91 research outputs found

    Using life-history traits to explain bird population responses to changing weather variability

    Get PDF
    Bird population dynamics are expected to change in response to increased weather variability, an expression of climate change. The extent to which species are sensitive to effects of weather on survival and reproduction depends on their life-history traits. We investigated how breeding bird species can be grouped, based on their life-history traits and according to weather-correlated population dynamics. We developed and applied the linear trait–environment method (LTE), which is a modified version of the fourth-corner method. Despite our focus on single traits, 2 strategies—combinations of several traits—stand out. As expected, breeding populations of waterfowl species are negatively impacted by severe winters directly preceding territory monitoring, probably because of increased adult mortality. Waterfowl species combine several traits: they often breed at ground or water level, feed on plant material, are precocial and are generally short-distance or partial migrants. Furthermore, we found a decline in population growth rates of insectivorous long-distance migrants due to mild winters and warm springs in the year before territory monitoring, which may be caused by reduced reproduction due to trophic mismatches. We identify species that are expected to show the most significant responses to changing weather variability, assuming that our conclusions are based on causal relationships and that the way species, weather variables and habitat interact will not alter. Species expected to respond positively can again be roughly categorized as waterfowl species, while insectivorous long-distance migrants are mostly expected to respond negatively. As species traits play an important role in constructing functional groups that are relevant to the provisioning of ecosystem services, our study enables the incorporation of ecosystem vulnerability to climate change into such functional approache

    Verspreiding in beeld met kansenkaarten

    Get PDF
    De afgelopen jaren zijn allerlei methoden ontwikkeld om onvolledige datasets om te zetten naar dekkende verspreidingsbeelden. Een gehanteerde techniek bestaat uit het genereren van de zogeheten 'kans op voorkomen', ofwel abundatiekaart, ook wel kansenkaart. Aan de hand van twee voorbeelden (Heivlinder en Gestreepte waterroofkever) wordt de verspreiding van soorten inzichtelijk gemaakt. Een analyse van gegevens verricht door Universiteit Amsterdam, Alterra en SOVO

    Verkenning LARCH: omgaan met kwaliteit binnen ecologische netwerken

    Get PDF
    Vanuit de taak van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is er een grote behoefte om de realisatie van beleidsdoelen te meten en te toetsen. In het bouwwerk van de graadmeter Natuurwaarde worden zowel meetnetten als modellen gebruikt. De meetnetten worden gebruikt om inzicht te krijgen in de actuele situatie van de natuur. De modellen worden veelal gebruikt om toekomstscenario’s te beoordelen. LARCH is als kennissysteem/model voor fauna onderdeel van dit samenhangend systeem. Het blijkt dat bij de ontwikkeling en het gebruik van LARCH geen eenduidige lijn is gevolgd met betrekking tot het te modelleren resultaat. Het PBL is daarom op zoek naar een scherpe visie voor LARCH, van waaruit nieuwe modellen ontwikkeld kunnen worden of onderbouwende studies aangestuurd kunnen worden. Om te komen tot een kennissysteem waarbinnen de nieuwe modellijn goed functioneert, zijn een aantal technische aanpassingen, een aantal onderbouwende studies en kwaliteitsborging belangrijk. Voor 25 vlindersoorten en 38 vogelsoorten en alle Vogel- en Habitrichtlijnsoorten zullen de critical loads bepaald moeten worden. Vervolgens zal van alle soorten nagegaan moeten worden in hoeverre het eindresultaat een goede weergave van potentiële leefgebieden geeft. Wanneer alle soortmodellen gereed zijn, moet een gevoeligheidsanalyse en een onzekerheidsanalyse worden uitgevoerd. Aldus is verwoord in het onderzoek van Alterra, SOVON en Wageningen Universiteit (Entomologie

    Prioritaire gebieden binnen de Ecologische Hoofdstructuur voor behoud doelsoorten vlinders en vogels

    Get PDF
    Gegevens van de graadmeters ’actuele kwaliteit ecosysteem landnatuur’ en ‘gerichtheid milieu- en ruimtecondities voor duurzaam voortbestaan’ op soortniveau zijn gekoppeld om per soort een ruimtelijk bestand te genereren van gebieden die belangrijk zijn voor het behoud van de doelsoorten vlinders en vogels. Vervolgens zijn de resultaten van alle soorten geaggregeerd tot één ruimtelijk bestand over het belang van natuurgebieden voor soortbehoud. Daarbij zijn de soorten ingedeeld naar ecologische urgentieklassen. Soorten die actueel weinig voorkomen en die weinig potentieel leefgebied hebben in Nederland hebben de hoogste urgentieklassen gekregen. Soorten die momenteel veel voorkomen en veel potentieel leefgebied hebben, hebben de laagste ecologische urgentieklasse gekregen. Doel van het onderzoek is het verkennen van de meerwaarde van het combineren van de graadmeters voor beleidsevaluaties en verkenningen
    • …
    corecore