227 research outputs found

    Differentiation of hemopoietic stem cells in the thymus

    Get PDF
    Encased within the bones of the body, there exists an organ system, the bone marrow, in which a large number of different cell types develops. Most bone marrow (BM) cells belong to the hemopoietic and lymphatic lineages (i.e. erythrocytes, platelets, granulocytes, macrophages and lymphocytes). Other cell types have also been shown to be derived from precursor cells that are present in the BM: tissue mast cells (Kitamura et al., 1977 and 1981), dendritic cells (Steinman et al., 1974; Pugh et al, 1983), Kupffer cells (van Furth, 1980; Bouwens and Wisse, 1980) and osteoclasts (Ash et al, 1980). The bone marrow is thus a source of cells which have a wide variety of functions and which can be found in many tissues of the body. Most BM cells are mature cells. Although the mature cells are important for the homeostasis of the body, they will not be considered in this thesis. Many experiments have been and still are performed with the intention to characterize and isolate the cell(s) that give rise to the above mentioned mature cell types. The concept of a pluripotent hemopoietic stem cell {PHSC) has arisen from these experiments. It has been hypothesized that the PHSC, after the proper stimulation, can give rise to all BM derived cell types. Another important characteristic of the PHSC is its capacity for self renewal. This will be discussed below. Other experiments have pointed to the existence of cells in the BM that have only a limited capacity for differentiating and self renewal potential when compared to the PHSC. These "restricted" stem cells can only give rise to descendants in one or two closely related differentiation pathways. These stem cells are often referred to as progenitor cells or committed precursor cells and as uni(or bi)potent hemopoietic stem cells. This stem cell type receives little attention in this thesis

    Haemodynamische gevolgen van de valsalva-proef : een experimenteel onderzoek van intra-arteriële bloeddruk en stroomsterkte bij patiënten met normale en gestoorde bloedsomloop

    Get PDF
    Bij een aantal dagelijks voorkomende lichaamsfuncties doet zich een verhoging van de intrathoracale druk voor. Men denke aan hoesten, niezen, tillen, mictie en defaecatie. Het zichtbaar opzwellen van de aderen in de hals getuigt van een invloed van deze handelingen op de bloedsomloop. Het is in de kliniek reeds lang bekend, dat zwaar persen bij mensen met gestoorde bloedsomloop of onvoldoende werking van de hartspier, risico's met zich brengt. Soms is het persen bij de defaecatie zelfs de directe aanleiding tot het ontstaan van acute hartdood. De Engelsen spreken treffend van "bedpan-death". Het behoeft daarom geen verwondering te wekken, dat de beinvloeding van de circulatie door een gestandaardiseerde wijze van persen, zoals dit bij de proef volgens Valsalva gebeurt, circulatie-physiologen sinds het begin van de 19e eeuw heeft bezig gehouden. Deze interesse werd nog aangewakkerd toen bleek, dat het hart tijdens deze proef 6ntlast en direct erna belast wordt. In 1967 werd op de interne afdeling van het Zuiderziekenhuis te Rotterdam, onder leiding van Dr. W. H. Birkenhager, begonnen aan een onderzoek naar de pathogenese van essentii~le hypertensie. Schrijver dezes kreeg in het kader van dit onderzoek tot taak, het hartminutenvolume te bepalen en de intra-arteriele bloeddruk te meten. Van de aanwezigheid van deze proefopstelling werd gebruik gemaakt om de invloed van de Valsalva-proef op de circulatie na te gaan. In een later stadium werd dit onderzoek uitgebreid met metingen van de bloedaanvoer naar een extremiteit (linker been) door middel van een plethysmografische techniek. Op deze wijze werden gegevens verkregen over de volgende parameters van de bloedsomloop. a. Intra-arteriele bloeddruk. b. Hartminutenvolume. c. Stroomsterkte in de arterien van een extremiteit, alsmede de afgeleide variabelen. Het onderzoek werd verricht bij vier groepen van patienten: a. Patienten met normale bloedsomloop. b. Patienten met essentiele hypertensie. c. Patienten met algemene hypercirculatie. d. Patienten met pulmonale hypercirculatie (septumdefecten)

    Hepatitis in a patient with SLE: Is it autoimmune hepatitis?

    Get PDF
    In a patient with systemic lupus erythematosus (SLE), we considered the diagnosis of autoimmune hepatitis (AIH) in view of raised serum aminotransferases, hypergammaglobulinaemia, antinuclear antibodies (titre 1:10240), seronegative of markers for viral hepatitis and absence of recent hepatotoxic drug usage. The diagnosis of AIH was supported by using the scoring system, recently developed by the International Autoimmune Hepatitis Group and the excellent response to treatment with prednisone. Liver histology, however, showed no characteristic features of AIH. The relevance of liver histology and scoring for AIH in SLE with hepatic involvement is discussed

    KKF-Model Platform Coupling : summary report KKF01b

    Get PDF
    Nederland bereidt zich voor op een sneller stijgende zeespiegel en een veranderend klimaat. Hiervoor is het Deltaprogramma gestart. Dit deltaprogramma voorziet een serie beslissingen die grote gevolgen zullen hebben voor het beheer van het water in Nederland. Om deze beslissingen zorgvuldig te nemen is informatie nodig over hoe het klimaat en de stijgende zeespiegel dit waterbeheer zullen beïnvloeden. De modellen die de gevolgen van klimaatverandering berekenen zullen daarom met dezelfde klimaat forcering en gekoppeld aan elkaar moeten worden gebruikt. In dit onderzoek is gekeken naar het linken van hydrologische en hydrodynamische modellen – en daaraan gekoppelde modellen die de ontwikkelingen in natuur en landgebruik modelleren -- die het gebied van de Alpen tot en met de Noordzee inclusief Nederland beschrijven
    • …
    corecore