20 research outputs found

    Vulnerable responsibility

    Get PDF
    The authors have developed the ethical imagination inviting a sense of “otherness” towards the vulnerable self, rebounding care for the other as a way to understand our everyday neurotic (normal) tendency of small vices as the propensity and possibility for responsibility towards the other. The authors, inviting the reader into troublesome feelings such as laziness and anger, bring a Levinasian horizon into focus, so that even in the midst of laziness, there remains the small goodness to set the self free to care for the other, meeting the demands, challenges, hesitation, shuddering, tension and shocks of such alterity, of living “otherwise”

    Die bydrae van ’n haalbare gasvryheids- en ontmoetingsetiek in die etiese versorging van gesondheidsorgwerkers

    Get PDF
    Published ArticleThe authors of this study advocate for the contribution a double ethic of hospitality and engagement can make towards the ethical care of healthcare workers. Their contribution is based on two studies in healthcare. The South African case outlines challenges with regard to resources, communication and expectations. The Belgium case study draws attention to the traditional approach and suggests a new paradigm, namely to respect the patient as subject and therefore the importance of meeting the patient in his/her situation. Both cases sensitise the reader to the ethical vulnerability of the healthcare worker suggesting that a double ethic of hospitality and engagement is needed to address this challenge. The question of ethical coaching is addressed via a real life example in which the healthcare workers are placed in a simulation laboratory and then treated as “patients” by other healthcare workers. This simulation gives insight into the real needs of patients and how healthcare workers should care for them

    De Vergeten Kinderen

    No full text
    Opiniebijdragestatus: publishe

    Zorg. Een wijsgerig- en theologisch-ethisch grondslagenonderzoek met toepassing op de zorg voor suĂŻcidale ouderen

    No full text
    Zorgethiek maakt als (relatief) nieuw perspectief dat de waarden van zor g, verbondenheid, aandacht en vertrouwen in het brandpunt van het ethisc he reflectieproces plaatst, vooral opgang in de gezondheidszorg. Toch ka n zorgethiek uitgerekend hier rekenen op flink wat kritiek. De notie zo rg is goed voor een groot deel van deze kritiek. Critici wijzen erop da t zorg bijzonder vaag en ambigu is. Zo zou onvoldoende duidelijk z ijn wat het concept zorg als uitgangspunt van een ethische benadering inhoudt, wat de waarde van zorg is en hoe belangrijk die waarde is ten o pzichte van andere waarden. Wanneer onduidelijk is wat we onder goede zorg verstaan en hoe we via zorg menselijk gedrag kunnen evalueren en ve rvolgens laten evolueren in het licht van menswaardigheid het doel van ethiek kan er volgens deze critici amper sprake zijn van een zorgeth iek . In een poging om aan deze fundamentele kritiek tegemoet te komen, ondernemen we in dit proefschrift een wijsgerig- en theologisch-ethisch grondslagenonderzoek van zorg. Het proefschrift is daartoe opgebouwd uit drie delen. In het eerste dee l staat de vraag centraal Wat is het algemeen karakter van zorg? . Het eerste hoofdstuk is een verkenning van het verschijnsel zorg in het mens elijke bestaan. Zorg is in de eerste plaats een alom aanwezig bestanddee l van het dagelijkse bestaan dat typisch is voor mensen. Pas vanuit deze brede betekenis leggen we het verband met ethiek. Aan de hand van een conceptanalyse komen we uit op vier definiërende kenmerken van zorg: zorg in de tweeledige structuur van zorg-voor-anderen en zorg-voor-zic hzelf is een fundamentele bestaanswijze, maar meteen ook een ethische opgave (1); zorg is een praktijk waarin houding en activiteit samengaan (2); zorg is wederkerig (3); en zorg is tevens een belangrijke zingever in ons bestaan (4). In het tweede hoofdstuk gaan we na in hoeverre de b rede betekenis van zorg die we in het eerste hoofdstuk op het spoor zij n gekomen, een ethiek van de zorg voorbereidt. We bespreken drie auteu rs die zorg als uitgangspunt nemen van een ethisch perspectief dat ook zorgethiek is gaan heten. Deze zorgethiek neemt haar aanvang in het wer k van Carol Gilligan die vanuit het concept zorg een vrouwelijke moraal ontwikkelt, die gekenmerkt wordt door contextualiteit en gerelationeer dheid. Daarna brengen we de zorgethiek van Joan Tronto aan bod. Tronto k oppelt de morele gerichtheid op zorg los van vrouwen en werkt zorg uit a ls een centrale morele waarde die als basis kan dienen voor de goede sa menleving . Stan Van Hooft de derde auteur die we bespreken werkt ve eleer een filosofisch-ethisch model uit dat berust op deep caring , een ontologische structuur van het morele handelen. Op het einde van dit tw eede hoofdstuk brengen we de kritiek op zorg als uitgangspunt van een et hisch perspectief aan bod. Deze kritiek stelt dat het concept zorg naa r een emotie verwijst die moet worden aangevuld met universele ethische normen en principes, zoniet mist zorgethiek normativiteit. In het derde hoofdstuk proberen we deze kritiek van antwoord te dienen door zorg te e nten op de Aristotelische deugdethiek. Zorg als deugd verklaart niet all een hoe mensen door opvoeding en oefening zorgzame mensen worden, maar ook hoe zorg een morele sensibiliteit is waarin aanvoelen en inzicht sa mengaan. Een deugd is een karakterhouding die het deugdelijk gedrag betr eft op basis van voelen én denken. Een deugdelijke actor voelt juist e n denkt juist ; zorg als deugd reduceert zorg niet tot een emotie. Zorg als deugd is echter nog niet voldoende om de vaagheid omtrent de no rmativiteit van zorg op te helderen. De vraag naar een normatieve gronds lag van zorg betreft de vraag naar wat het menselijk wenselijke is. Omda t deze vraag zelf op een relatie wijst wenselijk volgens wie en ten o pzichte van wat of wie? zal de normatieve structuur van zorg steeds betrekking hebben op de relatie tussen de zorgverlener en het object va n zorg (diegene of datgene waarop de zorg zich richt). In de zorgverleni ng gaat het om een relatie tussen mensen. Dit betekent dat de normatieve grondslag van zorg in het domein van de gezondheidszorg voornamelijk wo rdt uitgemaakt door een bepaalde antropologie, door een specifiek mensbe eld. In het tweede deel van dit proefschrift stellen we ons de vraag Wa t is het normatief karakter van zorg? en stellen we ons tot doel om een relationele antropologie die onderliggend is aan de zorg-ethische benad ering, expliciet uit te werken en te verbinden met de wijsgerig-theologi sche inzichten van het Leuvense personalisme. Daartoe werken we in het v ierde hoofdstuk de antropologie van het Leuvense personalisme uit als gr ondslag voor zorg. Door ons te baseren op Louis Janssens grondlegger v an het Leuvense personalisme en de verankering van zijn persoonsbegrip in het Scholastieke denken van Thomas van Aquino, leren we dat de mens wezenlijk relationeel is van aard. Persoon-zijn betekent persoon-worden en is een intersubjectief gebeuren. Zorg wordt geduid binnen deze wezenl ijke intersubjectiviteit. Dit laat ons toe om in het vijfde hoofdstuk te verduidelijken wat we onder goede zorg kunnen verstaan. Zorg verschij nt als goede zorg wanneer deze gericht is op de capaciteiten en vermog ens van personen en op de ontplooiing ervan. Meer specifiek wordt goede zorg geduid als de verantwoordelijkheid die de zorgverlener neemt voor de verantwoordelijkheid die de zorgontvanger opneemt voor zichzelf en in de mate van het mogelijke voor anderen (cf. Burggraeve). In het derde deel van dit proefschrift wordt nagegaan of zorg als normatief concept nam elijk door haar personalistische grondslag oriëntaties biedt voor de klinische praktijk en hoe ze dit kan doen. De vraag waar we ons dus in dit deel op concentreren, luidt: Is zorg als normatief concept hanteerb aar bij de evaluatie van de klinische praktijk? . Om deze vraag te beant woorden, richten we ons bij wijze van casus concreet op de problem atiek van zelfdoding bij ouderen (75+). Onderzoek heeft aangetoond dat z elfdoding bij voornamelijk mannen van 75 jaar en ouder een ernstig maar onderschat probleem vormt in vele Westerse landen, waaronder niet in het minst België. In het zesde hoofdstuk zoomen we in op de epidemiologisch e aspecten van zelfdodingsgedrag bij ouderen, en pogen we om een beeld t e vormen van de factoren die dit gedrag kunnen verklaren. Zelfdoding is vaak het resultaat van het gelijktijdig voorkomen van factoren die perma nent onderliggend aanwezig zijn (zoals bijvoorbeeld bepaalde persoonlijk heidskenmerken) en van toestandsgebonden factoren, waaronder voornamelij k depressie, verlieservaringen, gebrek aan sociale steun en/of lichameli jke aandoeningen. Bij zelfdoding spelen echter niet alleen verschillende factoren, maar ook een veelheid aan intenties en motieven bij de persoo n zelf. Met het oog op het uittekenen van goede zorg voor suïcidale oude ren die altijd ontoereikend blijft wanneer we zelfdoding bij ouderen n iet (beter) begrijpen pogen we in het zevende hoofdstuk een aantal bel angrijke intuïties te verhelderen die er mede toe leiden dat sommige oud eren hun situatie als ondraaglijk ervaren en tot zelfdoding overgaan. Volgens ons houden deze intuïties voornamelijk verband met onafhankelijk leven, waardigheid en verantwoordelijkheid, zaken die in hun beleving i n het gedrang komen door de ervaringen van het ouder-worden en die hun z elfbesef aantasten. We diepen deze intuïties verder uit en plaatsen ze i n een zorgethisch perspectief. Hiermee wordt het achtste hoofdstuk ingel eid, waar we voorstellen doen die aantonen hoe zorgzaamheid ten aanzien van suïcidale ouderen zich kan vertalen in de klinische praktijk. Aan de hand van het veerkracht-denken maken we inzichtelijk hoe interventies o p het vlak van relaties, zingeving en verantwoordelijkheid van ouderen net die elementen die de personalistische grondslag van zorg uitmaken kunnen doorgroeien in nieuwe levensomstandigheden. Het veerkracht-den ken maakt concreet hoe zorg als normatief concept namelijk zorg als de verantwoordelijkheid voor de verantwoordelijkheid van de ander naar s uïcidale ouderen toe kan worden aangewend.status: publishe

    Response to Commentary (2)

    No full text

    Research Abstract

    No full text

    Care for suicidal older people: current clinical–ethical considerations

    No full text
    This article opens by reviewing the state of the knowledge on the most current worldwide facts about suicide in older people. Next, a number of values that have a role in this problem are considered. Having a clear and current understanding of suicide and of the related self‐held and social values forms the framework for a number of clinical–ethical recommendations for care practice. An important aspect of caring for older people with suicidal tendencies is to determine whether their primary care fosters self‐esteem and affirms their dignity. In addition to providing a timely and appropriate diagnosis and treatment of suicidality, the caregiver is responsible for helping the patient to cope with stressful conditions, and for treating the patient with respect and consideration, thereby supporting the patient's dignity and giving the patient a reason to live. Paying attention to these central points will foster caring contact with suicidal older people

    The sensible health care professional: a care ethical perspective on the role of caregivers in emotionally turbulent practices

    No full text
    This article discusses the challenging context that health care professionals are confronted with, and the impact of this context on their emotional experiences. Care ethics considers emotions as a valuable source of knowledge for good care. Thinking with care ethical theory and looking through a care ethical lens at a practical case example,the authors discern reflective questions that (1) shed light on a care ethical approach toward the role of emotions in care practices, and (2) may be used by practitioners and facilitators for care ethical reflection on similar cases, in the particular and concrete context where issues around emotional experiences arise. The authors emphasize the importance of allowing emotions to exist, to acknowledge them and to not repress them, so that they can serve as a vehicle for ethical behavior in care practices. They stress the difference between acknowledging emotions and expressing them limitlessly. Formational practices and transformational research practices are being proposed to create moral space in care institutions and to support health care professionals to approach the emotionally turbulent practices they encounter in a way that contributes to good care for all those involved.status: publishe
    corecore