33 research outputs found
Measures to reduce ammonia emissions from livestock manures: now, soon and later
Various possible options to further decrease ammonia emissions from livestock manure were explored in a desk study. Techniques and their impact on the processes leading to NH3 production and volatilization are described. Research priorities are identified
Ammoniakemissie bij bovengronds breedwerpige mesttoediening : project VEL & VANLA
In onderzoek en praktijk worden mogelijkheden ontwikkeld om de emissie van ammoniak terug te dringen. Het betreft veelal technieken waarmee de emissie vanuit de stal en de mestopslag of bij het toedienen van mest wordt gereduceerd. Het project Vel & Vanla beoogt stikstofverliezen te beperken door aanpassingen van de bedrijfsvoering. De belangrijkste daarvan is het verstrekken van eiwitarme en structuurrijke rantsoenen aan de veestapel, waardoor o.a. verlaging van het stikstofgehalte van de mest wordt nagestreefd. Doelstelling van het voorliggende onderzoek is om – op basis van emissiemetingen en modelberekeningen op bedrijfsniveau – een uitspraak te doen over de hoogte van de ammoniakemissie bij bovengronds breedwerpig toedienen van mest van een melkveebedrijf met een eiwitarm rantsoen (N-arm) ten opzichte van die van een bedrijf met een eiwitrijk rantsoen (N-rijk). Aansluitend op de veldmetingen is in een deskstudie een analyse gemaakt van de effecten van verschillende aspecten van bedrijfsstructuur en -management op de ammoniakemissie. Hiertoe zijn een aantal praktijkbedrijven geselecteerd uit de Vel & Vanla database en onderling vergeleken
Ammoniakemissie op de Marke : Onderzoek en resultaten van 1994 tot 2001
Strenge doelstelling gehaald Voor ammoniak is de landelijke norm een reductie van 70% ten opzichte van 1980. Dit is in het Nationaal Milieubeleidsplan (NMP3) vastgelegd en door De Marke overgenomen. Vertaald naar bedrijfsniveau betekent dit dat de totale ammoniakemissie teruggebracht moet worden van 149 naar 44 kg N per ha, waarvan 30 kg N uit dierlijke mest, beweiding en kunstmest. Inmiddels is het NMP4 opgesteld en is de landelijke norm aangescherpt naar 19 kg N per ha. Vertaald naar emissie uit dierlijke mest, beweiding en kunstmest is dit 13 kg N per ha. De Marke heeft haar doel ruimschoots gehaald. De ammoniakemissie uit dierlijke mest, beweiding en kunstmest is in 1999 en 2000 respectievelijk 21,7 en 19,7 kg N/ha terwijl de norm 30 kg N/ha is. Dit is een onderschrijding van ongeveer 31%. Echter de norm die uit NMP4 af te leiden is wordt daarmee nog niet gerealiseerd. De vraag is hoe hieraan te voldoen. Wellicht behoort een langere beweidingsperiode tot de mogelijkheden hoewel dit op gespannen voet kan staan met de nitraatproblematiek. Andere opties zijn terug naar zodeninjectie in plaats van zodenbemesting en een kleinere mestgift per bemestingsronde; beide maatregelen hebben een negatief effect op de economie. Om aan de norm afgeleid uit NMP4 te kunnen voldoen zijn dit soort aanpassingen of nieuwe innovaties noodzakelijk. In onderliggend onderzoeksrapport gaan de onderzoekers uitgebreid in op de verschillende onderdelen van het bedrijf. Stalemissie In 2002 is nieuwe wetgeving met betrekking tot ammoniakemissie in de veehouderij ingevoerd met de Wet Ammoniak en Veehouderij (WAV) en de AMvB Huisvesting. Aanvullend op de WAV en de AMvB Huisvesting is er de Regeling Ammoniak en Veehouderij. Deze ministeriële regeling bevat de emissiefactoren die nodig zijn ter beoordeling van de ammoniakemissie op veehouderijbedrijven. Deze emissiefactoren zijn gebaseerd op onderzoek naar de stalemissie gedurende het gehele jaar bij melkvee dat wordt geweid dan wel permanent op stal wordt gehouden (Monteny ea, 2001). De emissiefactoren liggen bij beweiding lager dan bij jaarrond opstallen. Zo zijn de emissiefactoren voor een melkveestal met sleufvloer en mestschuif, het vloertype dat vanaf september 1997 op De Marke wordt toegepast 7,7 en 9,2 kg NH3 per dierplaats voor resp. beweiden en jaarrond opstallen. Het Centrum voor Landbouw en Milieu heeft de stalemissie gemeten van 1994 tot 2000. De gemeten stalemissie op De Marke bedraagt 7,8 kg NH3 per dierplaats. Vertaald naar hectares verliest De Marke 10,5 kg N per hectare. Veldemissie De weide-emissie van De Marke is berekend door het Imag uitgaande van onderzoek dat elders heeft plaatsgevonden en op basis van weidegegevens van De Marke. De emissie bedraagt in 1999 3,1 kg en in 2000 0,7 kg N per hectare. Imag heeft in 1999 en 2000 metingen vericht bij de mestaanwending. De emissie bij mestaanwending ligt fors hoger dan de prognose. Dit is vrijwel volledig toe te schrijven aan de hogere emissie bij zodenbemester ten opzichte van de emissie bij injectie waar de prognose van uitgaat. De Marke verliest gemiddeld 7 kg N per hectare bij de aanwending van drijfmest. Het totaal Bij de prognose is een theoretische emissie uit dierlijke mest, beweiding en kunstmest van 17 kg N/ha bepaald. Praktisch is ruim 20 kg N/ha gerealiseerd terwijl de norm, die De Marke zich gesteld heeft, op 30 kg N/ha ligt
Wnt/frizzled signalling modulates the migration and differentiation of immortalized cardiac fibroblasts
The Wnt/frizzled (Fzd) signal transduction cascade has been implicated in the proliferation, differentiation, and migration of many cell types, but the role of this pathway in cardiac fibroblast differentiation is not known. Our lab previously showed an up-regulation of Fzd-1 and -2 expression in myofibroblasts after myocardial infarction (MI), indicating a potential role for the Fzd receptor in fibroblast-myofibroblast differentiation. The present study was performed to further define the role of specific Wnt and Fzd proteins in the proliferation, migration, and differentiation of cardiac fibroblasts. Because primary fibroblasts become senescent after a few passages and are difficult to transfect, we immortalized rat cardiac fibroblasts with telomerase [cardiac fibroblasts immortalized with telomerase (CFIT)]. Proliferation of CFIT was not significantly influenced by Wnt/Fzd signalling. The migration, however, was attenuated by all Wnt/Fzd combinations tested. Also, specific Wnt/Fzd combinations modulated the expression of the following myofibroblast markers: collagen I alpha 1, collagen III, fibronectin and its splice variants, and alpha-smooth muscle actin. The results indicate that myofibroblast migration and differentiation, but not proliferation, can be modulated by interventions in Wnt/Fzd signalling. Therefore, Wnt/Fzd signalling may serve as a novel therapeutic target to ameliorate wound healing after MI
Dendritic Cells as Vaccines: Key Regulators of Tolerance and Immunity
Contains fulltext :
172276.pdf (publisher's version ) (Open Access