101 research outputs found

    Ontwikkeling en toepassing van een poweranalyse voor de vogelmonitoringgegevens in het kader van de nieuwe gaswinning

    Get PDF
    De NAM is in 2007 gestart met nieuwe aardgaswinning in het Waddenzeegebied en de Lauwersmeer. Hierbij wordt het principe van ‘hand aan de kraan’ gehanteerd: de gaswinning moet worden gestaakt wanneer blijkt dat er schadelijke effecten zijn op abiotische, dan wel biotische parameters. Daarom heeft de NAM aan SOVON Vogelonderzoek Nederland de opdracht gegeven vogelsoorten in het Waddengebied en de Lauwersmeer te monitoren en een plan op te stellen om deze gegevens te analyseren. Het gaat om gegevens van watervogels en broedvogels in de Lauwersmeer (en eventuele referentiegebieden) en het Waddengebied, waarbij onderscheid wordt gemaakt in gebieden met en zonder verwachte bodemdaling. Bij een poweranalyse wordt onderzocht welk effect, in dit geval een afname in aantallen vogels, statistisch nog aantoonbaar is. Er wordt in beginsel geen uitspraak gedaan over de oorzaak van het effect

    Evaluatie Opvangbeleid 2005-2008 overwinterende ganzen en smienten. Deelrapport 12. Effecten van grootte, vorm en ligging van ganzenfoerageergebieden op de opvangcapaciteit

    Get PDF
    Vanaf 2005 zijn in Nederland foerageergebieden aangewezen waarin ganzen worden geconcentreerd teneinde schade aan landbouwgewassen buiten deze gebieden te verminderen. Binnen de foerageergebieden wordt zo veel mogelijk rust en voldoende voedsel aangeboden, buiten deze gebieden worden ganzen verjaagd, al dan niet ondersteund door afschot. De randen van de aangewezen foerageergebieden zijn soms grillig en rafelig, en binnen de aangewezen foerageergebieden kunnen enclaves voorkomen omdat individuele boeren niet meedoen aan de regeling. Dit leidt mogelijk tot een niet optimaal gebruik van de foerageergebieden door ganzen. Daarom is de opvangcapaciteit in relatie tot de grootte, de vorm en de ligging van de foerageergebieden onderzocht

    Ruimtelijke dynamiek van weidevogelpopulaties in relatie tot de kwaliteit van de broedhabitat. Welke factoren beĂŻnvloeden de vestiging van weidevogels?

    Get PDF
    Recent onderzoek toonde aan dat percelen met een uitgestelde maaidatum geen hogere dichtheden weidevogels herbergen dan gangbaar, vroeg gemaaide percelen. Deze resultaten zijn moeilijk te verklaren aan de hand van bestaande kennis over ruimtelijke dynamiek en nestplaatskeuze van weidevogels. Deze studie heeft tot doel vast te stellen of de nestplaatsen van weidevogels ruimtelijke geassocieerd zijn met Ă©Ă©n of meerdere omgevingsvariabelen in de vestigingsfase. Voor de grutto werd daarnaast nog gekeken of de aanleg van plas-dras percelen leidt tot een verhoging van het aantal broedparen in de nabijheid van deze percelen en wat de invloedssfeer is van deze percelen (waar broeden de grutto’s die gebruik maken van een plas-dras perceel?)

    The progeroid phenotype of Ku80 deficiency Is dominant over DNA-PK CS deficiency

    Get PDF
    Ku80 and DNA-PKCS are both involved in the repair of double strand DNA breaks via the nonhomologous end joining (NHEJ) pathway. While ku80-/- mice exhibit a severely reduced lifespan and size, this phenotype is less pronounced in dna-pkcs -/- mice. However, these observations are based on independent studies with varying genetic backgrounds. Here, we generated ku80-/-, dna-pkcs -/- and double knock out mice in a C57Bl6/J*FVB F1 hybrid background and compared their lifespan, end of life pathology and mutation frequency in liver a

    Population overlap and habitat segregation in wintering Black-tailed Godwits Limosa limosa

    Get PDF
    Distinct breeding populations of migratory species may overlap both spatially and temporally, but differ in patterns of habitat use. This has important implications for population monitoring and conservation. To quantify the extent to which two distinct breeding populations of a migratory shorebird, the Black-tailed Godwit Limosa limosa, overlap spatially, temporally and in their use of different habitats during winter. We use mid-winter counts between 1990 and 2001 to identify the most important sites in Iberia for Black-tailed Godwits. Monthly surveys of estuarine mudflats and rice-fields at one major site, the Tejo estuary in Portugal in 2005-2007, together with detailed tracking of colour-ringed individuals, are used to explore patterns of habitat use and segregation of the Icelandic subspecies L. l. islandica and the nominate continental subspecies L. l. limosa. In the period 1990-2001, over 66 000 Black-tailed Godwits were counted on average in Iberia during mid-winter (January), of which 80% occurred at just four sites: Tejo and Sado lower basins in Portugal, and Coto Dontildeana and Ebro Delta in Spain. Icelandic Black-tailed Godwits are present throughout the winter and forage primarily in estuarine habitats. Continental Black-tailed Godwits are present from December to March and primarily use rice-fields. Iberia supports about 30% of the Icelandic population in winter and most of the continental population during spring passage. While the Icelandic population is currently increasing, the continental population is declining rapidly. Although the estuarine habitats used by Icelandic godwits are largely protected as Natura 2000 sites, the habitat segregation means that conservation actions for the decreasing numbers of continental godwits should focus on protection of rice-fields and re-establishment of freshwater wetlands
    • 

    corecore