomen beroepsprofielen en werkgerelateerde factoren. Deze studie is een startpunt voor het karakteriseren van prestaties en gezondheid in een militaire politiepopulatie. Methoden: Dit was een cross-sectioneel onderzoek waarin enquêtegegevens zijn verzameld van 1135 leden van de Koninklijke Marechaussee. Met een latente profielanalyse werden profielen geïdentificeerd op basis van negen indicatoren van werkdruk en werkkenmerken die zijn geselecteerd via focusgroepen en interviews met medewerkers van de Koninklijke Marechaussee. Er werd bepaald of de profielen significant verschilden tussen alle indicatoren met een eenzijdige variantieanalyse. Vervolgens werd logistische regressie gebruikt om de odds ratio te bepalen voor de indicatoren in relatie tot profiellidmaatschap. Resultaten: Er werden twee profielen ontdekt die verschillend waren voor alle indicatoren. Ervaring (OR = 1,02, 95% BI [1,00-1,04]), autonomie (OR = 1,18, 95% BI [1,06-1,31])), taakhelderheid (OR = 1,49, [1,32-1,69]) en werkondersteuning (OR = 2,63, 95% BI [2,26-3,09]) waren allemaal voorspellers voor het lage waargenomen beroepseisenprofiel. Daarentegen waren mentale (OR = 0,18, 95% [0,13-0,25]) (OR = 0,42, 95%CI [0,32-0,54]) en fysieke vermoeidheid (OR = 0,42, 95%CI [0,32-0,54]) en verveling (OR = 0,14, 95%CI [0,10-0,20]) voorspellers voor het hoge waargenomen beroepseisenprofiel. Conclusie: Er zijn twee verschillende profielen opgesteld die de eigenschappen van het personeel van de Koninklijke Marechaussee beschrijven op basis van werkbelasting en -kenmerken. Hoge scores op autonomie, werkondersteuning en taakhelderheid voorspellen gunstige waargenomen beroepseisen, terwijl vermoeidheid en verveling ongunstige beroepseisen voorspellen. Opmerkelijk is dat de fysieke werklast geen hoge waargenomen beroepseisen voorspelde
    corecore