Early detection and prevention of adolescent alcohol use:Parenting and psychosocial factors

Alcoholgebruik door adolescenten is een belangrijk maatschappelijk gezondheidsprobleem geworden tijdens het afgelopen decennium. Dit alcoholgebruik hangt samen met verschillende andere problemen, mede daarom is het belangrijk om jongeren met een verhoogd risico op te sporen, als beginpunt voor interventies. Het hoofddoel van dit proefschrift is het opsporen van determinanten voor alcoholgebruik door adolescenten. Ook wordt er gekeken naar determinanten voor cumulatie van riskante gezondheidsgedragingen. Het in dit proefschrift beschreven onderzoek maakt onderdeel uit van de TRAILS (TRacking Adolescents’ Individual Lives Survey) studie. TRAILS is een grootschalig prospectief cohortonderzoek naar de psychische, sociale en lichamelijke ontwikkeling van kinderen op weg naar volwassenheid. Het TRAILS-onderzoek is gestart in 2001 toen de kinderen 10-12 jaar oud waren. De resultaten zoals beschreven in dit proefschrift laten zien dat opvoeding een determinant is voor alcoholgebruik door adolescenten. Daarnaast blijken zelfcontrole, agressief gedrag, alcoholgebruik door vrienden en verschillende sociaal demografische kenmerken voorspellend te zijn. Een lage mate van zelfcontrole verhoogt niet het risico op alcoholgebruik, maar wel op alcoholmisbruik en op cumulatie van riskante gezondheidsgedragingen. Alhoewel sommige aspecten van de opvoedingsstijl van ouders ook alcoholgebruik van de jongere voorspellen, zijn de effecten klein. De resultaten laten zien dat in toekomstig onderzoek naar determinanten van alcoholgebruik door adolescenten een onderscheid gemaakt moet worden tussen specifieke patronen van alcoholgebruik, en dat moet worden gekeken naar de samenhang met andere vormen van gezondheidsgedrag. Dit geldt eveneens voor de ontwikkelen van preventieve interventie programma’s. Verdere versterking van de samenwerking tussen scholen en jeugdgezondheidszorg kan de effectiviteit van deze programma’s vergroten

Keuzeprocessen in de ouderenzorg: een verkennend onderzoek

Dit rapport beschrijft de resultaten van een verkennende kwalitatieve studie naar de wijze waarop het keuzeproces voor intramurale zorg verloopt. De aanleiding van dit onderzoek zijn de vele veranderingen die plaatsvinden binnen de ouderenzorg: de zorg verandert van aanbodgericht naar vraaggestuurd, er is een zwaardere indicatie nodig dan voorheen voor intramurale zorg en de vraag naar zwaardere zorg zal toenemen door de vergrijzing. Deze veranderingen hebben gevolgen voor het keuzeproces ten aanzien van intramurale zorg. Dit leidt ertoe dat managers van zorginstellingen op een andere wijze hun marketing- en communicatiebeleid richting stakeholders vorm en inhoud moeten geven. Door middel van semi-gestructureerde interviews onder verschillende stakeholders (n=24) in de provincies Friesland, Groningen en Drenthe is inzicht verkregen in de partijen die betrokken zijn bij dit keuzeproces, de bronnen die worden geraadpleegd voor informatie en de criteria die een rol spelen bij de keuze. Voor deze drie thema’s is er geanalyseerd welke patronen er aanwezig waren in de reacties van alle respondenten. Uit het onderzoek blijkt dat bij het besluit of een cliënt al dan niet opgenomen zal worden de volgende partijen betrokken zijn: de cliënt, de eventuele partner in samenspraak met de familie, de familie, de medewerkers van de thuiszorgorganisatie, de huisarts en de casemanager in geval er een casemanager betrokken is bij de cliënt. In de keuze in welke verpleeginstelling de cliënt zal worden opgenomen spelen de drie eerst genoemde partijen een belangrijke rol, waarbij de uiteindelijke keuze veelal wordt gedaan door de familie. Daarnaast blijkt dat internet, en dan met name de website van de verpleeginstelling, een veel geraadpleegde bron voor informatie is. Tevens blijkt dat een beperkte afstand tot het huidige woonadres dan wel tot familie een erg belangrijk criterium voor de keuze is. Daarnaast kunnen positieve ervaringen van anderen en/of eigen bekendheid met de instelling, een huiselijke sfeer en een positieve bejegening belangrijke criteria zijn. Zorginstellingen zouden zich in de marketingcommunicatie moeten richten op de familie, en dan met name op de kinderen van de cliënt. Daarnaast zouden ze positieve ervaringen van cliënten/familie op de website van de betreffende zorginstelling kunnen plaatsen. Tevens zouden zorginstellingen zich zoveel mogelijk bekend moeten maken onder verschillende partijen, waaronder de cliënt/familie en de huisarts en zouden ze zich meer van elkaar moeten onderscheiden

Keuzeproces ouderenzorg

Door wijzigingen in het stelsel van ouderenzorg wonen ouderen langer thuis. Dit heeft gevolgen voor de wijze waarop de keuze voor een verpleeghuisinstelling wordt gemaakt. Veel ouderen zullen zelf cognitief niet meer (of beperkt) in staat zijn deze keuze te maken

Выставки. Конференции·

Background: Given the negative consequences of early alcohol use for health and social functioning, it is essential to detect children at risk of early drinking. The aim of this study is to determine predictors of early alcohol use that can easily be detected in Preventive Child Healthcare (PCH). Methods: We obtained data from the first two waves on 1261 Dutch adolescents who participated in TRAILS (TRacking Adolescents’ Individual Lives Survey) at ages 10–14 years and from the PCH records regarding ages 4–10 years. Early adolescence alcohol use (age 10–14 years) was defined as alcohol use at least once at ages 10–12 years (wave 1) and at least once in the previous 4 weeks at ages 12–14 years (wave 2). Predictors of early alcohol use concerned parent and teacher reports at wave 1 and PCH registrations, regarding the child’s psychosocial functioning, and parental and socio-demographic characteristics. Results: A total of 17.2% of the adolescents reported early alcohol use. Predictors of early alcohol use were teacher-reported aggressive behaviour [odds ratios (OR); 95% confidence interval (CI): 1.86; 1.11–3.11], being a boy (OR 1.80, 95%-CI 1.31–2.56), being a non-immigrant (OR 2.31, 95%CI 1.05–5.09), and low and middle educational level of the father (OR 1.71, 95%CI 1.12–2.62 and OR 1.77, 95%CI 1.16–2.70, respectively), mutually adjusted. Conclusion: A limited set of factors was predictive for early alcohol use. Use of this set may improve the detection of early adolescence alcohol use in PCH