75 research outputs found

    Arbeid in het moderne arbeidsbestel

    Get PDF
    In dit hoofdstuk hebben we de belangrijkste langetermijntrends beschreven die tot het moderne arbeidsbestel hebben geleid. We onderscheiden daarbij drie arena’s: de arbeidsorganisatie, de arbeidsverhoudingen en de arbeidsmarkt. Op het terrein van de arbeidsorganisatie is er sprake van een proces van rationalisering: een allesoverheersend streven naar vergroting van de efficiëntie, door het systematisch toepassen van methoden die erop gericht zijn het arbeidsproces steeds meer berekenbaar en beheersbaar te maken. We stonden vooral stil bij de opkomst en de zegetocht van een nieuw organisatiemodel, dat tegenwoordig algemeen als het tayloristische model wordt aangeduid. Het langs de lijnen van dit model georganiseerde arbeidssysteem wordt in technisch opzicht gekenmerkt door ver doorgevoerde mechanisatie en in organisatorisch opzicht door een tot het uiterste doorgevoerde horizontale en verticale arbeidsdeling. Het is verder gericht op een zo volledig mogelijke beheersing van het gedrag van de werknemers door een combinatie van vergaande voorstructurering van hun taken, direct toezicht en prestatiebeloning. Op het terrein van de arbeidsverhoudingen is er sprake van collectivisering en institutionalisering. Deze arena begint structuur te krijgen met de opkomst van een nieuw type vakbonden, de industrie- ofwel bedrijfstakbonden. Deze bonden weten in toenemende mate werkgevers aan de onderhandelingstafel te dwingen. Dat doen de werkgevers aanvankelijk met tegenzin, maar geleidelijk ontdekken ze dat het ook voordelen heeft om zaken te doen met bonden die bereid zijn de managementprerogatieven binnen de arbeidsorganisatie te respecteren in ruil voor invloed op de arbeidsvoorwaarden én die in staat zijn hun leden te disciplineren. Zo ontstaat de arena van de collectieve arbeidsverhoudingen. Dit proces wordt actief ondersteund door de overheid, die het onder meer mogelijk maakt om de cao algemeen verbindend te verklaren. Dit hele proces komt dan door de Tweede Wereldoorlog in een stroomversnelling terecht en leidt tot een verstrengeling van werkgeversorganisaties, vakbeweging en overheid op het terrein van het sociaal-economisch beleid en de sociale zekerheid. De ontwikkelingen in de arbeidsorganisatie en de collectieve arbeidsverhoudingen werken door op de arbeidsmarkt. Daar wordt een proces van regulering zichtbaar. Deze vindt in eerste instantie haar oorsprong in overheidsmaatregelen ter bescherming van zwakke groepen op de arbeidsmarkt en ter bestrijding van de werkloosheid. Regulering vindt echter ook plaats als uitvloeisel van de in aantal en reikwijdte toenemende cao-afspraken, waarbij vooral het meer of minder objectief vaststellen van de beloningshoogte en vooral beloningsverschillen het voorwerp wordt van regeltechnisch vernuft

    On your way to a new employment system?

    Get PDF
    In dit hoofdstuk hebben we recente veranderingen in arbeidsorganisaties, de collectieve arbeidsverhoudingen en op de arbeidsmarkt besproken. Vertrekpunt daarbij was de vraag of er sprake is van een overgang naar een nieuw type arbeidsbestel, dat we het laatmoderne arbeidsbestel genoemd hebben. Hoewel sommige tendenties die we in het voorafgaande zijn tegengekomen in een dergelijke ontwikkeling lijken te passen, is het beeld als geheel toch te divers om van een complete omslag te kunnen spreken. Opvallend zijn eerder de dilemma’s en tegenstrijdigheden die in de drie velden van het arbeidsbestel aan de dag treden. De manier waarop de actoren daarmee om zullen gaan, zal voor een groot deel bepalen hoe het toekomstige arbeidsbestel eruit zal zien

    Labour in the modern labour system

    Get PDF
    In dit hoofdstuk hebben we de belangrijkste langetermijntrends beschreven die tot het moderne arbeidsbestel hebben geleid. We onderscheiden daarbij drie arena’s: de arbeidsorganisatie, de arbeidsverhoudingen en de arbeidsmarkt. Op het terrein van de arbeidsorganisatie is er sprake van een proces van rationalisering: een allesoverheersend streven naar vergroting van de efficiëntie, door het systematisch toepassen van methoden die erop gericht zijn het arbeidsproces steeds meer berekenbaar en beheersbaar te maken. We stonden vooral stil bij de opkomst en de zegetocht van een nieuw organisatiemodel, dat tegenwoordig algemeen als het tayloristische model wordt aangeduid. Het langs de lijnen van dit model georganiseerde arbeidssysteem wordt in technisch opzicht gekenmerkt door ver doorgevoerde mechanisatie en in organisatorisch opzicht door een tot het uiterste doorgevoerde horizontale en verticale arbeidsdeling. Het is verder gericht op een zo volledig mogelijke beheersing van het gedrag van de werknemers door een combinatie van vergaande voorstructurering van hun taken, direct toezicht en prestatiebeloning. Op het terrein van de arbeidsverhoudingen is er sprake van collectivisering en institutionalisering. Deze arena begint structuur te krijgen met de opkomst van een nieuw type vakbonden, de industrie- ofwel bedrijfstakbonden. Deze bonden weten in toenemende mate werkgevers aan de onderhandelingstafel te dwingen. Dat doen de werkgevers aanvankelijk met tegenzin, maar geleidelijk ontdekken ze dat het ook voordelen heeft om zaken te doen met bonden die bereid zijn de managementprerogatieven binnen de arbeidsorganisatie te respecteren in ruil voor invloed op de arbeidsvoorwaarden én die in staat zijn hun leden te disciplineren. Zo ontstaat de arena van de collectieve arbeidsverhoudingen. Dit proces wordt actief ondersteund door de overheid, die het onder meer mogelijk maakt om de cao algemeen verbindend te verklaren. Dit hele proces komt dan door de Tweede Wereldoorlog in een stroomversnelling terecht en leidt tot een verstrengeling van werkgeversorganisaties, vakbeweging en overheid op het terrein van het sociaal-economisch beleid en de sociale zekerheid. De ontwikkelingen in de arbeidsorganisatie en de collectieve arbeidsverhoudingen werken door op de arbeidsmarkt. Daar wordt een proces van regulering zichtbaar. Deze vindt in eerste instantie haar oorsprong in overheidsmaatregelen ter bescherming van zwakke groepen op de arbeidsmarkt en ter bestrijding van de werkloosheid. Regulering vindt echter ook plaats als uitvloeisel van de in aantal en reikwijdte toenemende cao-afspraken, waarbij vooral het meer of minder objectief vaststellen van de beloningshoogte en vooral beloningsverschillen het voorwerp wordt van regeltechnisch vernuft

    Afspraak is afspraak:Morele counseling bij een levensbedreigend dilemma

    Get PDF
    De case study in dit artikel laat stap voor stap zien hoe morele counseling toegepast kan worden in de praktijk van geestelijke verzorging. De reflectie op de werkwijze geeft inhoudelijke verdieping van en inzicht in de gebruikte methodiek

    Prognostic Value of Motor Timing in Treatment Outcome in Patients With Alcohol- and/or Cocaine Use Disorder in a Rehabilitation Program

    Get PDF
    Introduction: Individuals with Substance Use Disorder (SUD) often have cognitive deficits in multiple domains, including motor timing deficits, with recovery times of up to 1 year. Cognitive deficits influence treatment outcomes and abstinence. To our knowledge, timing deficits have not been investigated with regard to treatment outcome and relapse.Methods: This prospective study tested the prognostic value of motor timing in SUD with regard to treatment outcome. The study sample consisted of 74 abstinent in-patients at a private treatment programme for drug/alcohol dependence at the Momentum Mental Healthcare clinic in Somerset West, South Africa, diagnosed with alcohol and/or cocaine dependence. Participants were tested at three points: (i) Within 72 hours of the start of the treatment programme (ii) after completion of the treatment programme at 8 weeks (measure of treatment response) through filling out self-report questionnaires and experimental motor task testing, and (iii) a third visit followed through a telephonic interview at 12-months (measure of relapse).Results: Motor timing alone predicted 27 percent of the variance in alcohol self-efficacy score change, and 25 percent variance in cocaine self-efficacy change scores at treatment completion. Specifically, spatial errors, synchronization errors and inter- response interval errors of a spatial tapping task at baseline predicted self-efficacy in alcohol self-efficacy. Cocaine self-efficacy was predicted by spatial errors and contact times of a spatial tapping task at very high tempi (300 ms) only. The high rate of dropout at 12 months post-treatment did not allow for further analysis of the prognostic value of motor timing on relapse.Conclusions: The results of this investigation show us that motor timing holds prognostic value with regard to treatment outcomes. Motor timing predictors for relapse require further investigation going forward

    On the elasto-viscoplastic behavior of the Ti5553 alloy

    Get PDF
    The elastoviscoplastic behavior of the Ti5553 alloy is characterized and compared to the classical Ti–6Al–4V alloy. The true stress–strain curves are determined based on tensile tests performed under different strain rates at room temperature and at 1501C, from which the elastic constants and the parameters of a Norton–Hoff viscoplastic model are identified. The strength of the Ti5553 alloy is 20–40% higher than the strength of the Ti–6Al–4V alloy. The Ti5553 alloy constitutes thus a promising candidate for advanced structural applications. In view of modeling structural applications of forming operations, the elastic and plastic initial anisotropy of the two alloys is investigated by combining compression on cylinders with elliptical sections, uniaxial tensile tests in different material directions, plane strain and shear tests. The initial anisotropy of the different alloys is very weak which justifies the modeling of the mechanical behavior with an isotropic yield surface. The identified elastoviscoplastic model is validated by comparing experimental results with FE predictions both on cylindrical notched specimens subjected to tensile tests and onflat specimens subjected to plane strain conditions

    Optimization and testing of dried antibody tube: The EuroFlow LST and PIDOT tubes as examples

    Get PDF
    Within EuroFlow, we recently developed screening tubes for hematological malignancies and immune deficiencies. Pipetting of antibodies for such 8-color 12-marker tubes however is time-consuming and prone to operational mistakes. We therefore evaluated dried formats of the lymphocytosis screening tube (LST) and of the primary immune deficiency orientation tube (PIDOT). Both tubes were evaluated on normal and/or on patient samples, comparing the mean fluorescence intensity of specific lymphocyte populations. Our data show that the dried tubes and liquid counterparts give highly comparable staining results, particularly when analyzed in multidimensional plots. In addition, the use of dried tubes may result in a reduced staining variability between different samples and thereby contributes to the generation of more robust data. Therefore, by using ready-to-use reagents in a dried single test tube format, the laboratory efficiency and quality will be improved

    ADP Ribosylation Factor Like 2 (Arl2) Regulates Breast Tumor Aggressivity in Immunodeficient Mice

    Get PDF
    We have previously reported that ADP ribosylation factor like 2 (Arl2), a small GTPase, content influences microtubule dynamics and cell cycle distribution in breast tumor cells, as well as the degree and distribution of phosphorylated P53. Here we show, in two different human breast adenocarcinoma models, that Arl2 content has a major impact on breast tumor cell aggressivity both in vitro and in vivo. Cells with reduced content of Arl2 displayed reduced contact inhibition, increased clonogenic or cluster formation as well as a proliferative advantage over control cells in an in vitro competition assay. These cells also caused larger tumors in SCID mice, a phenotype which was mimicked by the in vivo administration of siRNA directed against Arl2. Cells with increased Arl2 content displayed reduced aggressivity, both in vitro and in vivo, with enhanced necrosis and were also found to contain increased PP2A phosphatase activity. A rt-PCR analysis of fresh human tumor breast samples suggested that low Arl2 expression was associated with larger tumor size and greater risk of lymph node involvement at diagnosis. These data underline the role of Arl2, a small GTPase, as an important regulator of breast tumor cell aggressivity, both in vitro and in vivo

    Op weg naar een nieuw arbeidsbestel?

    No full text
    In dit hoofdstuk hebben we recente veranderingen in arbeidsorganisaties, de collectieve arbeidsverhoudingen en op de arbeidsmarkt besproken. Vertrekpunt daarbij was de vraag of er sprake is van een overgang naar een nieuw type arbeidsbestel, dat we het laatmoderne arbeidsbestel genoemd hebben. Hoewel sommige tendenties die we in het voorafgaande zijn tegengekomen in een dergelijke ontwikkeling lijken te passen, is het beeld als geheel toch te divers om van een complete omslag te kunnen spreken. Opvallend zijn eerder de dilemma’s en tegenstrijdigheden die in de drie velden van het arbeidsbestel aan de dag treden. De manier waarop de actoren daarmee om zullen gaan, zal voor een groot deel bepalen hoe het toekomstige arbeidsbestel eruit zal zien

    Arbeid in het moderne arbeidsbestel

    No full text
    In dit hoofdstuk hebben we de belangrijkste langetermijntrends beschreven die tot het moderne arbeidsbestel hebben geleid. We onderscheiden daarbij drie arena’s: de arbeidsorganisatie, de arbeidsverhoudingen en de arbeidsmarkt. Op het terrein van de arbeidsorganisatie is er sprake van een proces van rationalisering: een allesoverheersend streven naar vergroting van de efficiëntie, door het systematisch toepassen van methoden die erop gericht zijn het arbeidsproces steeds meer berekenbaar en beheersbaar te maken. We stonden vooral stil bij de opkomst en de zegetocht van een nieuw organisatiemodel, dat tegenwoordig algemeen als het tayloristische model wordt aangeduid. Het langs de lijnen van dit model georganiseerde arbeidssysteem wordt in technisch opzicht gekenmerkt door ver doorgevoerde mechanisatie en in organisatorisch opzicht door een tot het uiterste doorgevoerde horizontale en verticale arbeidsdeling. Het is verder gericht op een zo volledig mogelijke beheersing van het gedrag van de werknemers door een combinatie van vergaande voorstructurering van hun taken, direct toezicht en prestatiebeloning. Op het terrein van de arbeidsverhoudingen is er sprake van collectivisering en institutionalisering. Deze arena begint structuur te krijgen met de opkomst van een nieuw type vakbonden, de industrie- ofwel bedrijfstakbonden. Deze bonden weten in toenemende mate werkgevers aan de onderhandelingstafel te dwingen. Dat doen de werkgevers aanvankelijk met tegenzin, maar geleidelijk ontdekken ze dat het ook voordelen heeft om zaken te doen met bonden die bereid zijn de managementprerogatieven binnen de arbeidsorganisatie te respecteren in ruil voor invloed op de arbeidsvoorwaarden én die in staat zijn hun leden te disciplineren. Zo ontstaat de arena van de collectieve arbeidsverhoudingen. Dit proces wordt actief ondersteund door de overheid, die het onder meer mogelijk maakt om de cao algemeen verbindend te verklaren. Dit hele proces komt dan door de Tweede Wereldoorlog in een stroomversnelling terecht en leidt tot een verstrengeling van werkgeversorganisaties, vakbeweging en overheid op het terrein van het sociaal-economisch beleid en de sociale zekerheid. De ontwikkelingen in de arbeidsorganisatie en de collectieve arbeidsverhoudingen werken door op de arbeidsmarkt. Daar wordt een proces van regulering zichtbaar. Deze vindt in eerste instantie haar oorsprong in overheidsmaatregelen ter bescherming van zwakke groepen op de arbeidsmarkt en ter bestrijding van de werkloosheid. Regulering vindt echter ook plaats als uitvloeisel van de in aantal en reikwijdte toenemende cao-afspraken, waarbij vooral het meer of minder objectief vaststellen van de beloningshoogte en vooral beloningsverschillen het voorwerp wordt van regeltechnisch vernuft
    • …
    corecore