206 research outputs found
Environment and harvest time affects the combustion qualities of Miscanthus genotypes
Miscanthus spp. are high-yielding perennial C4 grasses, native to Asia, that are being investigated in Europe as potential biofuels. Production of economically viable solid biofuel must combine high biomass yields with good combustion qualities. Good biomass combustion quality depends on minimizing moisture, ash, K, chloride, N, and S. To this end, field trials at five sites in Europe from Sweden to Portugal were planted with 15 different genotypes including M. x giganteus, M. sacchariflorus, M. sinensis, and newly bred M. sinensis hybrids. Yield and combustion quality at an autumn and a late winter/ early spring harvest were determined in the third year after planting when the stands had reached maturity. As expected, delaying the harvest by three to four months improved the combustion quality of all genotypes by reducing ash (from 40 to 25 g kg-1 dry matter), K (from 9 to 4 g kg-1 dry matter), chloride (from 4 to 1 g kg-1 dry matter), N (from 5 to 4 g kg-1 dry matter), and moisture (from 564 to 291 g kg-1 fresh matter). However, the delayed harvest also decreased mean biomass yields from 17 to 14 t ha-1. There is a strong interaction among yield, quality, and site growing conditions. Results show that in northern regions of Europe, M. sinensis hybrids can be recommended for high yields (yielding up to 25 t ha-1), but M. sinensis (nonhybrid) genotypes have higher combustion qualities. In mid- and south Europe, M. giganteus (yielding up to 38 t ha-1) or specific high-yielding M. sinensis hybrids (yielding up to 41 t ha-1) are more suitable for biofuel production
De N340- noodzakelijk goed door de tuin van Nederland; De relatie tussen infrastructuur en gebiedsontwikkeling in het Vechtdal.
De inrichting van Nederland gaat de komende decennia veranderen. Tegelijk blijft de mobiliteit sterk toenemen. Op verzoek van Stichting Duurzaam door het Vechtdal heeft de Wetenschapswinkel resultaten van onderzoek gepubliceerd, waaraan een eerder verschenen afstudeeronderwerp (van eerste twee auteurs) aan ten grondslag ligt
Groeven en graven : nieuw leven voor voormalige zandgroeven in Zuid-Limburg
De milieugroep Regionaal Stort Westelijke Mijnstreek vroeg zich af of de zandgroeves bij Spaubeek en Schinnen niet op een betere en snellere manier ingericht konden worden dan in de planvorming tot nu toe gebeurde. Om deze vraag te beantwoorden is een overzicht gemaakt van de regionale behoeften en gekeken of met een aantal ontwerpen aan die behoeften tegemoet gekomen kan worden. Het blijkt dat een op natuur en licht recreatief medegebruik gerichte inrichting het meest aansluit bij de wensen van bewoners en bestuurder
Eefde: identiteit en toekomst van een woondorp in het groen
In aanvulling op het onlangs afgeronde Dorpsplan Eefde had de dorpsraad van dit Gelderse dorp behoefte aan een visie voor de sociaal-ruimtelijke ontwikkeling voor Eefde. Dit met name in het licht van de grote infrastructurele projecten die in Eefde gepland staan voor de komende jaren. Het is in dit kader dat de Dorpsraad zich tot de Wetenschapswinkel wendde met het verzoek na te denken over een toekomstvisie voor het dorp, maar dan wel één die nadrukkelijk verankerd is in de Eefdese realiteit
Gastric carcinoma: review of the results of treatment in a community teaching hospital
<p>Abstract</p> <p>Background</p> <p>The aim of this study is to provide data on long term results of gastric cancer surgery and in particular the D1 gastric resection.</p> <p>Methods</p> <p>In the period 1992-2004, 235 male and female patients with a median age of 69 and 70 years respectively, were included with a stage I through IV gastric carcinoma, of which 37% was stage IV disease. Whenever possible a gastric resection was performed. In case of obstructive tumour growth palliation was provided by means of a gastro-enterostomy.</p> <p>Results</p> <p>Gastrectomy with curative intent was achieved in 50%, palliative resection in 22%, palliative surgery (gastro-enterostomy) in 10% and in 18% irresectability led to surgical exploration only. Patients in the curative intent group demonstrated a 47% survival after 5 years and up to 34% after 10 years. However metastases where seen in 32% of the patients after gastrectomy with curative intent. After palliative resection one year survival was 57%, whereas 19% survived more than 3 years. Overall postoperative morbidity and mortality rates were 40% and 13% respectively.</p> <p>Conclusion</p> <p>Long term survival after surgery for gastric cancer is poor and is improved by early detection and radical resection. However, palliative resection showed improved survival compared to gastro-enterostomy alone or no resection at all which may be an effect of adjuvant therapy.</p
Wetenschapswinkel Wageningen UR : 25 jaar! : jubileummagazine 25 jaar Wetenschapswinkel Wageningen University & Research Centre
Dertig jaar geleden hielden studenten vier weken lang het hoofdgebouw van de Landbouwhogeschool bezet. Ze wilden niet alleen onderzoek doen voor bedrijven. En niet alleen onderzoek om het onderzoek. Ze wilden probleemgericht onderwijs en onderzoek. De universiteit moest er ook zijn voor die groepen in de samenleving die geen toegang hadden tot de zegeningen van het wetenschappelijk onderzoek. Een groepje studenten en medewerkers van de hogeschool stak tijdens die bezetting de koppen bij elkaar om de voorloper van de Wetenschapswinkel in Wageningen op te richten. De Wetenschapswinkel wilde geen rapportjes opleveren die onderin de la zouden verdwijnen. We besteedden daarom veel tijd aan het vertalen van de vraag waar de ‘klant’ mee binnenkwam naar een onderzoeksvraag die de vragensteller werkelijk verder zou brengen. Nu 25 jaar later. Kennis is voor iedereen, via internet, vrij beschikbaar
Mountainbikers op de Utrechtse Heuvelrug : een voorstel voor een uitdagende en financieel haalbare routestructuur waarbij beheer en aansprakelijkheid geregeld zijn
Het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug (NPUH) is een belangrijk gebied voor mountainbikers. Terreinfietsers (lokaal, regionaal en uit andere delen van het land) komen naar de omgeving van Amerongen, Leersum en Veenendaal om daar hun sport te beoefenen. De huidige mountainbikeroutes (vier routes tussen Rhenen, Veenendaal, Amerongen en Leersum) schieten tekort doordat de routes te druk, te kort en niet uitdagend genoeg zijn. Bovendien zijn er geen routes te vinden in het westelijk gedeel van het gebied. Sommige mountainbikers kiezen daardoor geheel of gedeeltelijk hun eigen route. Voor de meeste terreineigenaren is deze ongereguleerde aanwezigheid van mountainbikers op hun terrein niet gewenst. De conflicten tussen terreineigenaren, wandelaars en natuur aan de ene kant en mountainbikers aan de andere kant zullen daarom bij ongewijzigd beleid alleen maar toenemen. Uit onderzoek onder terreinfietsers is gebleken dat zij bereid zijn voor een verbeterde routestructuur toegang te betalen, bij conservatieve schattingen: 2 euro voor een dagkaart, 15 euro voor een jaarkaart. Deze bedragen vermenigvuldigd met de huidige aantallen bezoekers (conservatieve schattingen) geven voldoende inkomsten om het recreatieschap te betalen voor het overnemen van beheer en aansprakelijkheid en de terreineigenaren te belonen voor het openstellen van hun terrein
Een groen spoor door Amersfoort : multifunctioneel landgebruik geeft meerwaarde voor alle partijen
Vereniging Duurzaam Soesterkwartier heeft de afgelopen paar jaar onderzoek laten uitvoeren naar de haalbaarheid van het concept "Groene Spoor". De spoorzone van Amersfoort biedt namelijk een unieke mogelijkheid voor een groene recreatieve verbinding tussen binnenstad en buitengebied, voor meer groen en natuur in de stad, meer ruimte voor natuurspelen, ontmoeting, sport en bewegen. Juist hier liggen kansen doordat het gebied nog volop in ontwikkeling is
Biodiversiteit in Zundert : concrete maatregelen ter bevordering van de ecologische kwaliteit in de gemeente Zundert
Dit rapport beschrijft hoe de ecologische kwaliteit van de gemeente Zundert verbeterd kan worden. Ecologische kwaliteit is hier gedefinieerd als een combinatie van diversiteit, samenhang en duurzaamheid. Om de diversiteit te vergroten, zijn maatregelen ontworpen die de levensomstandigheden voor zorgvuldig geselecteerde ambassadeurssoorten optimaliseren. In het kielzog van de ambassadeurssoorten zullen ook andere soorten profiteren. Om de samenhang te vergroten, zijn maatregelen ontworpen die de ecologische verbindingen op landschapsschaal en op ecotoopschaal kunnen herstellen. Om de duurzaamheid van de maatregelen te borgen, wordt voor een aantal betrokken partijen een voorzet gedaan voor natuurplannen
- …