Quantitative CT myocardial perfusion:Development of a new imaging biomarker

Recente ontwikkelingen in CT technieken hebben er voor gezorgd dat de evaluatie van ziekte in de kransslagaderen (coronaire hartziekte) is verschoven van het visueel opsporen van gebieden met verminderde doorbloeding, naar het kwantitatief beoordelen van de doorbloeding van het hart (perfusie). In dit proefschrift zijn CT metingen van de doorbloeding van het hart onderzocht door gebruik te maken van een varkenshart model, dat geoptimaliseerd is voor gebruik in een CT omgeving. Daarnaast geeft het model directe controle over fysiologische eigenschappen zoals bloeddruk en bloedflow en er kan een controleerbare vernauwing in één van de kransslagaderen aangelegd worden. Kwantitatieve metingen van bloedflow met CT identificeerden verminderde doorbloeding als gevolg van de aangelegde vernauwing. Echter, er is ook aangetoond dat de bloedflowwaarden behoorlijk worden onderschat. In dit proefschrift laten we zien dat dit mogelijk komt doordat er te weinig beelden gemaakt zijn om de bloedflow nauwkeurig te kunnen schatten. We kunnen dus wel aantonen dat er verschillen tussen normale en verminderde bloedflow zijn, maar de flow wordt in beide gevallen wel onderschat. Dual-energy CT is een andere techniek die kan worden gebruikt voor het verkrijgen van een semi-kwantitatieve marker voor CT perfusie. Het vermogen van dual-energy CT voor het bepalen van jodium concentraties leverde goede resultaten op bij fantoom metingen in twee high-end CT scanners. Deze scans moeten echter wel gemaakt worden binnen het optimale scanwindow van 8 seconden. De uitgevoerde experimenten tonen aan dat kwantificatie van hartperfusie met CT een meerwaarde heeft boven visuele analyse bij het detecteren van coronaire hartziekte

Dynamics of a temperate grassland reptile community in the mid-north of South Australia

Published version of the paper reproduced here with permission from the Royal Society of South Australia.Temperate native grasslands are listed as a critically endangered ecological community in South Australia, yet very little is known about the associated faunal communities. This study aims to provide information on the temporal dynamics of a native grassland reptile community in the mid-north of South Australia. During the study we made 335 reptile captures in pitfall traps, of 248 different individuals, from 13 species, representing five families. These data were used to investigate seasonal trends in trapping rate, age demographics and movement of individuals from marked recaptures. The results of the study provide baseline information on species assemblages that might be used in the recovery and management of the remaining fragments of temperate native grasslands and the endangered pygmy bluetongue lizard that relies on those fragments for its persistence.This research was supported by funds from the Australian Research Council

Medial temporal lobe atrophy on MRI: vascular risk factors and predictive value for dementia

Barkhof, F. [Promotor]Scheltens, P. [Promotor]Launer, L.J. [Copromotor