13 research outputs found

    Verkenning sensorgestuurde dosering van loofdodingsmiddelen in pootaardappelen

    Get PDF
    In 2008 is een verkenning gedaan naar haalbaarheid van sensorgestuurde dosering van loofdodingsmiddelen in pootgoedteelt van aardappelen. Er werd een prototype gebouwd en getest waarmee Finale pleksgewijs gedoseerd werd d.m.v. Greenseeker-sensoren op een klap-spuit-combinatie en een rekenregel die plaatspecifieke meetwaarden doorvertaalde in een minimum effectieve dosering. Ook werden dosis-response proeven uitgevoerd. De eerste resultaten met het prototype en systeem waren positief. Met de sensoren konden variatie in gewasstand in kaart gebracht worden, en deze bleek groter dan verwacht. Bovendien kon de dosering effectief gestuurd worden met de sensormeetwaarden. Het onderzoek laat zien dat reductie in loofdodingsmiddel met sensorsturing mogelijk is. In het onderzoek bleken ras en dosering van Finale geen effect te hebben op verkleuring van navels van knollen. Nader onderzoek aan de beslisregels, validatie in de praktijk inclusief effecten op kwaliteit van de aardappelen is nodig voor implementatie in de praktij

    Biomassa-afhankelijk doseren van gewasbeschermingsmiddelen

    Get PDF
    Recentelijk zijn enkele doorbraken gerealiseerd op het gebied van biomassa-afhankelijk doseren in open teelten. Het gaat hierbij om plaatsspecifieke dosering van bepaalde herbiciden en fungiciden op basis van de hoeveelheid bovengrondse biomassa onder de spuitdoppen. Om dit effectief te maken, zijn toegesneden sensoren, beslisregels en spuitapparatuur nodig. Plaatsspecifieke dosering van loofdodingsmiddelen in consumptieaardappelen is nu praktijkrijp middels MLHD-PHK (Minimum Lethal Herbicide Dose-Potato Haulm Killing) in combinatie met de N-sensor (stikstof-sensor), of SensiSpray. In de testfase werd een reductie van gemiddeld 50% in het gebruik van loofdodingsmiddel t.o.v. gangbare praktijk bereikt. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van onderwerpen op het gebied van biomassa-afhankelijk doseren van gewasbeschermingsmiddelen waarbij de Plant Science Groep (PSG) van Wageningen UR trekker van de ontwikkeling is

    MEK (Milieu Effect Kaarten) helpt bij keuze

    No full text

    De smaak van morgen : excursiegids PPO-agv Prof. Broekemahoeve

    No full text

    Onderzoek biologische landbouw op Kooijenburg

    No full text
    De uitgangsituatie voor biologische landbouw in het noordoostelijk zand- en dalgebied is verre van gunstig. Hoge onkruiddruk, bodemgezondheidsproblemen, vorst- en winderosie en nog ontbrekende afzetstructuren bemoeilijken de biologische teelten. Er komt dan ook relatief weinig biologische landbouw in het noordoosten voor. Van 1997 tot en met 2001 vond er onderzoek naar biologische landbouw op het noordoostelijk zand plaats. Dat heeft meer inzicht gegeven in de kansen en bedreigingen van biologische systemen

    Resultaten biologisch op Kooijenburg wisselend

    No full text
    Verslag van de proeven met een biologisch bedrijfssysteem op Kooijenburg. De resultaten zijn wisselend. De opbrengsten benaderen de streefwaarden en de kwaliteit van de producten is goed. De hoeveelheid gemeten minerale stikstof in de bodem aan het begin van het uitspoelingsseizoen (november) is laag. Het stikstofoverschot op de werkelijke mineralenbalans is daarentegen te hoog. Ook de overschotten van fosfaat en kali zijn te hoog. Het lage economisch rendement en het hoge aantal uren handwieden vormen knelpunten

    Bemesting; gericht op opbrengst en milieu

    No full text
    Een biologische vruchtwisseling rondzetten met de geringe hoeveelheid mest die uit biologisch oogpunt gewenst is valt niet mee. De uitspoelinggevoelige bodem op Kooijenburg met relatief weinig naleverend vermogen zet de resultaten van de biologische teelt onder druk. Daarom krijgt de opbouw van bodemvruchtbaarheid extra aandacht. Echter de ontwikkeling van vlinderbloemige groenbemesters valt tegen. De opbouw van een biologisch systeem op deze grond duurt hierdoor langer
    corecore