Implementatie van de EG milieuaansprakelijkheids-richtlijn in Nederland

De Europese milieuaansprakelijkheidsrichtlijn moet op grond van artikel 19 uiterlijk op 30 april 2007 in het Nederlands recht zijn geïncorporeerd. Mede in het licht van de meer specifieke bijdragen in het onderhavige themanummer richt dit artikel zich op een aantal centrale implementatievragen. Zoeken wij een verankering in het civiele recht en/of het administratieve recht? Hoe verhoudt de inhoud van de richtlijn zich in algemene zin tot de opbouw van de bestaande Nederlandse milieuwetgeving? Moeten we bij de specifieke milieuwetgeving aansluiten of is een afzonderlijke, meer algemene, regeling wenselijk? Wie moet in het licht van al deze vragen als bevoegd gezag worden aangewezen? Onder meer in het licht van de algemene, zorgplichtachtige verplichtingen die de richtlijn bevat, komen de auteurs tot de conclusie dat er goede argumenten zijn om te komen tot een algemene regeling van de materie in hoofdstuk 1 van de Wet milieubeheer en - parallel daaraan - een algemene regeling in de natuurbeschermingswetgeving. Daartoe zou een enkele jaren geleden ontwikkeld concept-wetsvoorstel inzake de codificatie van milieurechtelijke beginselen in aangepaste vorm nieuw leven ingeblazen kunnen worden.

Fecal calprotectin is a reliable marker of endoscopic response to vedolizumab therapy: A simple algorithm for clinical practice

Background and Aim: The association of fecal calprotectin (FC) and endoscopic response in inflammatory bowel disease patients during vedolizumab (VDZ) treatment is largely unknown. The aim of this study is to assess the diagnostic value of FC to predict endoscopic respo

Relativistic mean-field study of neutron-rich nuclei

A relativistic mean-field model is used to study the ground-state properties of neutron-rich nuclei. Nonlinear isoscalar-isovector terms, unconstrained by present day phenomenology, are added to the model Lagrangian in order to modify the poorly known density dependence of the symmetry energy. These new terms soften the symmetry energy and reshape the theoretical neutron drip line without compromising the agreement with existing ground-state information. A strong correlation between the neutron radius of 208Pb and the binding energy of valence orbitals is found: the smaller the neutron radius of 208Pb, the weaker the binding energy of the last occupied neutron orbital. Thus, models with the softest symmetry energy are the first ones to drip neutrons. Further, in anticipation of the upcoming one-percent measurement of the neutron radius of 208Pb at the Thomas Jefferson Laboratory, a close relationship between the neutron radius of 208Pb and neutron radii of elements of relevance to atomic parity-violating experiments is established.Comment: 14 pages, 5 figure