938 research outputs found
Antithrombin activity of a polyelectrolyte synthesized from cis-1,4-polyisoprene
A polyelectrolyte synthesized from cis-1,4-polyisoprene, containing aminosulfonate and carboxylate groups was shown to have an anticoagulant activity of about 1/30 compared with heparin. Because the substance prevents the coagulation of plasma in the presence of thrombin it is assumed that it acts as an antithrombin
Reliable online social network data collection
Large quantities of information are shared through online social networks, making them attractive sources of data for social network research. When studying the usage of online social networks, these data may not describe properly users’ behaviours. For instance, the data collected often include content shared by the users only, or content accessible to the researchers, hence obfuscating a large amount of data that would help understanding users’ behaviours and privacy concerns. Moreover, the data collection methods employed in experiments may also have an effect on data reliability when participants self-report inacurrate information or are observed while using a simulated application. Understanding the effects of these collection methods on data reliability is paramount for the study of social networks; for understanding user behaviour; for designing socially-aware applications and services; and for mining data collected from such social networks and applications. This chapter reviews previous research which has looked at social network data collection and user behaviour in these networks. We highlight shortcomings in the methods used in these studies, and introduce our own methodology and user study based on the Experience Sampling Method; we claim our methodology leads to the collection of more reliable data by capturing both those data which are shared and not shared. We conclude with suggestions for collecting and mining data from online social networks.Postprin
Effects of different land use on soil hydraulic properties
Non-Peer ReviewedAn understanding of hydraulic properties of surface soils is needed for sound soil management because it determines the partition of rainfall and snow melt into runoff or soil water storage. The purpose of this study was to evaluate the effects of three land uses (native grassland, brome grassland and cultivated land) on soil physical properties. For each land use, water infiltration rates were measured with a tension infiltrometer at 3, 7, 15, and 22 cm water tensions. Total porosity and macro porosity were determined and hydraulic properties were estimated. The highest total porosity and macro porosity were observed in native grassland while cultivation had significantly reduced macro porosity. At 15 and 22 cm tensions native grassland had significantly lower infiltration rates than cultivated fields while brome grassland had
intermediate infiltration rates. Surface soil hydraulic properties differ markedly among land uses, with grasslands having higher saturated hydraulic conductivity. The observations indicate that cultivated soils have lower macroporosity than grassland soils and, therefore, lower infiltration of rain and increased potential for runoff. In contrast, cultivated soils are able to absorb more rainfall and snow melt under
unsaturated conditions. Land use changes may alter the water balance of the area by changing the amount of surface runoff and therefore, any changes in existing land use must be done cautiously
Combined stability and electro-magnetic transients simulation of offshore wind power connected through multi-terminal VSC-HVDC
Offshore wind energy has a high potential especially in Northern-Europe. Future wind power plants may be situated further from the shore and therefore a high-voltage direct current connection based on voltage sourced converters is most suitable for grid integration. Connection utilization can be improved by interconnecting several wind power plants leading to multiterminal schemes. This paper describes a modeling approach that facilitates the incorporation of such (offshore) dc-systems into transient stability simulations. It enables the possibility to use a different simulation approach for each side of the converters, i.e. to represent the acside by complex phasors and the dc-side by electro-magnetic transients. Coupling between the ac and dc-sides is obtained by the active power balance. To study the interaction between the multi-terminal scheme and the onshore network an illustrative test-network has been taken. A chopper-controlled braking resistor that protects the dc-circuit against overvoltages has been included and is expressed as a variable resistance. Methods to distribute the wind power among the onshore converters are explored and operation without a supervisory dispatch controller has been studied
Lab design and implementation of MAS-based active network
The introduction of distributed generation (DG) in ever increasing amounts into the existing electrical infrastructure challenges network operators in the way they manage the network. These DGs are often controllable but far from the present day control rooms. With the amount of generators increasing very fast, so will the number of sensors and actuators, growing to numbers way too large to handle in a single control room by human intervention. As the networks are changing from passive to active, more and more the need for automation arises. To accommodate this need the network can be divided into cells of which the borders are created naturally at places where the power flow over that border can be controlled. The cells are capable of managing tasks like protection, voltage and power control autonomously. If more power is needed they can exchange this with neighboring cells and in the worse case they can be completely decoupled from neighboring cells to ensure stability or to be operated in island mode
Geen gezonde bij zonder angel
In deze scriptie staat de vraag centraal naar de betekenis van de vermaning uit Hebreeën (Bijbelboek) 6,4-6 en hoe een dergelijke vermaning homiletische waarde kan krijgen voor de verkondiging van het Evangelie in onze huidige cultuur.
In 6,4-6 zien we een voor alle Hebreeën klemmende aansporing tot standvastigheid en noodzaak om toe te nemen in de geloofskennis. Deze vermaning staat enerzijds in de context van de verhevenheid en volmaaktheid van Christus en anderzijds in die van de geestelijke schraalheid van de hoorders. Afval veroorzaakt echter een dermate grote schade, dat het noodzakelijk is om de gelovigen aan te sporen tot volharding. De dreigende onmogelijkheid van bekering na afval is de uiterste en negatieve spits van een vermaning tot volharding die klinkt om traag geworden gelovigen wakker te schudden en aan te sporen tot geestelijke volwassenheid door middel van een aangescherpt appel.
Het valt op dat iedere tijd een eigen kleur geeft aan de interpretatie van 6,4-6. Daarbij komt steeds een ander accent te liggen op een specifiek onderdeel uit de vermaning: hetzij de vraag of de vijf typeringen kenmerken zijn van ware gelovigen of van schijngelovigen (Puritanisme, Nadere Reformatie), hetzij op de onmogelijkheid van een vernieuwing tot bekering bij afval (Vroege Kerk, Reformatie).
In homiletische studies neemt de bezinning op de vermaning als zodanig in veel gevallen een bescheiden plaats in. Dat geldt in nog sterkere mate voor de specifieke vermaning in het licht van dreigende (geloofs)afval. Wel komt meer dan eens het belang aan de orde dat in de prediking beide aspecten van de paraklesis bij elkaar worden gehouden: vermaning én vertroosting.
Niet alleen homiletische studies moeten worden gezien in het licht van de eigen maatschappelijke en kerkelijke achtergrond, dat geldt niet minder de prediking. Daarbij is in onze tijd een dreigende terugval tot hetzij a-religiositeit, hetzij tot het aanhangen van allerlei andere vormen van religiositeit en spiritualiteit, een reële mogelijkheid. Kan Hebreeën worden gezien als één lange oproep om te volharden in het geloof, gelet op de voortgaande secularisatie in het Westen is de thematiek van de brief daarmee uitermate in rapport te brengen met onze tijd. Zo zal ook nu de gemeente voortdurend de weg van volhardende gehoorzaamheid moeten worden gewezen.
Gelet op Hebreeën is er geen enkele reden om de vermaning als aansporing tot volharding in mindering te brengen op die van de vermaning tot zelfbeproeving, zoals dat in de praktijk van de prediking wel voorkomt. Geestelijke verachtering en verwaarlozing van de genademiddelen zijn echter de eerste stappen op weg naar algehele afval, met afschuwelijke consequenties. De waarschuwing daartoe moet daarom vrijmoedig en op tijd en wijze klinken uit liefde tot God en de naasten. Deze vermaning mag echter nooit los functioneren, maar samen opgaan met bemoediging en vertroosting. De vermaning in de prediking dient derhalve tot opbouw van de gelovige en is daarmee tot eer van God. De vermaning is daarom niet alleen noodzakelijk, maar ook vruchtbaar om te volharden. Een gezonde bij heeft een angel, zodat hij zoete honing kan maken
- …