34 research outputs found
De bepaling van calcium en fosfor in melk met behulp van ICP-AES
Een methode, gebaseerd op een monstervoorbewerking met trichloorazijnzuur en meting met behulp van ICP-AES, werd uitgetest voor de bepaling van Ca en P in melk. De resultaten van deze methode werden vergeleken met de resultaten, welke door de afdeling Algemene Chemie met behulp van fotometrische technieken werden verkregen
Overdracht van cadmium, lood, kwik en arseen bij melkkoeien gevoederd met oplosbare verbindingen of met haven- of rioolslib (IVVO-RIKILT "proefplan B")
In dit verslag wordt het effect bij op stal gehuisveste melkkoeien van toediening van zware metalen via het voer op het gehalte van deze metalen in een aantal dierlijke produkten nagegaan. Cadmium, lood, kwik en arseen werden in de vorm van oplosbare verbindingen of zoals ze voorkomen in haven- en rioolslib via het voeder toegediend. Het niveau van toediening lag voor de oplosbare verbindingen van lood, kwik en arseen op de wettelijk geldende veevoedertolerantie, dat wil zeggen op 10 resp. 0,1 en 2 mg/kg terwijl cadmium op het niveau van arseen werd gedoseerd . Havenslib en rioolslib werden in een dusdanige hoeveelheid in het voer verwerkt, dat het gehalte van lood in de rantsoenen op het niveau van de veevoedertolerantie kwam te liggen. De gehalten voor cadmium, kwik en arseen lagen derhalve vast en liggen met uitzondering van kwik in havenslib lager dan de gehalten voor de oplosbare verbindingen. De toedieningsperiade bedroeg voor alle groepen 24 maanden
Overdrachtsonderzoek van cadmium, lood, kwik en arseen vanuit diervoeders waaraan oplosbare verbindingen, havenslib of rioolslib zijn/is toegevoegd, naar dierlijke produkten van vleesstieren (IVVO-RIKILT proefplan C/D)
Onderzoek naar de overdracht van zware metalen en spoorelementen van diervoeders naar dierlijke produkten
New insights on subsurface energy resources in the Southern North Sea Basin area
The Southern North Sea Basin area, stretching from the UK to the Netherlands, has a rich hydrocarbon exploration and production history. The past, present and expected future hydrocarbon and geothermal exploration trends in this area are discussed for eight key lithostratigraphic intervals, ranging from the Lower Carboniferous to Cenozoic. In the period between 2007 and 2017, a total of 95 new hydrocarbon fields were discovered, particularly in Upper Carboniferous, Rotliegend and Triassic reservoirs. Nineteen geothermal systems were discovered in the Netherlands onshore, mainly targeting aquifers in the Rotliegend and Upper Jurassic/Lower Cretaceous formations. Although the Southern North Sea Basin area is mature in terms of hydrocarbon exploration, it is shown that with existing and new geological insights, additional energy resources are still being proven in new plays such as the basal Upper Rotliegend (Ruby discovery) for natural gas and a new Chalk play for oil. It is predicted that hydrocarbon exploration in the Southern North Sea Basin area will probably experience a slight growth in the coming decade before slowing down, as the energy transition further matures. Geothermal exploration is expected to continue growing in the Netherlands onshore as well as gain more momentum in the UK
Endosonography With or Without Confirmatory Mediastinoscopy for Resectable Lung Cancer:A Randomized Clinical Trial
PURPOSE:Resectable non-small-cell lung cancer (NSCLC) with a high probability of mediastinal nodal involvement requires mediastinal staging by endosonography and, in the absence of nodal metastases, confirmatory mediastinoscopy according to current guidelines. However, randomized data regarding immediate lung tumor resection after systematic endosonography versus additional confirmatory mediastinoscopy before resection are lacking.METHODS:Patients with (suspected) resectable NSCLC and an indication for mediastinal staging after negative systematic endosonography were randomly assigned to immediate lung tumor resection or confirmatory mediastinoscopy followed by tumor resection. The primary outcome in this noninferiority trial (noninferiority margin of 8% that previously showed to not compromise survival, Pnoninferior <.0250) was the presence of unforeseen N2 disease after tumor resection with lymph node dissection. Secondary outcomes were 30-day major morbidity and mortality.RESULTS:Between July 17, 2017, and October 5, 2020, 360 patients were randomly assigned, 178 to immediate lung tumor resection (seven dropouts) and 182 to confirmatory mediastinoscopy first (seven dropouts before and six after mediastinoscopy). Mediastinoscopy detected metastases in 8.0% (14/175; 95% CI, 4.8 to 13.0) of patients. Unforeseen N2 rate after immediate resection (8.8%) was noninferior compared with mediastinoscopy first (7.7%) in both intention-to-treat (Δ, 1.03%; UL 95% CIΔ, 7.2%; Pnoninferior =.0144) and per-protocol analyses (Δ, 0.83%; UL 95% CIΔ, 7.3%; Pnoninferior =.0157). Major morbidity and 30-day mortality was 12.9% after immediate resection versus 15.4% after mediastinoscopy first (P =.4940).CONCLUSION:On the basis of our chosen noninferiority margin in the rate of unforeseen N2, confirmatory mediastinoscopy after negative systematic endosonography can be omitted in patients with resectable NSCLC and an indication for mediastinal staging.</p
Late-term pregnancy. Risk factors and management
Contains fulltext :
204523.pdf (publisher's version ) (Open Access)Radboud University, 28 juni 2019Promotores : Vandenbussche, F.P.H.A., Mol, B.W.J.
Co-promotores : Dillen, J. van, Miranda, E.R. d