24 research outputs found

    Bromidebalansberekeningen voor het Hoogheemraadschap van Delfland voor de periode september 1979 tot en met augustus 1980

    Get PDF
    Tussen mei 1979 en oktober 1980 is een onderzoek gedaan naar de bromidehuishouding van het gebied, dat onder beheer van Hoogheemraadschap Delfland valt. Het onderzoek had primair ten doel de invloed van het gebruik van methylbromide als grondontsmettingsmiddel in de glastuinbouw op de bromideconcentraties in het oppervlaktewater van het gebied te bepalen. Daartoe werden polder- en boezemwateren in zowel specifieke glastuinbouwgebieden als in graslandgebieden regelmatig bemonsterd. In deze nota volgt een kwantificering van de bromidehuishouding

    Organochloorverbindingen in Nederlandse moedermelk

    No full text
    278 monsters moedermelk, verzameld over het gehele land, werden onderzocht op HCB, HCH-isomeren, aldrin/dieldrin, heptachloor/-epoxide, p.p'DDE, o.p'-DDT, TDE, p.p'-DDT, pentachloorfenol en PCB's. Voor de PCB's werd een significante toename van de concentraties in de vetfase van de melk gevonden bij toenemende leeftijd (ca 3% perjaar) ; bij de toenemende pariteit nemen deze concentraties echter af (ca 8% per pariteit). De concentraties aan PCB's en persistente organochloorbestrijdingsmiddelen die in dit onderzoek gevonden werden zijn over het algemeen lager dan die welke in vetweefsel afkomstig van autopsieen gevonden zijn. Voor zowel melk als vetweefsel zijn neerwaartse trends met de tijd gevonden, met name wat betreft HCB, beta-HCH en p.p'-DDT.Abstract not availableHILGH

    Chemical contaminants in human milk. Report nr. 5: Polychlorinated biphenyls

    No full text
    68 Monsters moedermelk verzameld via kraamcentra in Nederland, zijn onderzocht op polychloorbifenylen (PCB's). In tegenstelling met eerder in Nederland uitgevoerde onderzoeken werd gebruik gemaakt van de bepalingsmethode van de individuele PCB-congeneren. Voor de zogenaamde indicatorcongeneren. Voor de 7 zogenaamde indicator-congeneren werden de volgende mediaanwaarden in ug/kg op vetbasis aangetroffen: 2,4,4'- trichloorbiphenyl (no. 28): 9.4; 2,2', 5,5'-tetrachloorbiphenyl (no. 52): minder dan 1.0 ; 2,2', 4,5,5'-pentachloorbiphenyl (no. 101): 9.2 ; 2,3', 4,4', 5-pentachloorbephenyl (no. 118): 39 ; 2,2', 3,4,4', 5'- hexachloorbiphenyl (no. 138): 120 ; 2,2', 4,4', 5,5'-hexachloorbiphenyl (no. 153): 110 en 2,2', 3,4,4', 5,5'-heptachloorbiphenyl (no. 180): 68. Het analyseprogramma omvatte een 20-tal PCB-congeneren, echter in de gaschromatogrammen van de moedermeldmonsters werden bovendien een 10- tal onbekende belangrijke PCB-congeneren aangetroffen, die nader onderzochtAbstract not availableHIL GHI

    PCB's in human tissue of Dutch inhabitants (1984)

    No full text
    Er werden 24 monsters vetweefsels afkomstig van autopsieen onderzocht op 20 individuele polychloorbifenylcongeneren (PCB's), waaronder de 7 indicator-congeneren. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat de indica- torgeneratoren 2,3',4,4',5-pentachloorbifenyl (nummer 118), 2,2',3,4,4' 5'- hexachloorbifenyl (nummer 138), 2,2',4,4',5,5'-hexachloorbifenyl (nummer 153) en 2,2',3,4,4',5,5'-hexachloorbifenyl (nummer 180) in belangrijke concentraties in humaan vetweefsel van Nederlandse inge- zetenen worden aangetroffen. In hoeverre buiten de 20 onderzochte PCB-congeneren nog andere congeneren voorkomen is een onderwerp voor nader onderzoek. Vergelijking van de resultaten van humaan vet met die van een soortgelijk RIVM-onderzoek in moedermelk laat zien dat de mediaanwaarden van de PCB-congeneren in humaan vetweefsel op vetbasis in het algemeen belangrijk hoger waren. De monsters humaan vetweefsel en moedermelk zijn echter niet van dezelfde personen afkomstig. In het algemeen zijn de monsters vetweefsel van oudere personen afkomstig.Abstract not availableHIL GHI

    Determination of aromatic amines in soil and sediment samples

    No full text
    Voor de bepaling van aromatische amines zoals chlooranilines, dichlooranilines, 2,4,5-trichlooraniline en methylanilines in grond- en sedimentmonsters werd een gaschromatografische methode ontwikkeld. De methode bestaat uit een gecombineerde basische hydrolyse- en extractieprocedure in een zgn. Bleidnerapparaat gevolgd door een bromering. De gebromeerde aromatische amines werden vervolgens met een gaschromatograaf met capillair kolom en elektroneninvang-detector bepaald. De grens van aantoonbaarheid ligt op het 1-2 mug kg-1 niveau berekend op droge stof-basis. Teneinde de praktische bruikbaarheid van de methode te testen werden een aantal sediment- en zwevend slibmonsters afkomstig uit het Nederlandse oppervlaktewater onderzocht. De concentraties in het zwevend slib waren in het algemeen belangrijk hoger dan die in het sediment.Abstract not availableDGM

    Occurrence of pesticides and related compounds in surface water (1984)

    No full text
    De resultaten van het systematisch lange-termijn-onderzoek naar het voorkomen van bestrijdingsmiddelen en verwante verbindingen in Ned. oppervlaktewater zijn voor het jaar 1984 samengevat. Het programma werd t.o.v. 1983 ingekort met de bepaling van extraheerbare organische zwavelverbindingen, endosulfan (alfa- en beta-), triadimefon, triadimenol en de fenoxycarbonzuren en uitgebreid met de analyse van aldicarb, metalaxyl, fenbutatinoxide, iprodione en een aantal fosforverbindingen. Tevens werden een aantal metabolieten van bestrijdingsmiddelen in het programma opgenomen. Uit de resultaten blijkt dat van de voor het eerst in het meetprogramma opgenomen verbindingen aldicarb en aldicarbsulfoxide zelden werden aangetoond. Metalaxyl werd in Noord-Holland vooral in het voorjaar aangetroffen. Pentachlooraniline werd in de meetpunten Anna Paulowna in alle monsters aangetroffen. In Zuid-Holland werd iprodione regelmatig en tolclofos- methyl frequent aangetroffen.Abstract not availableHIM

    Determination of PCBs in river sediment and particulate matter

    No full text
    In samenwerking met het RIVO en het RIZA werd een onderzoek uitgevoerd naar het voorkomen van PCB's in het Ned. aquatische milieu. Doel was een indruk te verkrijgen van het verspreidingspatroon van PCB's in het aquatische milieu en na te gaan of er een relatie bestaat tussen de verschillende milieu- compartimenten, te weten water, sediment en organismen. In dit rapport zijn de resultaten beschreven van het sediment- en zwevend slib-onderzoek dat door het RIV is uitgevoerd. Sediment- en zwevend slib-monsters werden geanalyseerd m.b.v. capillaire gaschromatografie met elektroneninvangdetector. I.h.a. waren de gehalten in de sedimentmonsters hoger dan in de zwevend slib- monsters. De hoogste gehalten werden aangetoond in sedimentmonsters afkomstig uit Boven Merwede en het Haringvliet. Geen duidelijk verband werd aangetoond tussen de gehalten aan PCB's (som van 23 isomeren) en de fys.bestanddelen van de onderz. sediment- en zwevend slib-monsters. De isomeerpatronen van PCB's in sediment en zwevend slib van Lobith en H.Diep vertoonden een positief verband.Abstract not availableDGMH/BW

    Mobility of DNOC, dinoseb and dinoseb acetate in soil columns

    No full text
    De mobiliteit van DNOC, dinoseb en dinoseb-acetaat werd met behulp van korte grondkolommen onder laboratoriumomstandigheden in drie grondsoorten bepaald. Bij een grondkolomlengte van 30 cm en een percolatiesnelheid van 20 mm/dag bleek na 5 dagen dat het grootste gedeelte van de teruggevonden DNOC, dinoseb en dinoseb-acetaat zich boven in de grondkolom bevond. Er trad geen uitspoeling op. Uit de tevens bepaalde adsorptiecoefficienten bleek dat de stoffen sterker adsorberen aan veen dan aan klei en zand.Abstract not availableDGMH/BW

    Plasma-pentachlorophenol concentrations in a representative sample of the Utrecht population

    No full text
    De pentachloorfenol-concentratie (PCP) en de 2,3,4,6-tetrachloorfenol- concentratie (TCP) in bloedplasma van 62 vrouwelijke en 63 mannelijke vrijwilligers uit de Utrechtse bevolking zijn gemeten. De mediane plasma PCP-concentratie bedroeg 12,0 mug l-1 met een spreiding van 1,1-83 mug l-1. Voor 2,3,4,6-TCP bedroeg de mediaan <1,0 mug l-1 met een spreiding van <1,0-33 mug l-1. De PCP-concentraties in plasma van vrouwelijke en mannelijke vrijwilligers bleken niet significant van elkaar te verschillen. Deze waarden verschillen niet met de resultaten van na 1980 verricht onderzoek maar zijn lager dan van onderzoek van voor 1980. In het onderzoek is tevens aandacht besteed aan de invloed van verschillende wijzen van bemonstering op de PCP-concentratie. De wijze van bemonstering bleek niet van invloed te zijn op de PCP- concentratie. Wel trad een afname van de PCP-concentratie in het plasma op indien het plasma langer dan 2 dagen werd bewaard alvorens tot extractie werd overgegaan.Abstract not availableHIMHGH

    Alkyl trichloroacetates as retention standards upon use of an electroncapture detector or halogen-specific detectors

    No full text
    In dit verslag wordt het gebruik beschreven van een homologe serie n- alkyl- trichlooracetaten (ATCA) als zelfstandige retentiestandaard. Er blijkt een eenvoudig additief verband te bestaan tussen ATCA-indices en Kovats-indices. Onder de beschreven gaschromatografische omstandigheden bedraagt de piek- breedte op halve hoogte ca. 2,8 indexeenheden (IE). De gemiddelde standaard- afwijking voor PCB- componenten bedraagt ca. 0,29 IE, zodat het discriminerend vermogen van het indexsysteem toereikend is. ATCA zijn eenvoudig te synthetiseren. Een voorschrift wordt gegeven in de bijlage. ATCA lenen zich uitstekend voor gebruik van een elektroneninvangdetector. De gevoeligheid bedraagt ca. 40% van die van dieldrin, zodat het aantonen van picogram hoeveelheden mogelijk is. De gepresenteerde resultaten zijn verkregen door externe calibratie, de standaardprocedure bij de analyse van biologische- en milieumonsters. Waar interne calibratie mogelijk is, zal de nauwkeurigheid waarmee retentie-indices bepaald kunnen worden verbeterd kunnen worden.Abstract not availableDGM
    corecore