Effectiveness of a web-based health risk assessment with individually-tailored feedback on lifestyle behaviour: study protocol

<p>Abstract</p> <p>Background</p> <p>Physical inactivity, unhealthy dietary habits, smoking and high alcohol consumption are recognized risk factors for cardiovascular disease and cancer. Web-based health risk assessments with tailored feedback seem promising in promoting a healthy lifestyle. This study evaluates the effectiveness of a web-based health risk assessment with individually-tailored feedback on lifestyle behaviour, conducted in a worksite setting.</p> <p>Methods/Design</p> <p>The web-based health risk assessment starts with a questionnaire covering socio-demographic variables, family and personal medical history, lifestyle behaviour and psychological variables. Prognostic models are used to estimate individual cardiovascular risks. In case of high risk further biometric and laboratory evaluation is advised. All participants receive individually-tailored feedback on their responses to the health risk assessment questionnaire. The study uses a quasi-experimental design with a waiting list control group. Data are collected at baseline (T0) and after six months (T1). Within each company, clusters of employees are allocated to either the intervention or the control group. Primary outcome is lifestyle behaviour, expressed as the sum of five indicators namely physical activity, nutrition, smoking behaviour, alcohol consumption, and symptoms of burnout. Multilevel regression analysis will be used to answer the main research question and to correct for clustering effects. Baseline differences between the intervention and control group in the distribution of characteristics with a potential effect on lifestyle change will be taken into account in further analyses using propensity scores.</p> <p>Discussion</p> <p>This study will increase insight into the effectiveness of health risk assessments with tailored feedback and into conditions that may modify the effectiveness. This information can be used to design effective interventions for lifestyle behaviour change among employees.</p> <p>Trial registration</p> <p>Dutch Trial Register <a href="http://www.trialregister.nl/trialreg/admin/rctview.asp?TC=NTR8148">NTR8148</a>.</p

Dietary polyunsaturated fat intake is associated with low-density lipoprotein size, but not with susceptibility to oxidation in subjects with impaired glucose metabolism and type II diabetes: the Hoorn study

OBJECTIVE: A high monounsaturated fatty acid (MUFA) and polyunsaturated fatty acid (PUFA) intake is associated with lower plasma low-density lipoprotein (LDL)-cholesterol. However, PUFA may increase the susceptibility of LDL to undergo oxidative modifications. The aim of this study was to analyze the association of habitual dietary fat intake with LDL size and oxidizability. DESIGN: Cross-sectional. SETTING: Cohort study. SUBJECTS: Seven hundred and fifty-eight subjects with normal, impaired glucose metabolism and type II diabetes. INTERVENTIONS: Mean LDL size was measured by high-performance gel-filtration chromatography. In vitro oxidizability of LDL was determined by measuring lag time, reflecting the resistance of LDL to copper-induced oxidation. Information about dietary fat intake was obtained by a validated food frequency questionnaire. RESULTS: PUFA intake (energy percent) was significantly and negatively associated with LDL size in subjects with type II diabetes (standardized beta (95% confidence interval) -0.17 (-0.28;-0.06)) and impaired glucose metabolism - although not statistically significant - (-0.09 (-0.24;0.05)), but not in subjects with normal glucose metabolism (0.01 (-0.10;0.12)) (P-value for interaction=0.02). No significant associations were observed for total, saturated fat and MUFA intake with LDL size. Intake of fat was associated with lag time; however, the small magnitude of the associations suggested that the composition of dietary fat is not a major factor affecting lag time. The same association with lag time was observed in all three glucose metabolism categories. CONCLUSIONS: In individuals with abnormal glucose metabolism, higher PUFA intake is associated with smaller LDL particle size, but does not alter the susceptibility of LDL to in vitro oxidation. SPONSORSHIP: Dutch Diabetes Research Foundation, and the Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO)

Stressors and resources mediate the association of socioeconomic position with health behaviours

Peer reviewedPublisher PD

Towards a new system of dietary monitoring in the Netherlands

Here, proposals are presented for a new system of dietary monitoring. The core of the system comprises a (semi-)continuous collection of data pertaining to the general population aged from 4 to 69 years. Separate surveys are advised for the various components made up of specific target groups, specific foods, nutritional status and/or determinants of dietary behavior. This system is set up to underpin a policy that will provide adequate healthy nutrition and food safety. The dietary assessment method used for designing the core data collection will consist of two non-consecutive 24-h dietary recalls in combination with a self-administered questionnaire; subjects will be recruited from consumer panels. Separate food consumption surveys are needed for the various components made up of young children, ethnic groups, pregnant and lactating women, and (institutionalized) elderly people. Calibration of the new and old methodologies will be necessary to study time trends in dietary intake, while insight into the validity of the employed methods is also required. Bottlenecks in nutrition signaled in the surveys may induce follow-up studies on nutritional status or on determinants of dietary behavior. The follow-up surveys should form an integral part of the dietary monitoring system. The new design and methodologies for dietary monitoring in the Netherlands are supported by many expertsDit rapport omvat een advies over de invulling van een nieuw voedingspeilingsysteem. De basis wordt gevormd door een (semi)continue gegevensverzameling onder de algemene bevolking van 4-69 jaar. Daarnaast worden aanvullende onderzoeken bij specifieke doelgroepen, naar specifieke producten, naar voedingsstatus en/of naar determinanten van voedselconsumptie aanbevolen. Een dergelijk nieuw systeem is essentieel voor een adequaat toekomstig beleid op het gebied van voeding en voedselveiligheid. De voedselconsumptiemethode voor de basisgegevensverzameling zal bestaan uit twee niet-aaneengesloten 24-uursvoedingsnavragen aangevuld met een schriftelijke vragenlijst; de deelnemers zullen geworven worden uit een consumentenpanel. Voor jonge kinderen, allochtonen, zwangere en lacterende vrouwen en (geinstitutioneerde) ouderen of voor specifieke belangrijke producten zijn aparte - aanvullende - voedselconsumptiepeilingen nodig. Om tijdtrendanalyses met het verleden mogelijk te maken wordt aanbevolen een ijkingsstudie uit te voeren. Bovendien is het belangrijk om inzicht in de validiteit van de voedselconsumptie-gegevens te krijgen. Wanneer uit de voedselconsumptiepeilingen indicaties van knelpunten in de voeding naar voren komen, kan gericht vervolgonderzoek naar bijvoorbeeld voedingsstatus of determinanten van voedingsgedrag belangrijk zijn. Geadviseerd wordt om ook dit vervolgonderzoek integraal onderdeel te laten uitmaken van het voedingspeilingsysteem. Het voorgestelde toekomstige voedingspeilingsysteem heeft een breed draagvlak. De hierboven beschreven opzet en inhoud van het systeem wordt onderschreven door vele ter zake kundigen

Towards a new system of dietary monitoring in the Netherlands

Dit rapport omvat een advies over de invulling van een nieuw voedingspeilingsysteem. De basis wordt gevormd door een (semi)continue gegevensverzameling onder de algemene bevolking van 4-69 jaar. Daarnaast worden aanvullende onderzoeken bij specifieke doelgroepen, naar specifieke producten, naar voedingsstatus en/of naar determinanten van voedselconsumptie aanbevolen. Een dergelijk nieuw systeem is essentieel voor een adequaat toekomstig beleid op het gebied van voeding en voedselveiligheid. De voedselconsumptiemethode voor de basisgegevensverzameling zal bestaan uit twee niet-aaneengesloten 24-uursvoedingsnavragen aangevuld met een schriftelijke vragenlijst; de deelnemers zullen geworven worden uit een consumentenpanel. Voor jonge kinderen, allochtonen, zwangere en lacterende vrouwen en (geinstitutioneerde) ouderen of voor specifieke belangrijke producten zijn aparte - aanvullende - voedselconsumptiepeilingen nodig. Om tijdtrendanalyses met het verleden mogelijk te maken wordt aanbevolen een ijkingsstudie uit te voeren. Bovendien is het belangrijk om inzicht in de validiteit van de voedselconsumptie-gegevens te krijgen. Wanneer uit de voedselconsumptiepeilingen indicaties van knelpunten in de voeding naar voren komen, kan gericht vervolgonderzoek naar bijvoorbeeld voedingsstatus of determinanten van voedingsgedrag belangrijk zijn. Geadviseerd wordt om ook dit vervolgonderzoek integraal onderdeel te laten uitmaken van het voedingspeilingsysteem. Het voorgestelde toekomstige voedingspeilingsysteem heeft een breed draagvlak. De hierboven beschreven opzet en inhoud van het systeem wordt onderschreven door vele ter zake kundigen.Here, proposals are presented for a new system of dietary monitoring. The core of the system comprises a (semi-)continuous collection of data pertaining to the general population aged from 4 to 69 years. Separate surveys are advised for the various components made up of specific target groups, specific foods, nutritional status and/or determinants of dietary behavior. This system is set up to underpin a policy that will provide adequate healthy nutrition and food safety. The dietary assessment method used for designing the core data collection will consist of two non-consecutive 24-h dietary recalls in combination with a self-administered questionnaire; subjects will be recruited from consumer panels. Separate food consumption surveys are needed for the various components made up of young children, ethnic groups, pregnant and lactating women, and (institutionalized) elderly people. Calibration of the new and old methodologies will be necessary to study time trends in dietary intake, while insight into the validity of the employed methods is also required. Bottlenecks in nutrition signaled in the surveys may induce follow-up studies on nutritional status or on determinants of dietary behavior. The follow-up surveys should form an integral part of the dietary monitoring system. The new design and methodologies for dietary monitoring in the Netherlands are supported by many expertsVW