Naar een gesloten mestkringloop in de biologische landbouw

De biologische landbouw in Nederland voert in totaal per saldo netto ruim 500 ton stikstof uit dierlijke mest aan. Dit is 10% van wat de biologische veehouderij produceert Zowel de overheid als de biologische sector wil een 100% gesloten systeem van productie en gebruik van biologische mest realiseren. Daarbij wordt een knelpunt verwacht bij de afstemming tussen vraag en aanbo

Technologie en grondstoffen voor vleesvervangers en hoogwaardige eiwitten

In deze studie is een inventarisatie gemaakt van mogelijke grondstoffen en technologieën voor de productie van duurzame eiwitproducten voor humane voeding; eiwitproducten die ter vervanging van minder duurzame vleesproducten geconsumeerd kunnen worden. De studie is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van LNV, programma duurzame voedselsystemen

Ammoniakemissie uit de landbouw in 1990 en 2005-2008. Achtergrondrapportage

In opdracht van het Planbureau voor de Leefomgeving en de WOT Natuur & Milieu heeft LEI Wageningen UR de definitieve berekening van de ammoniakemissie voor 2007 en een voorlopige berekening voor 2008 uitgevoerd. Daarnaast zijn herberekeningen uitgevoerd voor de jaren 1990 en 2005. Deze rapportage is een verantwoording van de uitgangspunten voor MAMBO en een beschrijving van de resultaten. Voor het jaar 2007 is de ammoniakemissie uit de landbouw (inclusief hobbybedrijven) geschat op 120 mln. kg NH3 en voor het jaar 2008 op 118 mln. kg NH3

Lange termijn opties voor reductie van broeikasgassen uit de Nederlandse landbouw : Een verkenning

The report estimates the technical potential mitigation of greenhouse gas emissions up to 2050 of the whole production chain of Dutch agriculture. The mitigation is positioned in the context of the transition of consumption, energy use, biomass and the circular economy and the improvement of biodiversity

Early onset as a marker for disease severity in facioscapulohumeral muscular dystrophy

Contains fulltext : 202651.pdf (publisher's version ) (Open Access)OBJECTIVE: To assess the relation between age at onset and disease severity in facioscapulohumeral muscular dystrophy (FSHD). METHODS: In this prospective cross-sectional study, we matched adult patients with FSHD with an early disease onset with 2 sex-matched FSHD control groups with a classic onset; the first group was age matched, and the second group was disease duration matched. Genetic characteristics, muscle performance, respiratory functioning, hearing loss, vision loss, epilepsy, educational level, and work status were compared with the 2 control groups. RESULTS: Twenty-eight patients with early-onset FSHD were age (n = 28) or duration (n = 27) matched with classic-onset patients. Patients with early-onset FSHD had more severe muscle weakness (mean FSHD clinical score 11 vs 5 in the age-matched and 9 in the duration-matched group, p < 0.05) and a higher frequency of wheelchair dependency (57%, 0%, and 30%, respectively, p < 0.05). In addition, systemic features were more frequent in early-onset FSHD, most important, hearing loss, decreased respiratory function and spinal deformities. There was no difference in work status. Genetically, the shortest D4Z4 repeat arrays (2-3 units) were found exclusively in the early-onset group, and the largest repeat arrays (8-9 units) were found only in the classic-onset groups. De novo mutations were more frequent in early-onset patients (46% vs 4%). CONCLUSIONS: Patients with early-onset FSHD more often have severe muscle weakness and systemic features. The disease severity is greater than in patients with classic-onset FSHD who are matched for disease duration, suggesting that the progression is faster in early-onset patients

Duurzame landbouw verantwoord : methodologie om de duurzaamheid van de Nederlandse landbouw kwantitatief te meten

Dit werkdocument is een deelresultaat van het overkoepelende project ‘Monitoring duurzame landbouw’ waarin de duurzaamheid van de Nederlandse primaire landbouw wordt gemonitord. De doelstelling voor dit deelproject is het opstellen van de methodologie om de duurzaamheid van de Nederlandse landbouw kwantitatief te meten. Er wordt een methodologisch kader gepresenteerd dat gebruikt is om het onderwerp af te bakenen, het schaalniveau vast te stellen en relevante thema’s en indicatoren te selecteren. Verder worden ‘witte vlekken’ geïdentificeerd, thema’s waarvan de duurzaamheid op dit moment nog niet goed vastgesteld kan worden

Image De-Identification Methods for Clinical Research in the XDS Environment

To investigate possible de-identification methodologies within the Cross-Enterprise Document Sharing for imaging (XDS-I) environment in order to provide strengthened support for image data exchange as part of clinical research projects. De-identification, using anonymization or pseudonymization, is the most common method to perform information removal within DICOM data. However, it is not a standard part of the XDS-I profiles. Different methodologies were observed to define how and where de-identification should take place within an XDS environment used for scientific research. De-identification service can be placed in three locations within the XDS-I framework: 1) within the Document Source, 2) between the Document Source and Document Consumer, and 3) within the Document Consumer. First method has a potential advantage with respect to the exposure of the images to outside systems but has drawbacks with respect to additional hardware and configuration requirements. Second and third method have big concern in exposing original documents with all identifiable data being intact after leaving the Document Source. De-identification within the Document Source has more advantages compared to the other methods. On the contrary, it is less recommended to perform de-identification within the Document Consumer since it has the highest risk of the exposure of patients identity due to the fact that images are exposed without de-identification during the transfers