Confirmatory factor analysis and differential relationships of the two subdomains of negative symptoms in chronically ill psychotic patients

Research suggests a two factor structure for negative symptoms in patients with psychotic disorders: social amotivation (SA) and expressive deficits (ED). Applying this two-factor structure in clinical settings may provide valuable information with regard to outcomes and to target treatments. We aimed to investigate 1) whether the factor structure is also supported in chronically ill patients with a psychotic disorder and 2) what the relationship is between these factors and functioning (overall functioning and living situation), depressive symptoms and quality of life. 1157 Patients with a psychotic disorder and a duration of illness of 5 years or more were included in the analysis (data selected from the Pharmacotherapy Monitoring Outcome Survey; PHAMOUS). A confirmatory factor analysis was performed using items of the Positive and Negative Syndrome Scale that were previously identified to reflect negative symptoms (N1-4, N6, G5, G7, G13, G16). Subsequently, regression analysis was performed on outcomes. The results confirmed the distinction between SA (N2, N4, G16) and ED (N1, N3, N6, G5, G7, G13) in chronically ill patients. Both factors were related to worse overall functioning as measured with the Health of the Nation Outcome Scales, ED was uniquely associated with residential living status. Higher scores for SA were associated with more depressive symptoms and worse quality of life. Thus, SA is most strongly related to level of social-emotional functioning, while ED are more related to living situation and thereby are indicative of level of everyday functioning. This subdivision may be useful for research purposes and be a valuable additional tool in clinical practice and treatment development

An exploratory study of the development and pilot testing of an interactive visual tool of neuropsychological test results in memory clinics

Contains fulltext : 227913.pdf (publisher's version ) (Open Access)Background: Neuropsychological feedback is an important part of the neuropsychological assessment process. However, patients have difficulties remembering this information. Objective: The aim of this study was to develop a web-based visual tool to improve the understanding of neuropsychological results, information retention, and psychologist-patient communication. Methods: The visual tool was developed and optimized using an iterative three-phase stepwise approach to determine its usability, technology acceptance, and feasibility in a memory clinic population. Feedback from different user perspectives (patients, family members, and psychologists) was obtained in each phase using a multimethod approach (e.g., a multidisciplinary brainstorm session, think-aloud sessions, focus groups). The prototype was subsequently tested in a pilot study. Results: The first phases offered insights that led to optimization of the prototype. On a scale ranging from 0 to 100, psychologists evaluated the usability as high [88.1±7.6,70-87]. During the pilot study, both patients and significant others gave positive feedback, but information retention in patients remained low. All participants thought the benefits of the visual tool included seeing cognitive strengths and weaknesses with a translation to daily life all at one glance and receiving feedback on paper to take home. Important barriers were mentioned by psychologists, such as a limited set of tests included and no integration with hospital systems. Conclusion: Overall, patients, family members, and psychologists reported that a visual display of the cognitive profile with insights into daily life had added value to clinical practice. Feedback from the pilot study was adopted in the tool for future implementation purposes.14 p

Neuropsychologisch onderzoek bij de diagnostiek van lichte cognitieve stoornissen (MCI) en dementie: De weg naar een monodisciplinaire richtlijn

Item does not contain fulltextEen van de belangrijkste onderzoeksmethoden in de multidisciplinaire diagnostiek van cognitieve stoornissen en dementie is het neuropsychologisch onderzoek (NPO). Uit de NPO-Monitor, een recente inventarisatie van de werkwijze bij een NPO onder psychologen betrokken bij de diagnostiek op Nederlandse geheugenpoli's, kwam veel variatie in de procedure en inhoud naar voren en bleek er behoefte te zijn aan een uniforme werkwijze. Naar aanleiding hiervan werd bij het Nederlands Instituut van Psychologen de Monodisciplinaire richtlijn Neuropsychologisch onderzoek bij lichte cognitieve stoornissen (MCI) en dementie opgesteld (https://www.psynip.nl/secties/neuropsychologie/). In deze richtlijn is een geharmoniseerde kernbatterij opgenomen die aanbevolen wordt als uitgangspunt voor het NPO. Deze geharmoniseerde kernbatterij dient te worden aangevuld met overige relevante tests om individuele vraagstellingen te beantwoorden. Door implementatie van deze richtlijn kan de kwaliteit van het NPO bij deze doelgroep worden gewaarborgd, onderlinge variatie worden verminderd, een betrouwbaardere vergelijking bij herhalingsonderzoek worden gemaakt en de communicatie tussen instellingen worden verbeterd.15 p

Neuropsychologisch onderzoek bij de diagnostiek van lichte cognitieve stoornissen (MCI) en dementie: De weg naar een monodisciplinaire richtlijn

Een van de belangrijkste onderzoeksmethoden in de multidisciplinaire diagnostiek van cognitieve stoornissen en dementie is het neuropsychologisch onderzoek (NPO). Uit de NPO-Monitor, een recente inventarisatie van de werkwijze bij een NPO onder psychologen betrokken bij de diagnostiek op Nederlandse geheugenpoli's, kwam veel variatie in de procedure en inhoud naar voren en bleek er behoefte te zijn aan een uniforme werkwijze. Naar aanleiding hiervan werd bij het Nederlands Instituut van Psychologen de Monodisciplinaire richtlijn Neuropsychologisch onderzoek bij lichte cognitieve stoornissen (MCI) en dementie opgesteld (https://www.psynip.nl/secties/neuropsychologie/). In deze richtlijn is een geharmoniseerde kernbatterij opgenomen die aanbevolen wordt als uitgangspunt voor het NPO. Deze geharmoniseerde kernbatterij dient te worden aangevuld met overige relevante tests om individuele vraagstellingen te beantwoorden. Door implementatie van deze richtlijn kan de kwaliteit van het NPO bij deze doelgroep worden gewaarborgd, onderlinge variatie worden verminderd, een betrouwbaardere vergelijking bij herhalingsonderzoek worden gemaakt en de communicatie tussen instellingen worden verbeterd