26 research outputs found
Klagen over bureaucratie in de zorg?
Enkele oncologen beklaagden zich onlangs over de sterk toegenomen bemoeienis van de Inspectie voor de
Gezondheidszorg met hun werk, die als bureaucratisch
werd bestempeld. Wat is hier aan de hand? Als de oncologen
zich belemmerd voelen, moeten we ons afvragen hoeveel beslissingsruimte dokters voor hun werk nodig menen te hebben, maar ook hoeveel vrijheid de maatschappij hun wil toestaan. Waarom dergelijke interventies van de Inspectie? Er blijkt een te grote variatie te bestaan tussen zorgverleners bij hun benadering van hetzelfde medische probleem en patiënten lijden schade
omdat de kwaliteit van zorg regelmatig tekort schiet. Als het anders en vooral beter moet, zijn het alleen de zorgprofessionals die de gewenste veranderingen kunnen realiseren. Maar hoe beweeg je hen daartoe, wat moeten ze dan anders gaan doen en waarom? Er komt steeds meer wet- en regelgeving, er is toenemende protocollering en intensiever toezicht. Dat geeft de werkers in de zorg een gevoel van toenemende inmenging van
buitenaf en daardoor afname van hun professionele vrijheid.
Bureaucratische bemoeizucht versus professionele autonomie. Over dat spanningsveld gaat dit commentaar
Juridische beoordeling van fouten bij telefonische triage
Telefonische hulpverzoeken wegens acute medische problemen komen terecht óf bij de lokale
huisartsenpost óf bij de meldkamer ambulancezorg van het landelijke alarmnummer 112. Deze
hulpvraag wordt meestal opgevangen door een speciaal opgeleide centralist en die dient te
beoordelen hoe spoedeisend het probleem is en welke acties moeten worden ondernomen.
Werkelijk urgente kwesties worden door hen echter niet altijd als zodanig herkend. Als het
vervolgens met de patiënt slecht afloopt, kan dat leiden tot juridische acties. Dan moet er een
normatief oordeel worden geveld over de wijze waarop het probleem werd afgehandeld.
Als we door een juridische bril naar de opvang van acute medische problemen kijken, wat
leert ons dat? Een dergelijke evaluatie verbindt de juridische met de medische dimensie en ik
laat in dit artikel aan de hand van twee voorbeelden zien wat de relatie is tussen deze twee
aspecten. Zo maakt klinisch-epidemiologisch onderzoek duidelijk dat met alleen telefonische
triage het herkennen van ernstige ziektebeelden vaak tekort zal schieten. Daarmee genereert
een dergelijk triagesysteem dus ontevredenheid en vraag naar rechtshulp. Juist vanuit juridisch
gezichtspunt wordt niet alleen naar het afzonderlijke geval gekeken, maar wordt tevens
meer in het algemeen de vraag gesteld hoe deugdelijk de organisatie van de opvang van acute
medische problemen zou moeten zijn
Waarheidsvinding: worstelen met wijsheid achteraf
Rechtspreken is normatief oordelen. Ook al worden aan de rechter als persoon hoge professionele en psychologische
eisen gesteld, toch kan diens vonnis onjuist blijken. Die dwaling kan op haar beurt weer aanleiding zijn
die juridische procedure aan een normatief onderzoek te onderwerpen. Maar bij ieder oordeel is behoedzaamheid
geboden. Of het nu gaat om rechtspraak in eerste aanleg, hoger beroep of cassatie dan wel een evaluatiecommissie
die zich buigt over een geruchtmakende gerechtelijke dwaling, steeds moet terug in de tijd worden gegaan
waarbij de onzalige afloop aan de beoordelaars bekend is. Die kennis stuurt en stoort het oordeel. Daarom moet
waarheidsvinding met methodische zorgvuldigheid worden uitgevoerd om recht te doen aan de oorspronkelijke
situatie en daarbij zo veel als mogelijk is wijsheid achteraf te vermijden. In dit artikel een verkenning van deze
problematiek
de calamiteit: perceptie en primaire psychologische reacties en hun betekenis voor het aansprakelijkheidsrecht
De taak van de juridische beslisser is om een hem of haar voorgelegd probleem op te lossen. De eerste stap is het definiëren en representeren van de kwestie. De manier waarop die bij aanvang van het geschil door eisers wordt weergegeven, is bepalend voor de wijze waarop het verder wordt aangepakt en opgelost. Maar let op: de primaire psychologische reacties van de gelaedeerde zijn vaak bepalend voor de juridische inkadering en de wijze waarop in de procedure het onderzoek wordt verricht. Daarmee kan het proces van waarheidsvinding ongewild beïnvloed worden ten nadele van de gedaagde partij. Uit het fair trial-beginsel vloeit voort dat we een objectieve causale verklaring voor de gebeurtenissen zoeken om billijk te kunnen oordelen maar ook om er werkelijk van te kunnen leren – het preventieve functie. Inzicht in de vertekende psychologische mechanismen en de daarop gebaseerde aanpassingen van de werk- en oordeelsprocessen om die subjectieve sturing te vermijden of te corrigeren, zijn een voorwaarde voor een rechtvaardige beslissing
Voorlopig deskundigenbericht
Verzoek om aanvullend voorlopig deskundigenbericht.
Een man wordt in een ziekenhuis geopereerd
wegens een goedaardige tumor in het hoofd-halsgebied.
Er ontstaan daarbij complicaties, eerst in
de zin van een bloeding in het wondgebied en later,
mogelijk als gevolg daarvan, een beschadiging van
de aangezichtszenuw waardoor de gezichtsspieren
van de rechter gelaatshelft verlamd raken. De gelaedeerde
wil hiervoor schadevergoeding vorderen en
op diens verzoek gelast de rechter een voorlopig
deskundigenbericht. Partijen bereiken zowel overeenstemming
over de vraagstelling als de persoon
van de deskundige. Na het verschijnen van het rapport
heeft het ziekenhuis echter tal van bezwaren,
meent niet te kunnen beoordelen of aansprakelijkheid
nu wel of niet dient te worden erkend en stelt
daarom belang te hebben bij een nieuw deskundigenonderzoek.
Een van die bezwaren betrof de persoon
van de deskundige, die achteraf bleek zowel
opleider als promotor te zijn van de beide artsen
wier handelen door hem moesten worden beoordeeld.
De rechtbank stelt bij beschikking echter op
alle punten het ziekenhuis in het ongelijk en wijst
het verzoek af
De juridische afhandeling van medische aansprakelijkheid: kwesties inzake volgorde en vraagstelling
Aansprakelijkheidsrecht is vooral psychologie. Wie zich het slachtoffer van een medische fout voelt, veronderstelt
dat zijn of haar behandelaar tekort is geschoten wat betreft werkhouding en aandacht. Daarmee wordt de toon
gezet en draait de juridische strijd hoofdzakelijk om de persoon van de arts en wordt de situatie waarin het
medisch handelen plaatsvond veronachtzaamd. Dat werkt door in de manier waarop de kwestie juridisch wordt
afgehandeld. De prioriteit ligt bij het aantonen van de juridische fout, waarbij de vraag wordt gesteld of de arts
handelde zoals van een redelijk bekwaam hulpverlener mocht worden verwacht. Het formuleren van (rechts)relevante vragen moet uitgebreider en preciezer, de wijze van onderzoek ter beantwoording van die vragen moet methodischer en over de volgorde waarmee de kwesties worden afgehandeld nagedacht. Onderzoek naar causaliteit wordt ook beïnvloed door de gedragsmechanismen van het slachtoffer. Een efficiëntere en inhoudelijk betere werkwijze van het aansprakelijkheidsrecht wordt voorgesteld, waarbij de verstorende invloed van de begrijpelijke negatieve emoties van de gelaedeerde op het proces van waarheidsvinding moet worden vermeden
Multidisciplinaire oncologische teams: niet polderen
De bekende clichés als ‘vele handen maken licht werk’ of ‘twee weten meer dan een’ doen vermoeden dat dingen vanzelf beter gaan zodra meerdere mensen zich ergens mee gaan bemoeien. Maar voor het optimaal laten functioneren van een multidisciplinair team zal er meer moeten gebeuren dan alleen de professionals bij elkaar te brengen
Oordelen over personenschade veroorzaakt door diagnostische fouten
Inleiding
Personenschade door foutief medisch handelen kan het gevolg
zijn van hetzij therapeutische, hetzij diagnostische interventies.
Jarenlang voerden schadeclaims over onjuiste medische
behandelingen de boventoon. Meestal ging het daarbij om verkeerd
uitgevoerde ingrepen, onvoldoende bewaking van de
patiënt tijdens en na de ingreep, het niet tijdig herkennen van
complicaties of medicatiefouten. In een recente kroniek over
medische aansprakelijkheid domineren nog steeds de therapeutische
interventies.1 Zo ook in een onlangs verschenen
proefschrift over onbedoelde zorggerelateerde schade.2 De
laatste jaren echter is er een verschuiving merkbaar, want
steeds meer schadeclaims gaan over diagnostische fouten.
Diverse onderzoeken in de Verenigde Staten hebben laten
zien dat momenteel vaak al meer dan de helft van de schadeclaims
vermeende diagnostische fouten betreft. Ook blijkt dat
de toegewezen schadebedragen bij diagnostische claims gemiddeld
hoger liggen dan bij therapeutische.3 Cijfers over
dergelijke trends zijn in Nederland nog nauwelijks voorhanden,
maar deze internationale tendens zal zeker niet aan ons
voorbijgaan