Populatieomvang van ganzen en Smienten en verspreiding binnen Nederland : ontwikkeling in populatieomvang op relevant flyway niveau en verdeling over Nederland, met name binnen en buiten opvanggebieden - Seizoen 2005/2006

Het Beleidskader Faunabeheer richt zich op de opvang van ganzen en Smienten in foerageergebieden. Met behulp van flankerende verjaging worden de beleidskadersoorten geconcentreerd in foerageergebieden. Ter evaluatie van het opvangbeleid is gekeken of er een negatieve invloed bestaat op de aantallen overwinteraars, en daarnaast of deze te concentreren zijn in foerageergebieden. Uitspraken over de internationale aantalsontwikkeling zijn gezien de onvolledigheid van IWC gegevens niet mogelijk. Landelijke trends van Smient, Kolgans en Grauwe gans zijn respectievelijk; stabiel, matige toename en sterke toename. In het seizoen 2005/2006 werd 44% van de ganzen en 13% van de Smienten opgevangen, daarnaast verbleven achtereenvolgens nog eens 20% en 45% in natuurgebieden. Hoewel het percentage overwinteraars dat zich binnen de foerageergebieden bevond hoger was dan in het voorgaande seizoen, is het verschil niet significant. Onderzoek van Alterra met SOVO

Ervaringen met de opvang van ganzen op de klei : seizoen 1 - 2005/2006

Conform het Beleidskader Faunabeheer zijn opvanggebieden voor overwinterende ganzen aangewezen. In akkerbouwgebieden met zware klei zijn de mogelijkheden voor beheerspakketten voor opvang beperkt. Gedurende drie winters (2005-'08) wordt in Zeeuws-Vlaanderen en West Brabant een vijftal experimentele beheerspakketten op hun geschiktheid onderzocht. Onderzoek in samenwerking met SOVON en CL

Risk factors associated with sustained circulation of six zoonotic arboviruses: a systematic review for selection of surveillance sites in non-endemic areas

Arboviruses represent a signifcant burden to public health and local economies due to their ability to cause unpredictable and widespread epidemics. To maximize early detection of arbovirus emergence in non-endemic areas, surveillance eforts should target areas where circulation is most likely. However, identifying such hotspots of potential emergence is a major challenge. The ecological conditions leading to arbovirus outbreaks are shaped by complex interactions between the virus, its vertebrate hosts, arthropod vector, and abiotic environment that are often poorly understood. Here, we systematically review the ecological risk factors associated with the circulation of six arboviruses that are of considerable concern to northwestern Europe. These include three mosquito-borne viruses (Japanese encephalitis virus, West Nile virus, Rift Valley fever virus) and three tick-borne viruses (Crimean-Congo hemorrhagic fever virus, tick-borne encephalitis virus, and louping-ill virus). We consider both intrinsic (e.g. vector and reservoir host competence) and extrinsic (e.g. temperature, precipitation, host densities, land use) risk factors, identify current knowledge gaps, and discuss future directions. Our systematic review provides baseline information for the identifcation of regions and habitats that have suitable ecological conditions for endemic circulation, and therefore may be used to target early warning surveillance programs aimed at detecting multi-virus and/or arbovirus emergence

Populatieomvang van ganzen en Smienten en verspreiding binnen Nederland : ontwikkeling in populatieomvang op relevant flyway niveau en verdeling over Nederland, met name binnen en buiten opvanggebieden - Seizoen 2005/2006

Het Beleidskader Faunabeheer richt zich op de opvang van ganzen en Smienten in foerageergebieden. Met behulp van flankerende verjaging worden de beleidskadersoorten geconcentreerd in foerageergebieden. Ter evaluatie van het opvangbeleid is gekeken of er een negatieve invloed bestaat op de aantallen overwinteraars, en daarnaast of deze te concentreren zijn in foerageergebieden. Uitspraken over de internationale aantalsontwikkeling zijn gezien de onvolledigheid van IWC gegevens niet mogelijk. Landelijke trends van Smient, Kolgans en Grauwe gans zijn respectievelijk; stabiel, matige toename en sterke toename. In het seizoen 2005/2006 werd 44% van de ganzen en 13% van de Smienten opgevangen, daarnaast verbleven achtereenvolgens nog eens 20% en 45% in natuurgebieden. Hoewel het percentage overwinteraars dat zich binnen de foerageergebieden bevond hoger was dan in het voorgaande seizoen, is het verschil niet significant. Onderzoek van Alterra met SOVO

Ervaringen met de opvang van ganzen op de klei : seizoen 1 - 2005/2006

Conform het Beleidskader Faunabeheer zijn opvanggebieden voor overwinterende ganzen aangewezen. In akkerbouwgebieden met zware klei zijn de mogelijkheden voor beheerspakketten voor opvang beperkt. Gedurende drie winters (2005-'08) wordt in Zeeuws-Vlaanderen en West Brabant een vijftal experimentele beheerspakketten op hun geschiktheid onderzocht. Onderzoek in samenwerking met SOVON en CL

Spatial risk analysis for the introduction and circulation of six arboviruses in the Netherlands

BACKGROUND: Arboviruses are a growing public health concern in Europe, with both endemic and exotic arboviruses expected to spread further into novel areas in the next decades. Predicting where future outbreaks will occur is a major challenge, particularly for regions where these arboviruses are not endemic. Spatial modelling of ecological risk factors for arbovirus circulation can help identify areas of potential emergence. Moreover, combining hazard maps of different arboviruses may facilitate a cost-efficient, targeted multiplex-surveillance strategy in areas where virus transmission is most likely. Here, we developed predictive hazard maps for the introduction and/or establishment of six arboviruses that were previously prioritized for the Netherlands: West Nile virus, Japanese encephalitis virus, Rift Valley fever virus, tick-borne encephalitis virus, louping-ill virus and Crimean-Congo haemorrhagic fever virus. METHODS: Our spatial model included ecological risk factors that were identified as relevant for these arboviruses by an earlier systematic review, including abiotic conditions, vector abundance, and host availability.

Roken, drinken en cannabisgebruik onder scholieren van 10-18 jaar, 1984

Use of tobacco, alcohol and cannabis among pupils in primary and secondary schools amount of pocket money per week / next to school having additional job like newspaperservice, working in supermarket / earnings / amount of money to spend per week / drinking alcohol, frequency of drinking alcohol / nr. of drinks at one time / last time drinking alcohol / what kind of alcohol been drinking last time / place where been drinking last time / amount of money spending on alcohol per week / attitude of parents to drinking of respondent / smoking cigarettes / nr. of cigarettes smoking per day / inhalating while smoking / attitude of parents to smoking of respondent / who is smoking in family - household / knowledge respondent of specific drugs / knowledge on how to use hasj, marihuana / ever used - using marihuana or hasj / frequency of use / last time used marihuana or hasj / attitude of parents to drug use of respondent / assessment of questionnaire by respondent. Background variables: basic characteristics/ place of birth/ residence/ characteristics of parental family/household/ education/ religio