Personality @ Work Influence of Career Adaptability on the Relationship between Approach-Avoidance Temperament and Engagement

in de huidige economische context wordt verwacht dat werknemers beschikken over een goed aanpassingsvermogen, een proactieve houding en duurzaam inzetbaar zijn. Dit gedrag wordt deels bepaald door aanleg en deels bepaald door de omgeving, opvoeding of training. De concepten Approach-Avoidance Temperament (AAT) (Elliot & Thrash, 2010), Careeradaptability (CAA) (Savickas & Porfeli, 2012) en Engagement (Schaufeli & Bakker, 2004) zijn uitgangspunt voor dit onderzoek. AAT zegt iets over de natuurlijke aanleg van mensen en onderscheidt mensen met een proactieve houding en mensen die zich terughoudend opstellen. Van Careeradapatability wordt gesteld dat het een transactionele competentie is die beinvloed kan worden door training. Engagement speelt een belangrijke rol als gewenst werkgedrag t.a.v. proactiviteit en duurzame inzetbaarheid. Het doel van dit onderzoek is na te gaan wat de relatie tussen aanleg gemeten met het begrip Approach Avoidance Temperament(AAT) en werkgedrag (Engagement) en welke invloed aanpassingsvermogen (CAA) hierop heeft. Verwacht werd dat een hoge mate van aanpassingsvermogen een positieve invloed heeft op het versterken van Engagement. Het onderzoek is relevant omdat er tot nu toe geen onderzoek naar deze samenhangen is gedaan en het betekenisvol kan zijn voor de begeleiding van studenten binnen het Hoger Onderwijs

Morfologische, ecologische en governance principes voor ecodynamisch ontwerpen: toegespitst op de 'Bouwen met Natuur' pilots Friese IJsselmeerkust : building with nature, case Markermeer IJsselmeer, MIJ 4.2, Deliverable 1.6

Het concept ‘Bouwen met Natuur’ richt zich op gebiedsgerichte ontwerpprocessen langs kusten met het doel om de interactie tussen menselijke ingrepen en ecosysteem processen te vergroten. Het concept maakt maximaal gebruik van dynamiek van natuurlijke processen en van de inzet van bio@engineers bij de ontwikkeling van nieuwe kustlandschappen. De uitdaging bij ‘Bouwen met Natuur’ projecten is om een menselijke ambitie m.b.t. waterbouw te realiseren op een wijze die maximaal gebruik maakt van het ecosysteem en tevens dit ecosysteem versterkt. Het zoeken naar een win@win situatie voor zowel de menselijke waterbouwambitie als voor de natuurwaarden is dus iets anders dan natuur behouden die er is of nieuwe natuur ontwikkelen. Ook is het concept fundamenteel anders dan het compenseren van natuur die elders verloren gaat

Clavis Aurea? Structure-enabled approaches of identifying and optimizing GPCR ligands

The center piece of this thesis is the key-lock metaphor, specifically in the context of computer-aided drug design. This concept was introduced in chapter 1 where the process of drug discovery and lead optimization is discussed. Due to the fact that there are many locks (proteins) and even more keys (ligands), computational research can provide an interesting opportunity to aid and speedup drug discovery. Different methods are introduced in chapter 1, which were used throughout this thesis. In chapter 2 an overview is provided of the different methods of docking and Virtual Screening in the context of GPCRs. Chapter 3 demonstrates the importance of including water molecules in Virtual Screening. In Chapter 4 a Virtual Screen is applied with explicit water molecules on the Adenosine A2A receptor. Chapter 5 presents and discusses an alternative method of analyzing Virtual Screens, Interaction Fingerprints. In Chapter 6 it is demonstrated that more recent statistical methods like deep neural networks are able to outperform other methods, like naïve bayes and random forests. Chapter 7 introduces a method of calculating relative binding energy differences, Free Energy Perturbation (FEP). In Chapter 8 we conclude the thesis with general conclusions and an outlook of the field.The research was financially supported by the Netherlands Organization for Scientific Research - Chemical Sciences (NWO-TOP #714.011.001).Medicinal Chemistr

Understanding water chemistry in biofilters using chemometric methods

Biological activated carbon filtration operating in slow flowing mode is a compromise between slow sand filtration and rapid-rate biological activated carbon filtration. It brings together the benefits of both systems: good control of microbial pathogens and dissolved organic matter removal. In this thesis the change in water chemistry in such biofilters was studied as a possible alternative for small-scale decentralised water treatment in Scotland. Change in chemical water quality was monitored in the influent, effluent, and pore water of labscale biofilters of varying lengths. Also, the effect of pore water chemistry on carbon processing by microbial communities from various filter depths was studied by batch experiment. Finally the effect of spatial and temporal water quality variation in Scotland on biofilter performance was studied via a metadata study. Results showed that dissolved organic matter was removed via multistage adsorption with filter length having a positive impact on the removal efficiency in apparent steady state. Applying the biofilters to other Scottish fresh waters with lower DOM concentrations will increase their performance. Within the filters, different ecological niches were formed. The community at the top processed the easily available low molecular weight acids, the community at the bottom was able to degrade the more recalcitrant humic substances. This indicates that specific microbes inhabit this bottom niche and are able to survive on the limited choice of DOM species. These research findings contribute to further optimisation of the biofilter design and for the scientific community to further understand biofilter stratification and its impact on DOM removal

Validation and comparison of 28 risk prediction models for coronary artery disease

Aims Risk prediction models (RPMs) for coronary artery disease (CAD), using variables to calculate CAD risk, are potentially valuable tools in prevention strategies. However, their use in the clinical practice is limited by a lack of poor model description, external validation, and head-to-head comparisons. Methods and results CAD RPMs were identified through Tufts PACE CPM Registry and a systematic PubMed search. Every RPM was externally validated in the three cohorts (the UK Biobank, LifeLines, and PREVEND studies) for the primary endpoint myocardial infarction (MI) and secondary endpoint CAD, consisting of MI, percutaneous coronary intervention, and coronary artery bypass grafting. Model discrimination (C-index), calibration (intercept and regression slope), and accuracy (Brier score) were assessed and compared head-to-head between RPMs. Linear regression analysis was performed to evaluate predictive factors to estimate calibration ability of an RPM. Eleven articles containing 28 CAD RPMs were included. No single best-performing RPM could be identified across all cohorts and outcomes. Most RPMs yielded fair discrimination ability: mean C-index of RPMs was 0.706 +/- 0.049, 0.778 +/- 0.097, and 0.729 +/- 0.074 (P < 0.01) for prediction of MI in UK Biobank, LifeLines, and PREVEND, respectively. Endpoint incidence in the original development cohorts was identified as a significant predictor for external validation performance. Conclusion Performance of CAD RPMs was comparable upon validation in three large cohorts, based on which no specific RPM can be recommended for predicting CAD risk

Localized vs delocalized description of photoelectron spectra

A model calculation is presented to investigate the conditions under which an excitation of a molecule or solid should be treated in a symmetry restricted or localized manner. The three important quantities in the model, the hole delocalization energy, the response time of the polarizable medium, and the interaction between the hole and the polarizable medium are included as variables. The exact solution is compared to approximations, and ranges of the three above‐mentioned quantities are found for which the symmetry restricted or localized solutions yield the best results. It is found that the localized solutions with symmetrization afterwards yield the best results for a surprisingly large range of the three interactions and seems to be the better solution even for describing valence orbital photoelectron spectra