21 research outputs found

    Calibreren van 14C-dateringen

    Get PDF

    Dieetreconstructie en herkomstbepaling op basis van de analyse van de stabiele isotopen C en N uit dierlijk en menselijk skeletmateriaal: een eerste verkennend onderzoek op middeleeuwse vondsten uit Vlaanderen

    Get PDF
    Uit de klassieke atoomtheorie weten we dat een atoom bestaat uit een kern, samengesteld uit protonen en neutronen, en een wolk van elektronen. Normaal gezien zijn er evenveel protonen (met een positieve lading) als elektronen (met een negatieve lading) en is het atoom elektrisch neutraal. De chemische eigenschappen van een atoom worden bepaald door het aantal en de energie-inhoud van de elektronen die zich rond de kern bevinden. De kern zelf speelt in de chemische processen geen rol. Koolstof bijvoorbeeld (voorgesteld door het symbool C) bevat 6 elektronen en bijgevolg ook 6 protonen in de kern. Voor één bepaald type atoom kan het aantal neutronen in de kern echter wel veranderen. In de natuur komt koolstof voor met 6 neutronen (in 98,89 % van de gevallen) en een atoommassa van 12 en koolstof met 7 neutronen (in 1,11 % van de gevallen) en een atoommassa van 13. Men noemt deze verschillende vormen van een zelfde atoom isotopen en ze worden gesymboliseerd door hun massa. Dit heeft tot gevolg dat chemisch identieke stoffen toch in hun massa kunnen verschillen

    M & L Jaargang 5/1

    Get PDF
    GeneriekMarc Dubois Gaston Eysselinck en zijn meesterwerk: het Oostendse postgebouw (1945-1953). [Gaston Eysselinck and his masterpiece: the post-office building at Ostend (1945-1953)]Door de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen op nog geen mensenleven tijd eerst verguisd en dan gelauwerd: of hoe architect Gaston Eysselinck met het Oostends Postgebouw (1945-1953) meteen het beste van zijn kunnen gaf. Architect Marc Dubois, een vaste waarde van M&L en zelf lid van de Provinciale Commissie voor Monumenten en Landschappen, doet ons bij wijze van primeur op de kortelings te verschijnen Eysselinck-monografie haarfijn uit de doeken hoe dit monument tot stand kwam.Madeleine Manderyck en Mark Van Strydonck Een toepassing van de radiokoolstofdateringstechniek: het Karbonkelhuis in Antwerpen. [An application of the radio-carbon dating technique: the Karbonkelhuis at Antwerp.]Voor Madeleine Manderyck, Inspecteur bij het Bestuur voor Monumenten en Landschappen, leed de authenticiteit van het Antwerps Karbonkelhuis nimmer twijfel. Haar kunsthistorische analyse van dit uitzonderlijk 16de-eeuwse pand, wordt thans op basis van radiokarboondateringen bevestigd door de Heer Mark Van Strydonck, medewerker van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium.Edgard Goedleven De nieuwe Vlaamse regering en de monument- en lanschapszorg. [The new Flemish government and the care for monuments and landscapes.]De gereputeerde non-profit monumenten en landschappen overleefden niet alleen de Staatshervorming, meer nog: bij de voorbije verkiezingscampagne maakten ze een opgemerkte verschijning in de partijpolitieke programma\u27s. Edgard Goedleven, Adviseur-hoofd van Dienst van het Bestuur voor Monumenten en Landschappen, zet alle standpunten netjes op een rij en borstelt in enkele vegen een beeld van de vernieuwde bevoegdheden en structuren terzake.Johan Sterckx Het Martelaarsplein in Brussel. [The Martelaarsplein in Brussels.]Het classicistische Brusselse Martelaarsplein bleef tot voor kort een onontgonnen terrein voor architectuurhistorici ... De perikelen die tot zijn ontstaan leidden, de overheersende rol van de \u27Brusselse Voet\u27 in Fisco\u27s ontwerp of de herhaalde metamorfoses: dit illustreert architect Johan Sterckx met - in enkele gevallen onuitgegeven - historische documenten.SummaryM&L Binnenkrant en M&L-Inhoudsoverzicht 1981-198

    Fysisch-antropologisch onderzoek van postmiddeleeuwse menselijke skeletten aangetroffen te Oostende (prov. West-Vlaanderen) buiten reguliere begraafplaatsen

    Get PDF
    Bij graafwerken in de Oostendse binnenstad worden regelmatig menselijke skeletten aangetroffen op plaatsen waar nooit een reguliere begraafplaats is geweest. Vlietinck signaleert dit reeds in de late 19de eeuw en brengt deze skeletten in verband met het beleg van Oostende (1601-1604). Indien de in de hierboven beschreven situatie aangetroffen skeletten inderdaad verband houden met het beleg van Oostende - wat moet worden aangetoond - dan vormen deze een bijzonder interessante populatie die niet alleen precies gedateerd is maar bovendien ook met historische bronnen in verband kan worden gebracht. Dit maakt een antropologische studie van dit skeletmateriaal ongemeen boeiend. De door Vlietinck vermelde skeletten zijn echter niet bewaard gebleven. Dit is wel het geval voor het sinds 1994 door het Instituut voor het Archelologisch Patrimonium (IAP) in samenwerking met de stad Oostende op het Mijnplein en op de Visserskaai opgegraven menselijke skeletmateriaal. Dit recent opgegraven materiaal vormt de hoofdbrok van deze bijdrage waarin verder ook enkele menselijke resten opgenomen zijn die bij particuliere bouwwerken in de Wittenonnenstraat nabij de Groentemarkt werden aangetroffen en die na een inbeslagname door het gerecht ter studie werden overgemaakt aan het IAP

    Het archeologisch onderzoek in Raversijde (Oostende) in de periode 1992-2005

    Get PDF
    Raversijde - sinds 1970 deel van de stad Oostende, voordien Middelkerke - gaat terug tot een laatmiddeleeuwse vissersnederzetting met de naam Walraversijde. Deze vissersnederzetting was gesitueerd nabij de huidige grens Middelkerke/Oostende in een zone die zich grotendeels binnen het huidige provinciedomein Raversijde bevindt, maar zich ook nog in belangrijke mate uitstrekt tot op het strand ter hoogte van dit domein.In deze publicatie over archeologisch onderzoek in Raversijde komen de opgravingscampagnes op het grondgebied van het provinciedomein Raversijde uit de periode 1992-1998 uitvoerig aan bod. Daarnaast worden een aantal markante opgravingsresultaten van na 1998 belicht: het muntdepot dat op het einde van 1999 werd aangetroffen, de in 2003 aangesneden zone met begravingen en de in 2005 geïdentificeerde Romeinse dijk.Dit 8ste deel van de Relicta Monografieën behandelt chronologisch de resten en sporen uit de prehistorie, de Romeinse periode, de late middeleeuwen en de vroeg-moderne tijden. Deze publicatie is in de eerste plaats een opgravingsverslag: ze beschrijft, analyseert en interpreteert de belangrijkste sporen samen met een selectie van de aangetroffen mobiele resten en de resultaten van natuurwetenschappelijk onderzoek

    Chronology of wetland hydrological dynamics and the Mesolithic-Neolithic transition along the Lower Scheldt: a Bayesian approach

    No full text
    The Mesolithic-Neolithic transition in the wetland margins of the southern North Sea basin occurred well over a millennium after the transition in neighboring loess regions. This article investigates the possible role of hydrological dynamics in the presence of the last hunter-gatherer-fishermen in these wetland regions. A Bayesian modeling approach is used to integrate stratigraphic information and radiocarbon dates both from accurately datable archaeological remains and key horizons in peat sequences in the Scheldt floodplain of northwestern Belgium. This study tests whether the Swifterbant occupation of the study area was contemporaneous with hiatuses in peat growth caused by organic clastic sedimentation due to increased tidal influences and local groundwater rise. The results suggest that the appearance of this culture followed shortly after the emergence of a brackish tidal mudflat landscape replacing a freshwater marsh

    Was het nu \u2770 of \u2780? Radiokoolstofdateringen voor het castrum te Ename (Oudenaarde, prov. Oost-Vlaanderen).

    Get PDF
    Bij het archeologisch onderzoek van sites, van de getuigen van materiële cultuur of van ecologisch vondstenmateriaal stelt zich steeds de vraag naar een accurate datering van het te bestuderen onderwerp. Daarbij geldt in regel dat hoe jonger het studiemateriaal is, hoe preciezer ook de gewenste datering moet zijn. Een chronologische situering kan bereikt worden door te proberen het bestudeerde te koppelen aan geschreven of iconografische bronnen, indien beschikbaar. Een andere methode omdat de vergelijkende studie met voorwerken, collecties, grondplannen of bouwhistorische elementen waarvan de datering (verondersteld) gekend is. Beide benaderingen houden echter gevaren in. Historische gebeurtenissen die we kennen uit bronnen, kunnen niet altijd eenduidig gekoppeld worden aan archeologische gegevens. Het historisch archief geeft niet altijd uitsluitsel en het archeologisch bewijsmateriaal is vaak ontoereikend. Een vergelijkende studie houdt steeds het gevaar in dat in het verleden fouten omschreven dateringen eindeloos worden herhaald en aldus bevestigd
    corecore