Telefonische hulpverzoeken wegens acute medische problemen komen terecht óf bij de lokale
huisartsenpost óf bij de meldkamer ambulancezorg van het landelijke alarmnummer 112. Deze
hulpvraag wordt meestal opgevangen door een speciaal opgeleide centralist en die dient te
beoordelen hoe spoedeisend het probleem is en welke acties moeten worden ondernomen.
Werkelijk urgente kwesties worden door hen echter niet altijd als zodanig herkend. Als het
vervolgens met de patiënt slecht afloopt, kan dat leiden tot juridische acties. Dan moet er een
normatief oordeel worden geveld over de wijze waarop het probleem werd afgehandeld.
Als we door een juridische bril naar de opvang van acute medische problemen kijken, wat
leert ons dat? Een dergelijke evaluatie verbindt de juridische met de medische dimensie en ik
laat in dit artikel aan de hand van twee voorbeelden zien wat de relatie is tussen deze twee
aspecten. Zo maakt klinisch-epidemiologisch onderzoek duidelijk dat met alleen telefonische
triage het herkennen van ernstige ziektebeelden vaak tekort zal schieten. Daarmee genereert
een dergelijk triagesysteem dus ontevredenheid en vraag naar rechtshulp. Juist vanuit juridisch
gezichtspunt wordt niet alleen naar het afzonderlijke geval gekeken, maar wordt tevens
meer in het algemeen de vraag gesteld hoe deugdelijk de organisatie van de opvang van acute
medische problemen zou moeten zijn