Waardering van de site Bergstraat te Oud-Turnhout (Oud-Turnhout, provincie Antwerpen) in het kader van een eventuele toekomstige bescherming

Dit rapport is de neerslag van de archeologische waardering van de site Bergstraat die plaats vond in de zomer van 2008 in het natuurgebied De Liereman te Oud-Turnhout. Naast de waardering van deze oppervlakte site zelf, in functie van een eventuele toekomstige bescherming als archeologische site, behoorde ook het evalueren van de relatie met de site Arendonk Korhaan tot de doelstelling van de studieopdracht. Met het oog op de afbakening van de site werd nagegaan in hoeverre Oud-Turnhout Bergstraat en Arendonk Korhaan beschouwd en beschermd konden worden als één groot sitecomplex. De methode om deze doelstellingen te bereiken omvatte een landschappelijke kartering, een archeologische kartering met behulp van een booronderzoek en het graven van proefputten om de stratigrafische positie en bewaring van de artefacten en hun ruimtelijk verband na te gaan. Alle steekproeven op de rug langs de zuidrand van De Liereman leverden archeologische sites op in goed bewaarde bodems. Meestal is er een podzolbodem aanwezig met hierin artefactconcentraties, maar op verschillende locaties werden bovendien Federmesserartefacten uit een Usselobodem gerecupereerd. Dit is het geval in zone 2, langs de Bergstraat en in zone 4, op de Korhaan. Samen met het feit dat ze zich op dezelfde landschappelijke eenheid bevinden, is de aanwezigheid van artefactconcentraties voldoende continu om deze zones als deel van hetzelfde uitgestrekt sitecomplex te beschouwen. Hiermee loopt het gekende sitescomplex te Arendonk Korhaan tot ver over de site Oud-Turnhout Bergstraat door, waarbij de totale lengte minstens 3km bedraagt. Om naamsverwarring tussen sites en gemeenten te vermijden stellen de auteurs voor om het volledige sitecomplex eenvoudig als De Liereman te benoemen. De bewaring van finaalpaleolithicum in een begraven Usselobodem, en in het bijzonder de gestratifieerde context in zone 4, is momenteel uniek in de regio en biedt uitzonderlijke mogelijkheden voor verder onderzoek. Het hiermee geassocieerde veenpakket vult dit potentieel verder aan wat betreft paleoecologie, terwijl de site ook veel te bieden heeft voor geomorfologisch onderzoek van deze laatglaciale ruggen. Het complex bevindt zich bovendien in een ruimer prehistorisch landschap, waarbij het onderzoek in de noordelijke zone 5 een inzicht in de aanwezigheid van het middenpaleolithicum biedt. Dit uitzonderlijk grote, rijke en goed bewaarde sitecomplex verdient volgens dit rapport niet enkel een bescherming met aangepast beheer, maar ook verder onderzoek. De hier beschreven waarnemingen roepen tal van onderzoeksvragen op die het wetenschappelijke potentieel van de site bevestigen

Fluxys tracé Weelde - Oud-Turnhout (gem. Ravels en Oud-Turnhout)

Dit rapport werd ingediend bij het agentschap samen met een aantal afzonderlijke digitale bijlagen. Een aantal van deze bijlagen zijn niet inbegrepen in dit pdf document en zijn niet online beschikbaar. Sommige bijlagen (grondplannen, fotos, spoorbeschrijvingen, enz.) kunnen van belang zijn voor een betere lezing en interpretatie van dit rapport. Indien u deze bijlagen wenst te raadplegen kan u daarvoor contact opnemen met: [email protected]

Establishing a chronology for landscape evolution around a Final Palaeolithic site at Arendonk-Korhaan (NE Belgium): first results from OSL dating

Optically stimulated luminescence (OSL) dating was applied to constrain the timing of aeolian activity and surface stability around the Final Palaeolithic site at Arendonk-Korhaan. The sequence under investigation consists of coversands and an intercalated bleached horizon, which is thought to represent the Usselo Soil of Allerod age. This horizon contains a concentration of lithics that can be attributed to the Final Palaeolithic Federmesser culture. All samples show satisfactory luminescence characteristics. While the equivalent doses and dose rates show an unexpected spread, the resulting optical ages are internally consistent and in agreement with geological and archaeological expectations. The coversands under- and overlying the bleached horizon are dated at 14.2 +/- 1.1 ka (n = 5) and 11.7 +/- 0.9 ka (n = 2), respectively; the horizon itself yields an age of 14.1 +/- 1.3 ka. As such, the results allow distinguishing two discrete phases of aeolian deposition, and they confirm that the intercalated bleached horizon represents the Usselo Soil of Allerod age. It is concluded that, throughout the Late Glacial, the site was only fit for human occupation during the milder climatic and environmental conditions of the Allerod stage

Nucleotide Sequence and X-ray Structure of Cyclodextrin Glycosyltransferase from Bacillus circulans Strain 251 in a Maltose-dependent Crystal Form

The cyclodextrin glycosyltransferase (CGTase, EC 2.4.1.19) gene from Bacillus circulans strain 251 was cloned and sequenced. It was found to code for a mature protein of 686 amino acid residues, showing 75% identity to the CGTase from B. circulans strain 8. The X-ray structure of the CGTase was elucidated in a maltodextrin-dependent crystal form and refined against X-ray diffraction data to 2.0 Å resolution. The structure of the enzyme is nearly identical to the CGTase from B. circulans strain 8. Three maltose binding sites are observed at the protein surface, two in domain E and one in domain C. The maltose-dependence of CGTase crystallization can be ascribed to the proximity of two of the maltose binding sites to intermolecular crystal contacts. The maltose molecules bound in the E domain interact with several residues implicated in a raw starch binding motif conserved among a diverse group of starch converting enzymes

River Landscapes in the Dijle Catchment: From Natural to Anthropogenic Meandering Rivers

Belgium and the Grand-Duchy of Luxembourg show surprising geological diversity over their small combined area of 33,114 km2. Almost all types of sedimentary rocks crop out and are generally preserved along well-described and easily accessible sections or in quarries. Several sections are known worldwide and are visited for stratigraphic or sedimentological purposes. Magmatic rocks are not abundant and metamorphic rocks are restricted to slates. The stratigraphic scale ranges from the Cambrian to the Quaternary, which translates to a half billion years of Earth history. This chapter provides a comprehensive overview of the different stratigraphic units, starting from the oldest and ending with the youngest. Modern stratigraphic schemes highlight formations’ geometries and interrelations. Some of the most remarkable units are further detailed. The two orogenic phases that shaped the Lower Paleozoic inliers and the Devonian-Carboniferous faulted and folded belt, i.e. the Caledonian and Variscan orogeny, are also addressed