Review Stroomlijn, Meerkosten regulier beheer terreinen Natuurbeschermingsorganisaties in het kader van Stroomlijn

Het project Stroomlijn van Rijkswaterstaat is er allereerst op gericht om de vegetatie in de uiterwaarden van de grote rivieren zodanig op orde te brengen dat de terreinbeheerders (NBO’s en particulieren) in aanmerking komen voor een Wbr-vergunning. Deze vergunningen borgen een langjarig beheer dat voldoet aan de eisen die uit rivierkundig oogpunt worden gesteld. De beheerplannen vormen de basis voor de Wbr-vergunningen. De voorliggende studie handelt over "een raming van de meerjarige extra reguliere beheerkosten in het winterbed"

Soil erosion rates in west central Saskatchewan

Non-Peer ReviewedSoil erosion trends and rates in five Rural Municipalities (RMs) of west central Saskatchewan are assessed using Cesium-137 as an indicator of soil redistribution within the landscape. The study area is located around Unity, and includes the RMs of Reford, Tramping Lake, Grass Lake, Buffalo, and Round Valley. Native, non-eroded soils across the study area were sampled and analyzed for Cesium-137 to determine a baseline value for non-eroded soils (2877 Bq-2) which was used to predict erosion rates on cultivated soils since the early 1960's. Cultivated hillslopes across the area were also sampled for Cesium-137 redistribution and the Cesium-137 values compared to the non-eroded baseline value. Mean hillslope soil erosion rates were estimated as 23 +/- 8 tonnes ha-1 yr-1 for 0-3 % gradient class, 27 +/- 9 tonnes ha-1 yr-1 for 3-10 % gradient class, and 48 +/-16 tonnes ha-1 yr-1 for >10 % gradient class, representing a soil removal of 3.8, 4.4, and 7.8 cm respectively since 1960. These soil losses represent between 27 and 64 % of the topsoil and between 7 and 30 % of the solum present within the eroding upslope areas today. These erosion rates occur over approximately 2/3 of the cultivated study area. High rates of soil erosion over such a large portion of the landscape are alarming, considering that the accepted tolerable soil loss is 11.2 to 4.5 tonnes ha-1 yr-1 (Wischmeier and Smith,1978). Long-term average wind (WEE) and water (USLE) erosion estimates did not equal the Cesium-137 erosion rates

Bedrijfsdiagnose bosbedrijven; een methode voor bedrijfsonderzoek

In dit rapport wordt een methode van bedrijfsonderzoek beschreven waarmee het bedrijfsmatig handelen van bosbedrijven kan worden geanalyseerd. Dit rapport moet de basis zijn voor een computerprogramma dat bosbedrijven en hun adviseurs kunnen gebruiken. Achterliggend doel is bosbedrijven een hulpmiddel te bieden waarmee ze gestimuleerd worden tot een meer bedrijfsmatige manier van werken

Reported adverse drug reactions during the use of inhaled steroids in children with asthma in the Netherlands

Objective: Inhaled corticosteroids (ICS) are widely used in the treatment of asthma. We studied the suspected adverse drug reactions (sADRs) reported during the use of ICS in the Netherlands. Methods: In the Netherlands, health professionals and patients can report suspected ADRs to the Pharmacovigilance Centre Lareb. All reported sADRs on ICS were categorised and assessed as to whether these were likely to be associated with use of the steroid. Age and gender adjusted Reported Odds Ratios (RORs) and Naranjo Scores (NS) were computed for sADRs reported more than 3 times. Results: Since 1984, sADRs of ICS were reported in 89 children (mean age 6 years), 48 (54%) were boys. Suspected drugs were fluticasone in 46 children (52%), budesonide in 21 (24%), and beclomethasone in 22 cases (24%). Psychiatric symptoms were reported in 19 children (21%; ROR 3.8, NS 3.6), growth retardation in 6 children (7%; ROR 47.8, NS 3.0) and rashes in 6 cases (7%; ROR 0.7, NS 2.4). There were 7 reports (8%; ROR 2.1, NS 3.4) concerning abnormalities of the teeth, 4 reports of alopecia (4%; ROR 3.3, NS 3.5), and 3 reports of hirsutism and hypertrichosis (NS 4.0). Non-fatal adrenal insufficiency was reported once. Conclusion: Alteration of behaviour was the most frequently reported sADR. There are more indications that alterations of behaviour could be a real sADR of ICS. Non-fatal adrenal insufficiency was the only reported possible life threatening sADR. The association of hypertrichosis and teeth abnormalities after ICS in children has not been reported in the literature before

Contrasting effects of heat pulses on different trophic levels, an experiment with a herbivore-parasitoid model system

Under predicted global climate change, species will be gradually exposed to warmer temperatures, and to a more variable climate including more intense and more frequent heatwaves. Increased climatic variability is expected to have different effects on species and ecosystems than gradual warming. A key challenge to predict the impact of climate change is to understand how temperature changes will affect species interactions. Herbivorous insects and their natural enemies belong to some of the largest groups of terrestrial animals, and thus they have a great impact on the functioning of ecosystems and on the services these ecosystems provide. Here we studied the life history traits of the plant-feeding insect Plutella xylostella and its specialist endoparasitoid Diadegma semiclausum, when exposed to a daily heat pulse of 5 or 10°C temperature increase during their entire immature phase. Growth and developmental responses differed with the amplitude of the heat pulse and they were different between host and parasitoid, indicating different thermal sensitivity of the two trophic levels. With a +5°C heat pulse, the adult parasitoids were larger which may result in a higher fitness, whereas a +10°C heat pulse retarded parasitoid development. These results show that the parasitoid is more sensitive than its host to brief intervals of temperature change, and this results in either positive or negative effects on life history traits, depending on the amplitude of the heat pulse. These findings suggest that more extreme fluctuations may disrupt host-parasitoid synchrony, whereas moderate fluctuations may improve parasitoid fitness. (Résumé d'auteur

Biomassa voor energie: kansen voor landschapsbeheer

Biomassa kan een rol spelen in het opwekken van duurzame energie. Maar of gebruik van resthout en gras voor energie werkelijk duurzaam te noemen is, hangt af van verschillende factoren. Weegt oogst, verwerking en transport op tegen de opbrengst, worden er geen duurzamer doelen verdrongen (als veevoer of als bouwmateriaal)? Het ziet er naar uit dat het op korte termijn vooral voor beheerders van landschapselementen en stedelijk groen interessant is om hun reststromen voor energie-opwekking in te zette

Inventarisatie en beheerskosten van landschapselementen

Deze studie richt zich op opgaande landschapselementen, ofwel landschapselementen met een opgaande, houtige, begroeiing. Hierbij moet gedacht worden aan onder andere houtwallen, singels, bomen, kleine bosjes en heide (<0,5 ha) en heggen en hagen. Een aantal van die elementen zijn meer regiospecifiek (bijvoorbeeld graften of houtkaden), en worden onder de beschreven elementen geschaard. Grotere bossen worden in het algemeen niet als landschapselement gezien, en komen vaak voor andere subsidies in aanmerking dan de kleinere elementen. De beperking tot opgaande begroeiing betekent dat bijv. sloten, poelen, vennen, rietkragen, dijken, en grafheuvels eveneens niet worden meegenomen. Uit de resultaten blijkt dat de totale beheerskosten van groene, opgaande landschapselementen in Nederland berekend worden op ca. 64 – 104 miljoen euro per jaar. Ruim tweederde deel van de beheerskosten (ca. 46 – 75 miljoen euro per jaar) is nodig voor landschapselementen buiten de nationale landschappen; dit betekent dat voor de nationale landschappen de beheerskosten voor de huidige groene elementen bepaald zijn op 18 – 29 miljoen euro per jaar

Biomassa oogsten : effecten op het bos

De oogst van biomassa voor energie was een belangrijk onderwerp bij de najaarsbijeenkomsten van het Bosschap in november 2011. Er bleken veel zorgen te bestaan over negatieve effecten van het oogsten van biomassa op het bos. Wat is het effect op de voedingsstoffen in de bosbodem? Wat is het effect op de natuurwaarden? Dit artikel geeft toelichting