Between bastion and open house:on another form of uniformity

Na het nieuw geelblauwe uniform van 2014, worstelt de Nederlandse politie op dit moment met een meer fundamenteleverandering dan de uiterlijke verschijningsvorm: de politielijkt op zoek naar andere uniformiteit. Politiek-bestuurlijke verhoudingenzijn met de Nationale Politie gewijzigd, diverse andere organisatiesen bedrijven begeven zich op het domein van beveiliging en handhaving,steeds meer verbanden ontstaan met uiteenlopende organisaties,en relaties met burgers in een multiculturele samenleving vormeneen uitdaging. Enerzijds vraagt dit om een vorm van uniformiteit diehouvast biedt – de politie probeert zich in de maatschappij eenduidigte positioneren – en tegelijkertijd is ruimte nodig. Daar waar de politievroeger gesloten bleef voor de buitenwereld, wil ze nu openstaanvoor eenieder in de maatschappij en streeft ze naar een heterogeneresamenstelling van het korps zelf. Dit essay gaat in op de huidige wijze waarop de politie hiermee omgaat en de valkuilen die daarbij horen. Alternatieve ontwikkelperspectieven worden hierbij aangereikt

Veiligheid in de zorg

De onderzoeksvraag Van gezondheidszorginstellingen wordt verwacht dat zij investeren in de veiligheid van de door hen geleverde zorg (Meurs 2008). Burgers – als zij onverhoopt patiënt en/of cliënt worden van een zorginstelling – moeten er op kunnen vertrouwen dat de kwaliteit van de zorg goed is en dat er veilig wordt gewerkt. Terwijl de professionals voor goede kwaliteit zorgen, zijn managers, bestuurders en toezichthouders verantwoordelijk voor de randvoorwaarden opdat goede kwaliteit ook geleverd kan worden. Tronto maakt in dit verband het onderscheid tussen zorgen dat en zorgen voor. Managers en bestuurders zijn verantwoordelijk voor het realiseren van de randvoorwaarden die professionals nodig hebben om goede kwaliteit en veiligheid te leveren (Tronto 1994). Toezichthouders zien hierop toe. Professionals zorgen voor de feitelijke kwaliteit en veiligheid van patiëntenzorg in het dagelijks handelen en hebben ook een verantwoordelijkheid om zich te verantwoorden over de wijze waarop zij kwaliteit en veiligheid waarborgen. In nationale kwaliteitsprogr

Vitamin B-12 deficiency stimulates osteoclastogenesis via increased homocysteine and methylmalonic acid

The risk of nutrient deficiencies increases with age in our modern Western society, and vitamin B(12) deficiency is especially prevalent in the elderly and causes increased homocysteine (Hcy) and methylmalonic acid (MMA) levels. These three factors have been recognized as risk factors for reduced bone mineral density and increased fracture risk, though mechanistic evidence is still lacking. In the present study, we investigated the influence of B(12), Hcy, and MMA on differentiation and activity of bone cells. B(12) deficiency did not affect the onset of osteoblast differentiation, maturation, matrix mineralization, or adipocyte differentiation from human mesenchymal stem cells (hMSCs). B(12) deficiency caused an increase in the secretion of Hcy and MMA into the culture medium by osteoblasts, but Hcy and MMA appeared to have no effect on hMSC osteoblast differentiation. We further studied the effect of B(12), Hcy, and MMA on the formation of multinucleated tartrate-resistant acid phosphatase-positive osteoclasts from mouse bone marrow. We observed that B(12) did not show an effect on osteoclastogenesis. However, Hcy as well as MMA were found to induce osteoclastogenesis in a dose-dependent manner. On the basis of these results, we conclude that B(12) deficiency may lead to decreased bone mass by increased osteoclast formation due to increased MMA and Hcy levels

Tussen bastion en open huis: over een andere uniformiteit

Na het nieuw geelblauwe uniform van 2014, worstelt de Nederlandse politie op dit moment met een meer fundamentele verandering dan de uiterlijke verschijningsvorm: de politie lijkt op zoek naar andere uniformiteit. Politiek-bestuurlijke verhoudingen zijn met de Nationale Politie gewijzigd, diverse andere organisaties en bedrijven begeven zich op het domein van beveiliging en handhaving, steeds meer verbanden ontstaan met uiteenlopende organisaties, en relaties met burgers in een multiculturele samenleving vormen een uitdaging. Enerzijds vraagt dit om een vorm van uniformiteit die houvast biedt – de politie probeert zich in de maatschappij eenduidig te positioneren – en tegelijkertijd is ruimte nodig. Daar waar de politie vroeger gesloten bleef voor de buitenwereld, wil ze nu openstaan voor eenieder in de maatschappij en streeft ze naar een heterogenere samenstelling van het korps zelf. Dit essay gaat in op de huidige wijze waarop de politie hiermee omgaat en de valkuilen die daarbij horen. Alternatieve ontwikkelperspectieven worden hierbij aangereikt

Markers of atherosclerosis in relation to presence and progression of knee osteoarthritis: a population-based cohort study

Objectives. To investigate the association between markers of atherosclerosis and the presence and progression of knee OA in a population-based cohort study. Methods. The study was performed within the framework of the prospective Rotterdam Study. Markers of atherosclerosis included coronary artery calcification (CAC) and plasma levels of CD40L, vascular cell adhesion molecule 1 (VCAM-1) and VEGF. CAC data were available for 1669 participants, and CD40L, VCAM-1 and VEGF data for 975. Radiographs of the knee were scored with the Kellgren and Lawrence score for OA at baseline and follow-up [average follow-up time 4.5 years (S.D. 0.5)]. We used multivariate logistic regression models with generalized estimated equations to calculate odds ratios (95% CIs) for the association of atherosclerosis markers with prevalence and progression of knee OA. Results. The mean age was 73.1 (S.D. 7.5) years. Within the study population, 18% had radiographic knee OA (11% of men and 23% of women). CAC and VEGF were not associated with prevalent knee OA. Only among women, CD40L [adjusted odds ratio 1.3 (1.1, 1.6)] and VCAM-1 [adjusted odds ratio 1.3 (1.1, 1.6)] were associated with prevalent knee OA. No associations with progression were found in women. In men, too few progressors were available to assess associations. Conclusion. In this population-based study, CAC and VEGF were not associated with the presence or progression of knee OA. Only among women, plasma levels of CD40L and VCAM-1 were higher in individuals with knee OA compared with those without knee OA. This might suggest an association between atherosclerosis and knee OA through low-grade systemic inflammation in women

Disability and not osteoarthritis predicts cardiovascular disease: a prospective population-based cohort study

Background Previous studies found an association between osteoarthritis (OA) and risk of cardiovascular disease (CVD) and therefore suggested intensive treatment of cardiovascular risk factors in OA patients. However, prospective population-based data is lacking. Objectives To investigate the association between OA and CVD longitudinally in a general population and examine the role of disability in this association. Methods This study was embedded in the Rotterdam Study, a prospective population-based cohort study in Rotterdam, the Netherlands that started in 1989. At baseline 4648 persons aged >= 55, free of CVD were classified into those with and those without radiographic or clinical OA. HRs adjusted for traditional cardiovascular risk factors for developing CVD (a composite of fatal and non-fatal coronary heart disease and stroke) were calculated. Results During a median follow-up of 14.4 years, 1230 cardiovascular events occurred, of which 101 were in participants with clinical OA. Presence of radiographic OA at baseline was not related to future CVD (HR 0.99, 95% CI 0.86 to 1.15), neither was presence of clinical OA (HR 1.09, 95% CI 0.88 to 1.34). However, persons with increasing disability were more likely to suffer a cardiovascular event compared with non-disabled persons (HR 1.26, 95% CI 1.12 to 1.42); this was independent of the presence of OA. Conclusions In this large population-based study, participants with OA were not at increased risk of CVD. The close relation between disability and osteoarthritis may explain previous findings. Further studies are required in order to clarify whether OA patients need more intensive treatment of their cardiovascular risk factors