research

Arbeid in het moderne arbeidsbestel

Abstract

In dit hoofdstuk hebben we de belangrijkste langetermijntrends beschreven die tot het moderne arbeidsbestel hebben geleid. We onderscheiden daarbij drie arena’s: de arbeidsorganisatie, de arbeidsverhoudingen en de arbeidsmarkt. Op het terrein van de arbeidsorganisatie is er sprake van een proces van rationalisering: een allesoverheersend streven naar vergroting van de efficiëntie, door het systematisch toepassen van methoden die erop gericht zijn het arbeidsproces steeds meer berekenbaar en beheersbaar te maken. We stonden vooral stil bij de opkomst en de zegetocht van een nieuw organisatiemodel, dat tegenwoordig algemeen als het tayloristische model wordt aangeduid. Het langs de lijnen van dit model georganiseerde arbeidssysteem wordt in technisch opzicht gekenmerkt door ver doorgevoerde mechanisatie en in organisatorisch opzicht door een tot het uiterste doorgevoerde horizontale en verticale arbeidsdeling. Het is verder gericht op een zo volledig mogelijke beheersing van het gedrag van de werknemers door een combinatie van vergaande voorstructurering van hun taken, direct toezicht en prestatiebeloning. Op het terrein van de arbeidsverhoudingen is er sprake van collectivisering en institutionalisering. Deze arena begint structuur te krijgen met de opkomst van een nieuw type vakbonden, de industrie- ofwel bedrijfstakbonden. Deze bonden weten in toenemende mate werkgevers aan de onderhandelingstafel te dwingen. Dat doen de werkgevers aanvankelijk met tegenzin, maar geleidelijk ontdekken ze dat het ook voordelen heeft om zaken te doen met bonden die bereid zijn de managementprerogatieven binnen de arbeidsorganisatie te respecteren in ruil voor invloed op de arbeidsvoorwaarden én die in staat zijn hun leden te disciplineren. Zo ontstaat de arena van de collectieve arbeidsverhoudingen. Dit proces wordt actief ondersteund door de overheid, die het onder meer mogelijk maakt om de cao algemeen verbindend te verklaren. Dit hele proces komt dan door de Tweede Wereldoorlog in een stroomversnelling terecht en leidt tot een verstrengeling van werkgeversorganisaties, vakbeweging en overheid op het terrein van het sociaal-economisch beleid en de sociale zekerheid. De ontwikkelingen in de arbeidsorganisatie en de collectieve arbeidsverhoudingen werken door op de arbeidsmarkt. Daar wordt een proces van regulering zichtbaar. Deze vindt in eerste instantie haar oorsprong in overheidsmaatregelen ter bescherming van zwakke groepen op de arbeidsmarkt en ter bestrijding van de werkloosheid. Regulering vindt echter ook plaats als uitvloeisel van de in aantal en reikwijdte toenemende cao-afspraken, waarbij vooral het meer of minder objectief vaststellen van de beloningshoogte en vooral beloningsverschillen het voorwerp wordt van regeltechnisch vernuft

    Similar works