Factors Associated With Prolonged Warm Ischemia Time Among Deceased Donor Kidney Transplant Recipients

Transplant surger

Impact of Temporary Portocaval Shunting and Initial Arterial Reperfusion in Orthotopic Liver Transplantation

Perioperative Medicine: Efficacy, Safety and Outcom

Donor diabetes mellitus is a risk factor for diminished outcome after liver transplantation: a nationwide retrospective cohort study

With the growing incidence of diabetes mellitus (DM), an increasing number of organ donors with DM can be expected. We sought to investigate the association between donor DM with early post-transplant outcomes. From a national cohort of adult liver transplant recipients (1996–2016), all recipients transplanted with a liver from a DM donor (n = 69) were matched 1:2 with recipients of livers from non-DM donors (n = 138). The primary end-point included early post-transplant outcome, such as the incidence of primary nonfunction (PNF), hepatic artery thrombosis (HAT), and 90-day graft survival. Cox regression analy

[Response to:] The first 100 hand-assisted laparoscopic donor nephrectomies at the Academic Medical Center in Amsterdam

Met grote interesse lazen wij het artikel van Polle et al. Enkele jaren na de introductie van de laparoscopische donornefrectomie is de met de hand begeleide methode door een aantal klinieken omarmd. De auteurs concluderen dat door het gebruik van een handpoort de operatieduur en de warme-ischemieduur bekort kunnen worden en de kans op conversie naar een open procedure verkleind kan worden.Wij willen erop wijzen dat er geen wetenschappelijke argumenten zijn om de bewering te rechtvaardigen dat de met de hand begeleide methode de techniek van keuze is om een nier bij een levende donor te verwijderen en dat deze methode te verkiezen zou zijn boven de volledig laparoscopische techniek. [...]Tenslotte willen wij ingaan op de vermelde risicoreductie wat betreft conversie, dat wil zeggen aanpassing van de operatietechniek vanwege technische problemen. Met de huidige wisselsnedetechnieken die toegepast worden in de meeste Nederlandse transplantatiecentra bij open donornefrectomie heeft conversie nauwelijks gevolgen voor de donor. De chirurgische benadering is een middel en geen doel op zich. De veiligheid van de donor dient centraal te staan

[Response to:] The first 100 hand-assisted laparoscopic donor nephrectomies at the Academic Medical Center in Amsterdam

Met grote interesse lazen wij het artikel van Polle et al. Enkele jaren na de introductie van de laparoscopische donornefrectomie is de met de hand begeleide methode door een aantal klinieken omarmd. De auteurs concluderen dat door het gebruik van een handpoort de operatieduur en de warme-ischemieduur bekort kunnen worden en de kans op conversie naar een open procedure verkleind kan worden.Wij willen erop wijzen dat er geen wetenschappelijke argumenten zijn om de bewering te rechtvaardigen dat de met de hand begeleide methode de techniek van keuze is om een nier bij een levende donor te verwijderen en dat deze methode te verkiezen zou zijn boven de volledig laparoscopische techniek. [...]Tenslotte willen wij ingaan op de vermelde risicoreductie wat betreft conversie, dat wil zeggen aanpassing van de operatietechniek vanwege technische problemen. Met de huidige wisselsnedetechnieken die toegepast worden in de meeste Nederlandse transplantatiecentra bij open donornefrectomie heeft conversie nauwelijks gevolgen voor de donor. De chirurgische benadering is een middel en geen doel op zich. De veiligheid van de donor dient centraal te staan

The problem of anti-pig antibodies in pig-to-primate xenografting: current and novel methods of depletion and/or suppression of production of anti-pig antibodies

The role of antibodies directed against Galalpha1-3Gal (alpha-Gal) epitopes in porcine-to-primate xenotransplantation has been widely studied during the past few years. These antibodies (anti-alpha-Gal) have been associated with both hyperacute rejection and acute vascular rejection of vascularized organs. Depletion and (temporary or permanent) suppression of production of anti-alpha-Gal seem to be essential to the long-term survival of these organs, even when the ultimate aim is accommodation or tolerance. Although more than 95% depletion of anti-alpha-Gal can be achieved by the use of immunoaffinity column technology, to date no regimen has been successful in preventing the return of anti-alpha-Gal (from continuing production). In this review, we discuss current and novel methods for achieving depletion or inhibition (i.e. extracorporeal immunoadsorption, anti-idiotypic antibodies, the intravenous infusion of immunoglobulin or oligosaccharides) and suppression of production (i.e. irradiation, pharmacologic agents, specific monoclonal antibodies, immunotoxins) of anti-alpha-Gal antibodies

Assessment of methotrexate as a potential immunosuppressive agent in baboons

Methotrexate is an anti-proliferative agent that affects both T-cell and B-cell immunity, and therefore might be expected to suppress antibody (Ab) production. Although it has been used in xenotransplantation studies to suppress anti-pig Ab production, it has always been used in combination with other immunosuppressants. The purpose of this study was to measure its effect as a single immunosuppressant on anti-Gal Ab production in baboons (n=4). Pharmacokinetic studies showed that methotrexate was not detected in the blood when administered per os. Prolonged daily IV or IM administration (i) reduced T-cell and B-cell numbers by 50% to 70% and modestly reduced responsiveness on mixed lymphocyte reaction (but only at toxic doses) and (ii) did not result in lowered anti-Gal Ab levels, only marginally reducing the rate of return of Ab after extracorporeal immunoadsorption. Our observations would suggest that methotrexate will not contribute significantly to immunosuppressive regimens in the baboon at non-toxic doses

Impact of Temporary Portocaval Shunting and Initial Arterial Reperfusion in Orthotopic Liver Transplantation

Perioperative Medicine: Efficacy, Safety and Outcom