Windkracht 13

The so-called 20/20/20 goals of the European Union are key measures in the context of the sustainable development policy of the EU. The highest potential for emission reductions is present in the electricity sector. Hitherto, the Flemish government mainly invested in photovoltaic panels and large (mainly offshore) wind turbines. However, studies prove that the use of small and medium size wind turbines may claim a part. Despite their potential, though, the market for wind turbines minus 100 kW is not yet developed. ‘Windkracht 13’ is a demonstration and dissemination project in the frame of the New Industrial Policy of the Flemish government and aims at opening the market for small and medium size wind turbines (SMWT) in Flanders. The project studies the current barriers by performing a focused LESTS (Legal, Economic, Spatial, Technical, Social) analysis. Based on this pentagonal mapping, recommendations are made for lowering the thresholds to install SMWT in Flanders. Starting from realistic and pragmatic criteria, new locations are explored. The (re)use of masts and towers is a study focus, as well as the potential of rural and industrial environments. Farm sites and business parks often have a high wind energy profile, combined with specific (renewable) energy requirements, thus offering perspective for SMWT. Active participation of the project stakeholders in the users committee is encouraged, leading to implementation of SMWT at strategic locations. These demonstrations are necessary to increase the social acceptance of SMWT. The project results and recommendations are bundled in a best practices manual for a successful implementation of SMWT in Flanders

The small wind turbine field lab

The emerging market of small wind turbines (SWT) is characterised by a large variety of turbine types as well as turbine performance. The abundance of more ‘exotic’ types of vertical axis wind turbines (VAWT) next to the more traditional horizontal axis wind turbines (HAWT) shows that this market is still developing. However, some technologies have proven to possess the same potential typically only found in larger wind turbines. To study the (lack of) performance of current small wind turbine but also to demonstrate their potential, Ghent University decided to launch the Small Wind Turbine Field Lab (SWT Field Lab). This fully scientifically equipped field lab, funded by the Hercules Foundation, offers the possibility to not only monitor the energy yield of the turbine, but also collect information on how to optimise the grid integration, measure mechanical stress and structural strength of turbine components, assess the generator design and tower construction, perform acoustic measurements and finding ways to reduce noise production, even simulate siting of wind turbines, e.g. in rural areas or on industrial parks. All of these parameters are correlated with meteorological data measured on-site. The field lab, based in the inner port of Ostend, provides provisions for placement of up to ten small wind turbines, with seven turbines already partaking in the field trials. The project members aim to use the project results to identify and remove performance limiting factors in the design of small wind turbine, and to demonstrate the feasibility of using small wind turbines for decentralised renewable energy production. With this and similar research projects, the emerging market of small wind turbines can grow beyond its current state of infancy, comparable to the market evolution of large wind turbines

Tarski and the intricacies of reasoning under uncertainty

Anhand eines äusserst schwer zu lösenden Problems haben wir in einer mehrjährigen Studie untersucht, wie kriminalistische Interpretation unter den Bedingungen vollständiger Unsicherheit von 259 Teilnehmern praktisch durchgeführt wurde. Einfache Interpretationsheuristiken, die sich vage am Theorem von Tarski orientieren, das heisst der Korrespondenz der Fakten mit der Hypothese, können leicht in die Irre führen. Scheinbar gut passende Hypothesen können falsch sein (false positives), und Hypothesen, die dem Substrat klar widersprechen, können trotzdem der Grundwahrheit sehr nahe kommen (false negatives). Dies liegt daran, dass sich überlagernde Einflüsse im fraglichen Ereignis ein teilweise verdecktes Spurenbild hinterlassen können. Da man die Grundwahrheit in der Praxis nie kennt, stellt sich die Frage, wie man beim Generieren von Hypothesen in der Fallanalyse vorgehen soll und wie man Arbeitshypothesen überhaupt kritisch beurteilt. Gemäss unseren Ergebnissen lohnt es sich erstens, Unterhypothesen aufzustellen für Teilsachverhalte, vor allem, wenn diese den Naturgesetzen unterstehen, und zweitens sollten Exklusionshypothesen aufgestellt werden, das heisst, es sollte ausgeschlossen werden, was eher nicht in Frage kommt

FLIAT, an object-relational GIS tool for flood impact assessment in Flanders, Belgium

Floods can cause damage to transportation and energy infrastructure, disrupt the delivery of services, and take a toll on public health, sometimes even causing significant loss of life. Although scientists widely stress the compelling need for resilience against extreme events under a changing climate, tools for dealing with expected hazards lag behind. Not only does the socio-economic, ecologic and cultural impact of floods need to be considered, but the potential disruption of a society with regard to priority adaptation guidelines, measures, and policy recommendations need to be considered as well. The main downfall of current impact assessment tools is the raster approach that cannot effectively handle multiple metadata of vital infrastructures, crucial buildings, and vulnerable land use (among other challenges). We have developed a powerful cross-platform flood impact assessment tool (FLIAT) that uses a vector approach linked to a relational database using open source program languages, which can perform parallel computation. As a result, FLIAT can manage multiple detailed datasets, whereby there is no loss of geometrical information. This paper describes the development of FLIAT and the performance of this tool

JERTS-studie rond kleine en middelgrote windturbines

Het project Windkracht 13 is gericht op het openbreken van de markt voor kleine en middelgrote windturbines (KMWT). Dit wordt gefundeerd door het uitvoeren van een JERTS-studie (Juridisch, Economisch, Ruimtelijk, Technisch, Sociaal) die de bestaande barrières duidelijk in kaart brengt en aan de hand hiervan ook aanbevelingen doet voor het verlagen van drempels verbonden met deze barrières. Al dusdoende worden nieuwe opportuniteiten geformuleerd en worden ‘best-case’ opportuniteiten in verband met de installatie van KMWT’s duidelijk in kaart gebracht die leiden tot de installatie van de broodnodige demonstraties. Dit is dan ook het uiteindelijke doel van dit project. Naast het openbreken van de bestaande maar beperkte markt is het de bedoeling om uitgaande van realistische en pragmatische criteria nieuwe locaties in kaart te brengen en zodoende de marktintroductie van KMWT’s te versterken. Bij de uitvoering van deze studie wordt vertrokken van de bestaande regelgeving, ondersteuningsmechanismen en normen. Doch is het de bedoeling hier niet op vast te pinnen maar door een specifieke benadering hier van los te koppelen om het mogelijk te maken een nieuwe wind te laten blazen in het Vlaamse en lokale energiebeleid. Het project maakt deel uit van een oproep in het kader van het Nieuw Industrieel Beleid. De economische pijler van het NIB focust op de ‘Fabriek van de Toekomst’ als het knooppunt van het nieuwe productiviteitsoffensief

JERTS-studie rond kleine en middelgrote windturbines

Het project Windkracht 13 is gericht op het openbreken van de markt voor kleine en middelgrote windturbines (KMWT). Dit wordt gefundeerd door het uitvoeren van een JERTS-studie (Juridisch, Economisch, Ruimtelijk, Technisch, Sociaal) die de bestaande barrières duidelijk in kaart brengt en aan de hand hiervan ook aanbevelingen doet voor het verlagen van drempels verbonden met deze barrières. Al dusdoende worden nieuwe opportuniteiten geformuleerd en worden ‘best-case’ opportuniteiten in verband met de installatie van KMWT’s duidelijk in kaart gebracht die leiden tot de installatie van de broodnodige demonstraties. Dit is dan ook het uiteindelijke doel van dit project. Naast het openbreken van de bestaande maar beperkte markt is het de bedoeling om uitgaande van realistische en pragmatische criteria nieuwe locaties in kaart te brengen en zodoende de marktintroductie van KMWT’s te versterken. Bij de uitvoering van deze studie wordt vertrokken van de bestaande regelgeving, ondersteuningsmechanismen en normen. Doch is het de bedoeling hier niet op vast te pinnen maar door een specifieke benadering hier van los te koppelen om het mogelijk te maken een nieuwe wind te laten blazen in het Vlaamse en lokale energiebeleid. Het project maakt deel uit van een oproep in het kader van het Nieuw Industrieel Beleid. De economische pijler van het NIB focust op de ‘Fabriek van de Toekomst’ als het knooppunt van het nieuwe productiviteitsoffensief

Transitioning towards a 100% solar-hydro based generation: A system dynamic approach

Many countries have targeted a gradual transition towards 100% green generation; however, there is uncertainty concerning the economic and social consequences of such a transition. The main technologies that have been implemented are hydro, wind and solar. The latter two could cause an increase in electricity prices due to a mismatch between demand and supply. This paper uses a system dynamics approach to analyze the transition process of Switzerland, which is gradually moving from nuclear towards solar and hydro base generation. We consider hydro-pumped storage to address the timing problem between supply and demand. We developed different scenarios to test the viability of such a system. Our findings indicate that leaving the system to a free market will entail shortages during the transition, as well as a doubling of the electricity price. To mitigate this effect, we propose a capacity auction mechanism to smooth the transition process. We find that subsidizing PV indirectly encourages storage, thereby eliminating shortages, and mitigating the increase in the electricity price during the transition