Enkele oncologen beklaagden zich onlangs over de sterk toegenomen bemoeienis van de Inspectie voor de
Gezondheidszorg met hun werk, die als bureaucratisch
werd bestempeld. Wat is hier aan de hand? Als de oncologen
zich belemmerd voelen, moeten we ons afvragen hoeveel beslissingsruimte dokters voor hun werk nodig menen te hebben, maar ook hoeveel vrijheid de maatschappij hun wil toestaan. Waarom dergelijke interventies van de Inspectie? Er blijkt een te grote variatie te bestaan tussen zorgverleners bij hun benadering van hetzelfde medische probleem en patiënten lijden schade
omdat de kwaliteit van zorg regelmatig tekort schiet. Als het anders en vooral beter moet, zijn het alleen de zorgprofessionals die de gewenste veranderingen kunnen realiseren. Maar hoe beweeg je hen daartoe, wat moeten ze dan anders gaan doen en waarom? Er komt steeds meer wet- en regelgeving, er is toenemende protocollering en intensiever toezicht. Dat geeft de werkers in de zorg een gevoel van toenemende inmenging van
buitenaf en daardoor afname van hun professionele vrijheid.
Bureaucratische bemoeizucht versus professionele autonomie. Over dat spanningsveld gaat dit commentaar