35 research outputs found
AI redefining the Hospitality Industry
Purpose: This paper aims to explore how artificial intelligence (AI) technologies have redefined the hospitality industry. It develops a theoretical framework to evaluate its impact on employee engagement, retention and productivity levels, stemming from its potential implications for service quality and customer satisfaction. Design/methodology/approach: Based on the exploration of relevant literature, role theory and service-profit chain were used to develop â role-service-profit chain. Findings: Role-service-profit chain is an analytical tool which has strong implications for investment and deployment analysis of the new technologies in hospitality and tourism businesses. It proposes how managers can evaluate how the role expectation of technological innovations relate to service quality and customer satisfaction through its impact on employee-related outcomes (such as employee engagement, retention and productivity), and assess the corresponding impact on profitability and growth, in the context of their own unique internal environment and position in the market. Research limitations/implications: Although an empirical assessment of the hypothesised relationships in the model is required to evaluate and validate it in the hospitality industry, role-service-profit chain presents promising implications for tourism and hospitality practice and future research. Practical implications: Role-service-profit chain is an analytical tool from which managers can make improvements on talent and talent management practices and adjust expectations and behaviours in ways that facilitate improvements in service quality and customer satisfaction. Originality/value: This paper makes an important contribution to hospitality and tourism literature, as it explores how AI technologies implemented to improve on talent and talent management practices impact on service quality and customer satisfaction, and develops analytical tools by which this may be evaluated
Examining talent pools as a core talent management practice in multinational corporations
Many organisations view talent management (TM) as perhaps the most critical challenge of this century. Consequently, it would seem vital that multinational corporations essayed to employ talent pools (TPs) to identify and manage talent more strategically. This paper examines critically the use of TPs as a core TM practice in multinational corporations. Through a multilevel case study of three organisations, we draw on 73 in-depth interviews with human resources and operational leaders at corporate and business unit levels to ascertain how TPs contribute to TM effectiveness. Findings show that TPs can provide a platform for the development of a strong internal talent pipeline if an appropriate TM framework is in place. The results imply that TPs need to be actively managed and underpinned by a rigorous and strategic decision-making process to establish the necessary depth and breadth of talent within TPs, which, in turn, will ensure the overall effectiveness of the TM process. This research responds to the call for much needed empirical evidence on TP practices and suggests a more nuanced view on TP management. Furthermore, this paper offers a model that conceptualises a systematic approach to TP management
De exportrelatie tussen de regio Zwolle en Duitsland: rapportage over de huidige export en het export potentieel vanuit de regio Zwolle met Duitsland
Exportwaarde vanuit Nederland en Overijssel
De totale waarde van de Nederlandse export bedroeg 453,4 miljard Euro (2012) . De export vanuit de provincie Overijssel bedroeg 18,3 miljard Euro (2012) .
In totaal zijn in de regio Zwolle 20,1% van de bedrijven internationaal actief of in buitenlandse handen (landelijk gemiddelde is 18%, Limburg is de meest âinternationaleâ provincie, Friesland de minst âinternationaleâ provincie).
Voor Overijssel zijn MKB-bedrijven verantwoordelijk voor 80% van de exportwaarde.
De totale waarde van de Nederlandse export richting Duitsland bedraagt 99,2 mjrd (2011) (24,2% van de totale export), waarvan 46 mjrd doorvoer (ÂŽre-exportsÂŽ).
Er zijn geen aanwijzingen dat Oost- Nederlandse provincies meer handel drijven en exporteren richting Duitsland dan andere provincies.
Chemische producten zijn de belangrijkste export producten voor Overijssel. Voor de noordelijke provincies en voor Gelderland zijn dat vooral ÂŽfood and live animalsÂŽ.
Het is aannemelijk dat vanuit de regio Zwolle bedrijven in de agrifood, grondstoffen en chemie exporteren naar Duitsland.
Nordrhein-Westfalen (NRW) is de belangrijkste Duitse deelstaat voor wat betreft Nederlandse export. Ruim 40% gaat er naar toe.
Duitsland scoort tweede als bestemming voor Nederlandse diensten (12,5 mjrd in 2011, 10 mjrd in 2010).
De diensten die Nederland exporteert richting Duitsland zijn: transport (35%), reisverkeer (35%), zakelijke dienstverlening (23%).
Deze gegevens geven waarschijnlijk ook een indicatie van welke bedrijven in de regio Zwolle en de provincie Overijssel actief zijn in de diensten export.
Exportgroei richting Duitsland
Bijna 80% van de Nederlandse bedrijven die nu actief zijn in Duitsland verwachten groei te halen in Duitsland. Dat zal volgens de meeste bedrijven gaan via autonome groei, zoals introductie van nieuwe producten en aanboren van nieuwe markten.
Er liggen kansen voor regionale bedrijven in de Duitse auto-industrie, machinebouw, chemie en diensten.
Vanuit de negen topsectoren bekeken kan worden gezegd dat voor alle topsectoren Duitsland kansen biedt voor groei.
3
Zuid-Duitsland is economisch de sterkste regio, heeft de laagste werkloosheid, de sterkste groei, en besteedt relatief het meest aan innovatie.
Nederlandse export heeft met 32,4 miljard Euro âslechtsâ een aandeel van 6,3% in de totale import van Zuid-Duitsland, hetgeen lager is dan het aandeel van Nederlandse export in alle andere Duitse regioâs .
In Zuid-Duitsland zijn de meet- en regeltechniek, auto- en machinebouw (High Tech Systemen en Materialen), biotech (Life Sciences & Health en Energie) en ICT groei- en kans sectoren voor Nederlandse bedrijven.
Exportgroei langere termijn
Om te groeien in export richting Duitsland op langere termijn zal nodig zijn: innovatie (in het MKB), inzetten op een sterkere toeleveringspositie richting de Duitse industrie, inzetten op export van diensten/online diensten, en het uitbreiden van investeringen in Duitsland.
Innovatie en internationalisering hangen samen
Innovatie en internationalisering in het MKB gaan sterk samen. MKB-bedrijven kunnen worden ingedeeld in vijf groepen als het gaat om innovatie: koplopers, ontwikkelaars, toepassers, volgers, en niet-innovatieven.
Van de koplopers is 59% actief in de export, van de ontwikkelaars 39%. Van de volgers en niet-innovatieven zijn respectievelijk slechts 15 en 11% actief in de export.
Lokale aanwezigheid
Lokale aanwezigheid vanuit de regio Zwolle kan alleen bijdragen indien het een aanvulling kan bieden op huidige Nederlandse ondersteuning in Duitsland.
Exportbelemmeringen
De exportbelemmeringen lijken vooral aan de kant van bedrijven zelf te liggen. Gebrek aan bekendheid met de Duitse markt, regelgeving, zakencultuur, en taal zijn de kernbelemmeringen. Hierdoor leeft er bij veel regionale ondernemers een gevoel dat ze niet weten waar te beginnen en hoe het aan te pakken.
Instellingen gericht op handelsrelatie
Er zijn veel instellingen in Nederland die zich volledig of gedeeltelijk bezighouden met de handelsrelatie tussen Nederland en Duitsland.
Het is niet goed mogelijk om uitspraken te doen over de mate van effectiviteit van deze instellingen. Wat is vooral opvalt is het gebrek aan samenhang tussen de verschillende instellingen.
Dat kan er in resulteren dat regionale ondernemers geen overzicht en goed inzicht hebben van de bestaande instellingen en hun dienstenpakket. Ondernemers weten niet bij wie ze kunnen aankloppen voor goed advies en ondersteuning.
4
Exportbevordering
Exportbevordering op de korte termijn betekent vooral gerichte en concrete kennis- en informatieoverdracht en ondersteuning richting ondernemers.
De opzet van een centraal en herkenbaar âloketâ voor regionale ondernemers kan hieraan bijdragen. Een mogelijke opzet voor een soort van Internationaal Zakendoen Expertise Centrum (IZEC) of âDuitsland-deskâ is bijgeleverd.
Op langere termijn is het van belang innovatie (in het MKB) te stimuleren om export richting Duitsland te laten groeien en aansluiting te blijven houden bij de Duitse industrie en dienstverlening. Duitsland investeert meer in research & development (R&D) dan Nederland
Diplomacy means business
De wereldeconomie is in verandering, de economische krachtsverhouding verschuift
naar Azië en dit heeft zijn invloed op internationaal zakendoen. Als onderdeel van
deze internationale economische krachtsverschuiving, verandert ook de rol en de
relatie tussen overheden, internationale bedrijven, non-gouvernementele organisaties
(NGO) en nationale en internationale belangengroeperingen. Manieren van en regels
voor internationaal zakendoen zoals ontwikkelde economieën die gewend waren
zullen niet zondermeer dominant zijn, en ontwikkelde economieën zullen ook hun
internationaliseringsinspanningen moeten versterken om van de internationale
economische krachtsverschuiving te kunnen profiteren. De vraag is echter: doen ze dit in
voldoende mate? En hoe kunnen ze internationalisering versterken?
De Nederlandse economie is sterk internationaal georiënteerd, zo lijkt het. Echter, een
nadere blik maakt zichtbaar dat slechts een klein segment van de Nederlandse bedrijven
echt internationaal actief is. Ook is het aandeel van de handel met opkomende economieën,
in vergelijking met andere EU landen, matig. Verder is van de Nederlandse export ruim
40% zogenaamde doorvoer, hetgeen slechts een kleine toegevoegde waarde heeft. Als de
mate van internationalisering van de Nederlandse economie âmodelâ staat voor andere
ontwikkelde economieën, dan is er nog werk aan de winkel.
Om succesvol te internationaliseren en te profiteren van de internationale economische
verschuivingen is het van essentieel belang te onderkennen dat internationaal zakendoen
in de komende jaren meer een zaak zal zijn van het begrijpen en kunnen omgaan met
een sterkere verwevenheid tussen economie en internationale betrekkingen, tussen
internationaal zakendoen en diplomatie.
Internationale bedrijven hebben diplomatie en diplomatieke competenties nodig om
succesvol te kunnen opereren, ofwel via de âklassiekeâ diplomatieke actoren zoals natiestaten
of door internationale bedrijven zelf die zich meer en meer opwerken als diplomatieke
actoren en zich zelfstandig gaan verhouden tot overheden en andere stakeholders.
Bijvoorbeeld: overheidsvertegenwoordigers en bedrijven kunnen samenwerken om toegang
te verkrijgen tot of uitbreiden in nieuwe buitenlandse markten, en internationale bedrijven
werken aan hun diplomatieke competenties om relaties aan te gaan en te onderhouden met
buitenlandse overheden, NGOs en andere stakeholders
e-HRM Research and Practice: Facing the Challenges Ahead
The history of e-HRM research extends back about 4 decades. In that time, researchers have provided a rich foundation for a better understanding of issues such as e-HRM implementation, e-HRM usage, and e-HRM outcomes. The past decade in particular saw an impressive growth of publications, but more work is still needed because the field of the intersection of HRM and information technology is dynamic: HRM strategies, policies, practices and instruments as well as information technologies progress. In this chapter, we identify and describe the challenges that lie ahead for e-HRM research based on five earlier publications in the period 2009â2012. We reflect on them and modify them based on recent research outcomes. We conclude that, given the sizeable challenges identified, e-HRM research is far from âdeadâ; it is more alive than ever. Furthermore, the number of e-HRM researchers from the HRM field as well as from the IT field needs to grow in order to meet the research challenges that lie ahead