Random mixtures of polycyclic aromatic hydrocarbon spectra match interstellar infrared emission

The mid-infrared (IR; 5-15~$\mu$m) spectrum of a wide variety of astronomical objects exhibits a set of broad emission features at 6.2, 7.7, 8.6, 11.3 and 12.7 $\mu$m. About 30 years ago it was proposed that these signatures are due to emission from a family of UV heated nanometer-sized carbonaceous molecules known as polycyclic aromatic hydrocarbons (PAHs), causing them to be referred to as aromatic IR bands (AIBs). Today, the acceptance of the PAH model is far from settled, as the identification of a single PAH in space has not yet been successful and physically relevant theoretical models involving ``true'' PAH cross sections do not reproduce the AIBs in detail. In this paper, we use the NASA Ames PAH IR Spectroscopic Database, which contains over 500 quantum-computed spectra, in conjunction with a simple emission model, to show that the spectrum produced by any random mixture of at least 30 PAHs converges to the same 'kernel'-spectrum. This kernel-spectrum captures the essence of the PAH emission spectrum and is highly correlated with observations of AIBs, strongly supporting PAHs as their source. Also, the fact that a large number of molecules are required implies that spectroscopic signatures of the individual PAHs contributing to the AIBs spanning the visible, near-infrared, and far infrared spectral regions are weak, explaining why they have not yet been detected. An improved effort, joining laboratory, theoretical, and observational studies of the PAH emission process, will support the use of PAH features as a probe of physical and chemical conditions in the nearby and distant Universe

De hebzucht en angst voorbij - duurzaam financieel management:een onderzoeksprogramma naar ethisch, maatschappelijk verantwoord denken als voorwaarde voor ons financiële handelen

Installatierede lector Duurzaam Financieel Management aan de Hanzehogeschool Groningen Duurzaam Financieel Management is de vertaling van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) naar het financiële vak. MVO komt voort uit de gedachte dat organisaties langer bestaan naarmate ze door de eigenaar worden gezien als een gemeenschap van mensen die betekenisvolle activiteiten met elkaar uitvoeren, dan wanneer ze puur en alleen worden opgericht ten behoeve van winstmaximalisatie voor de eigenaar en/of de top van de organisatie. Zaken doen, ondernemen en samenwerken kan, zoals Peter Senge dit benoemt, een diepe bron van betekenis zijn voor het leven. Ten tweede maken alle misstanden in de (financiële) wereld het meer dan nodig dat we gaan staan voor ethisch, verantwoord handelen. Voorbeelden als de LIBOR-fraude, de slechte arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie in Bangladesh, vastgoedfraude en zo veel meer, maken duidelijk dat we moeten gaan staan voor beschaving. Of accepteer jij dat al het opgebouwde, dat een maatschappelijke functie heeft, meer en meer afbrokkelt? Omdat we ons laten leiden door hebzucht en angst? Wat betekent dit perspectief nu voor de dagelijkse praktijk van de financial? Zoals voor de controller of de financieel directeur, die iedere dag druk is met het berekenen, samenstellen en presenteren van cijfers? En voor de accountant, de bankier, de verzekeraar of de pensioenfondsen? Hoe brengen ze maatschappelijk verantwoord ondernemen in de praktijk, en hoe moet het vak vernieuwen om een duurzame samenleving mogelijk te maken? Gedachtes en suggesties hierover vind je op deze site. - See more at: http://duurzaamfinancieelmanagement.nl

Correlations and the relativistic structure of the nucleon self-energy

A key point of Dirac Brueckner Hartree Fock calculations for nuclear matter is to decompose the self energy of the nucleons into Lorentz scalar and vector components. A new method is introduced for this decomposition. It is based on the dependence of the single-particle energy on the small component in the Dirac spinors used to calculate the matrix elements of the underlying NN interaction. The resulting Dirac components of the self-energy depend on the momentum of the nucleons. At densities around and below the nuclear matter saturation density this momentum dependence is dominated by the non-locality of the Brueckner G matrix. At higher densities these correlation effects are suppressed and the momentum dependence due to the Fock exchange terms is getting more important. Differences between symmetric nuclear matter and neutron matter are discussed. Various versions of the Bonn potential are considered.Comment: 18 pages LaTeX, including 6 figure

De duurzame controller neemt leiding in een traditie naar maatschappelijk verantwoord ondernemen

Steeds meer dringt het besef door dat er geen andere weg meer is dan duurzaam ondernemen. Organisaties die dit inzien streven naar meer dan al- leen nanciële winstmaximalisatie: er moet ook winst worden gecreëerd voor de mens, samenleving en milieu. Als de MVO-ambities meer zijn dan window-dressing, dan moet die winst hard aantoonbaar zijn. Dat kan alleen als duurzaamheid wordt verankerd in de strategische kaders en vast onderdeel is van de planning & control- cyclus. Daarmee ligt MVO op het bord van de controller. In deze bijdrage wordt ge- schetst welke instrumenten de controller kan gebruiken om het leiderschap in MVO op zich te nemen

Averaging kernels for DOAS total-column satellite retrievals

International audienceThe Differential Optical Absorption Spectroscopy (DOAS) method is used extensively to retrieve total column amounts of trace gases based on UV-visible measurements of satellite spectrometers, such as ERS-2 GOME. In practice the sensitivity of the instrument to the tracer density is strongly height dependent, especially in the troposphere. The resulting tracer profile dependence may introduce large systematic errors in the retrieved columns that are difficult to quantify without proper additional information, as provided by the averaging kernel (AK). In this paper we discuss the DOAS retrieval method in the context of the general retrieval theory as developed by Rodgers. An expression is derived for the DOAS AK for optically thin absorbers. It is shown that the comparison with 3D chemistry-transport models and independent profile measurements, based on averaging kernels, is no longer influenced by errors resulting from a priori profile assumptions. The availability of averaging kernel information as part of the total column retrieval product is important for the interpretation of the observations, and for applications like chemical data assimilation and detailed satellite validation studies

Relativistic Structure of the Nucleon Self-Energy in Asymmetric Nuclei

The Dirac structure of the nucleon self-energy in asymmetric nuclear matter cannot reliably be deduced from the momentum dependence of the single-particle energies. It is demonstrated that such attempts yield an isospin dependence with even a wrong sign. Relativistic studies of finite nuclei have been based on such studies of asymmetric nuclear matter. The effects of these isospin components on the results for finite nuclei are investigated.Comment: 9 pages, Latex 4 figures include

Opleiding bedrijfseconomie:Integratie van duurzaamheid in de opleiding tot bedrijfsecononoom

Hoe integreer je Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) in het vakgebied van de bedrijfseconoom en wat betekent dit voor de opleiding? Dit is een centrale vraag van het lectoraat Duurzaam Financieel Management – de kenniswerkplaats van de Hanzehogeschool Groningen. In de afgelopen jaren heeft het lectoraat kennis verworven over de mogelijkheden om MVO en het beroep van de controller met elkaar te verbinden. Deze kennis wordt hierbij gedeeld om als basis te dienen voor verdere ontwikkeling

The characteristics of the IR emission features in the spectra of Herbig Ae stars: Evidence for chemical evolution

Herbig Ae/Be stars are a class of young pre-main sequence stellar objects of intermediate mass and are known to have varying amounts of natal cloud material still present in their direct vicinity. We characterise the IR emission bands, due to fluorescence by PAH molecules, in the spectra of Herbig Ae/Be stars and link observed variations to spatial aspects of the mid-IR emission. We analysed two PAH dominated spectra from a sample of 15 Herbig Ae/Be stars observed with Spitzer and derive profiles of the major PAH bands. The shape and the measured band characteristics show pronounced variations between the two Spitzer spectra. Those variations parallel those found between three ISO spectra of other, well-studied, Herbig Ae/Be stars. The derived profiles are compared to those from a broad sample of sources. The Spitzer and ISO spectra exhibit characteristics commonly interpreted respectively as interstellar matter-like (ISM), non-ISM-like, or a combination of the two. We argue that the PAH emission detected from the sources exhibiting a combination of ISM-like and non-ISM-like characteristics indicates the presence of two dissimilar, spatially separated, PAH families. As the shape of the individual PAH band profiles reflects the composition of the PAH molecules involved, this demonstrates that PAHs in subsequent, evolutionary linked stages of star formation are different from those in the general ISM, implying active chemistry. None of the detected PAH emission can be associated with the (unresolved) disk and is thus associated with the circumstellar cloud. This implies that chemical changes may already occur in the natal cloud and not necessarily in the disk