44 research outputs found

    Association between Ambient Noise Exposure and School Performance of Children Living in An Urban Area: A Cross-Sectional Population-Based Study

    No full text
    16 pages Article disponible à l'adresse suivante : http://link.springer.com/article/10.1007%2Fs11524-013-9843-6International audienceMost of the studies investigating the effects of the external noise on children's school performance have concerned pupils in schools exposed to high levels due to aircraft or freeway traffic noise. However, little is known about the consequences of the chronic ambient noise exposure at a level commonly encountered in residential urban areas. This study aimed to assess the relationship between the school performance of 8- to 9-year-old-children living in an urban environment and their chronic ambient noise exposure at home and at school. The children's school performances on the national standardized assessment test in French and mathematics were compared with the environmental noise levels. Children's exposure to ambient noise was calculated in front of their bedrooms (Lden) and schools (LAeq,day) using noise prediction modeling. Questionnaires were distributed to the families to collect potential confounding factors. Among the 746 respondent children, 586 were included in multilevel analyses. On average, the LAeq,day at school was 51.5 dB (SD= 4.5 dB; range = 38-58 dB) and the outdoor Lden at home was 56.4 dB (SD= 4.4 dB; range = 44-69 dB). LAeq,day at school was associated with impaired mathematics score (p = 0.02) or impaired French score (p = 0.01). For a + 10 dB gap, the French and mathematics scores were on average lower by about 5.5 points. Lden at home was significantly associated with impaired French performance when considered alone (p < 10(-3)) and was borderline significant when the combined home-school exposure was considered (p = 0.06). The magnitude of the observed effect on school performance may appear modest, but should be considered in light of the number of people who are potentially chronically exposed to similar environmental noise levels

    Estimating benefits from noise policy measures

    No full text
    Om prioriteiten te kunnen stellen en verschillende beleidsopties te kunnen beoordelen is voor geluid in het kader van het Vierde Nationale Milieubeleidsplan (NMP4) een kosten-batenanalyse uitgevoerd. In dit rapport zijn de baten van verschillende geluidsreducerende maatregelenpakketten geschat. De baten zijn gedefinieerd als het aantal vermeden gehinderden, uitgedrukt in guldens. Een belangrijke vraag hierbij is: "wat is de prijs van 1 gehinderde ?" Om een monetaire waarde aan goederen of diensten toe te kennen, wordt in de economie vaak gebruik gemaakt van de Willingness To Pay (WTP): het hoogste bedrag dat men bereid is te betalen voor een goed of dienst. Voor de waardering van effecten als hinder zijn verschillende methodes beschikbaar. De meest gebruikte zijn de Contingent Valuation (CV) methode en de Hedonic Pricing (HP) methode. Met de Contingent Valuation methode wordt geprobeerd om de individuele preferenties te achterhalen door te vragen naar de betalingsbereidheid voor een verbetering in de beschikbaarheid of de kwaliteit van een bepaald goed. In dit geval de geluidsituatie. Bij de Hedonic Pricing methode wordt uit het verschil van huizenprijzen op verschillende plaatsen een prijs voor geluidhinder afgeleid. Met behulp van beide methodes is een schatting gemaakt van de baten van de verschillende maatregelenpakketten. Hierbij waren o.m. gegevens nodig over het aantal huishouden, blootstellingsverdelingen, huisprijzen en het disconto. Het bleek dat de maatregelenpakketten voor wegverkeer de meeste baten opleverden; het maatregelenpakket voor vliegverkeer leverde de minste baten op. Uit een gevoeligheidsanalyse kwam naar voren dat met name de keuze van de drempelwaarde van invloed is op de hoogte van de geschatte baten. De resultaten moeten dan ook als indicatief worden beschouwd. Desalniettemin kunnen ze een nuttig hulpmiddel vormen bij de besluitvorming over te nemen maatregelen.A cost-benefit analysis was carried out in the framework of the Netherlands Fourth National Environmental Policy Plan to set priorities and evaluate several noise policy measures. Benefits are defined as the number of annoyed persons expressed in monetary terms. An important question then is what price an annoyed person will pay for noise prevention. Several of the noise prevention measures are assessed here. In order to assign a monetary value to goods and services, the economist makes use of the Willingness To Pay (WTP): the maximum amount a person is willing to pay to obtain a good or service. Among the various valuation methods available to estimating the WTP of effects such as annoyance, the Contingent Valuation (CV) and Hedonic Pricing (HP) methods are most commonly used. The Contingent Valuation method estimates the WTP for a change in the quantity and/or quality of an environmental good such as noise, by using survey techniques. Applying the Hedonic Pricing method yields a price for annoyance derived from the difference in house prices. An attempt was made using both methods to estimate the benefits of various sets of noise control measures. To this end, data such as the number of households, exposure distributions, house prices and bank rates were employed. Noise control measures for road traffic were found to yield the highest benefits; the noise control measures for air traffic yielded the lowest benefits. Sensitivity analysis showed the choice of threshold value to have great influence on the benefit estimations. Although the results are indicative, they can be of help in decision-making.DGM-G

    Estimating benefits from noise policy measures

    No full text
    A cost-benefit analysis was carried out in the framework of the Netherlands Fourth National Environmental Policy Plan to set priorities and evaluate several noise policy measures. Benefits are defined as the number of annoyed persons expressed in monetary terms. An important question then is what price an annoyed person will pay for noise prevention. Several of the noise prevention measures are assessed here. In order to assign a monetary value to goods and services, the economist makes use of the Willingness To Pay (WTP): the maximum amount a person is willing to pay to obtain a good or service. Among the various valuation methods available to estimating the WTP of effects such as annoyance, the Contingent Valuation (CV) and Hedonic Pricing (HP) methods are most commonly used. The Contingent Valuation method estimates the WTP for a change in the quantity and/or quality of an environmental good such as noise, by using survey techniques. Applying the Hedonic Pricing method yields a price for annoyance derived from the difference in house prices. An attempt was made using both methods to estimate the benefits of various sets of noise control measures. To this end, data such as the number of households, exposure distributions, house prices and bank rates were employed. Noise control measures for road traffic were found to yield the highest benefits; the noise control measures for air traffic yielded the lowest benefits. Sensitivity analysis showed the choice of threshold value to have great influence on the benefit estimations. Although the results are indicative, they can be of help in decision-making.Om prioriteiten te kunnen stellen en verschillende beleidsopties te kunnen beoordelen is voor geluid in het kader van het Vierde Nationale Milieubeleidsplan (NMP4) een kosten-batenanalyse uitgevoerd. In dit rapport zijn de baten van verschillende geluidsreducerende maatregelenpakketten geschat. De baten zijn gedefinieerd als het aantal vermeden gehinderden, uitgedrukt in guldens. Een belangrijke vraag hierbij is: "wat is de prijs van 1 gehinderde ?" Om een monetaire waarde aan goederen of diensten toe te kennen, wordt in de economie vaak gebruik gemaakt van de Willingness To Pay (WTP): het hoogste bedrag dat men bereid is te betalen voor een goed of dienst. Voor de waardering van effecten als hinder zijn verschillende methodes beschikbaar. De meest gebruikte zijn de Contingent Valuation (CV) methode en de Hedonic Pricing (HP) methode. Met de Contingent Valuation methode wordt geprobeerd om de individuele preferenties te achterhalen door te vragen naar de betalingsbereidheid voor een verbetering in de beschikbaarheid of de kwaliteit van een bepaald goed. In dit geval de geluidsituatie. Bij de Hedonic Pricing methode wordt uit het verschil van huizenprijzen op verschillende plaatsen een prijs voor geluidhinder afgeleid. Met behulp van beide methodes is een schatting gemaakt van de baten van de verschillende maatregelenpakketten. Hierbij waren o.m. gegevens nodig over het aantal huishouden, blootstellingsverdelingen, huisprijzen en het disconto. Het bleek dat de maatregelenpakketten voor wegverkeer de meeste baten opleverden; het maatregelenpakket voor vliegverkeer leverde de minste baten op. Uit een gevoeligheidsanalyse kwam naar voren dat met name de keuze van de drempelwaarde van invloed is op de hoogte van de geschatte baten. De resultaten moeten dan ook als indicatief worden beschouwd. Desalniettemin kunnen ze een nuttig hulpmiddel vormen bij de besluitvorming over te nemen maatregelen

    The burden on health and well-being of road and rail traffic noise exposure in the Netherlands

    No full text
    Naar schatting krijgen in Nederland 21 tot 150 mensen per jaar een acuut hartinfarct doordat zij langdurig aan geluid van wegverkeer zijn blootgesteld. De meest waarschijnlijke omvang is 84 gevallen per jaar. Dit aantal is circa 0,3 procent van het aantal acute hartinfarcten dat jaarlijks in Nederland optreedt. Het percentage is aanmerkelijk lager dan voor Europa is geschat (3 procent), mede doordat in Nederland minder mensen aan hoge geluidniveaus zijn blootgesteld. Uitgangspunt van dit onderzoek is dat een blootstelling aan geluid van gemiddeld meer dan 60 decibel gedurende de dag en avond het risico op een acuut hartinfarct verhoogt. Het aantal ernstig gehinderden door wegverkeer bedraagt 480.000 tot 830.000 personen, met als meest waarschijnlijke omvang 640.000. Het aantal ernstig slaapverstoorden is 180.000 tot 450.000, met 290.000 als meest waarschijnlijke aantal. Dit blijkt uit een studie naar de invloed van geluid van weg- en railverkeer op de omvang van de gezondheideffecten en op welbevinden van de Nederlandse bevolking. Het onderzoek is uitgevoerd op verzoek van het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP). Voor deze studie is een nieuwe meta-analyse uitgevoerd om het aantal acute hartinfarcten te kunnen berekenen. De belangrijkste onzekerheid hierin is vanaf welk geluidsniveau het risico hierop verhoogd is. Voor hinder en slaapverstoring is gebruik-gemaakt van in de literatuur beschreven relaties.It is estimated that in The Netherlands 21 to 150 myocardial infarction cases per year are attributable to long term exposure to road traffic noise. The most likely number is 84 cases per year. This about 0.30% of all acute myocardial infarctions per year. This percentage is substantially lower than was estimated for Europe (3%), amongst others due to the more favourable exposure distribution in The Netherlands. Starting point for the calculation of the burden of disease was that an exposure to noise of more than 60 decibels during day and evening increases the risk on an acute myocardial infarction. The number of severely annoyed adults due to road traffic noise exposure is between 480,000 and 830,000 with 640,000 as most likely number. The number of adults with self-reported sleep disturbance is between 180,000 and 450,000 persons with as most likely number 290,000 persons. These are the main results from a study into the burden on health and well-being of road and rail traffic noise exposure in The Netherlands. The study was carried out on request of the Netherlands Environmental Assessment Agency. To assess the number of myocardial infarction cases we carried out a meta-analysis. The noise level from which people are assumed to be at risk is an important source of uncertainty in the calculations. To assess the number severely annoyed and sleep disturbed we used exposure-response relations from the literature.PB

    Een schatting van de baten van geluidmaatregelen

    No full text
    Om prioriteiten te kunnen stellen en verschillende beleidsopties te kunnen beoordelen is voor geluid in het kader van het Vierde Nationale Milieubeleidsplan (NMP4) een kosten-batenanalyse uitgevoerd. In dit rapport zijn de baten van verschillende geluidsreducerende maatregelenpakketten geschat. De baten zijn gedefinieerd als het aantal vermeden gehinderden, uitgedrukt in guldens. Een belangrijke vraag hierbij is: "wat is de prijs van 1 gehinderde ?" Om een monetaire waarde aan goederen of diensten toe te kennen, wordt in de economie vaak gebruik gemaakt van de Willingness To Pay (WTP): het hoogste bedrag dat men bereid is te betalen voor een goed of dienst. Voor de waardering van effecten als hinder zijn verschillende methodes beschikbaar. De meest gebruikte zijn de Contingent Valuation (CV) methode en de Hedonic Pricing (HP) methode. Met de Contingent Valuation methode wordt geprobeerd om de individuele preferenties te achterhalen door te vragen naar de betalingsbereidheid voor een verbetering in de beschikbaarheid of de kwaliteit van een bepaald goed. In dit geval de geluidsituatie. Bij de Hedonic Pricing methode wordt uit het verschil van huizenprijzen op verschillende plaatsen een prijs voor geluidhinder afgeleid. Met behulp van beide methodes is een schatting gemaakt van de baten van de verschillende maatregelenpakketten. Hierbij waren o.m. gegevens nodig over het aantal huishouden, blootstellingsverdelingen, huisprijzen en het disconto. Het bleek dat de maatregelenpakketten voor wegverkeer de meeste baten opleverden; het maatregelenpakket voor vliegverkeer leverde de minste baten op. Uit een gevoeligheidsanalyse kwam naar voren dat met name de keuze van de drempelwaarde van invloed is op de hoogte van de geschatte baten. De resultaten moeten dan ook als indicatief worden beschouwd. Desalniettemin kunnen ze een nuttig hulpmiddel vormen bij de besluitvorming over te nemen maatregelen.<br

    Kennisscan hinder door luchtvaartgeluid : Effecten van woningisolatie en niet-akoestische factoren

    No full text
    Geluid van vliegverkeer kan hinder veroorzaken. Hiertegen worden maatregelen genomen door bijvoorbeeld woningen te isoleren. Tot nu toe is nauwelijks systematisch geëvalueerd of deze maatregelen effect hebben. Het RIVM raadt aan om dit wel systematisch te doen. Bij deze evaluatie is het belangrijk om niet alleen de feitelijkeveranderingen in geluidniveaus te onderzoeken. Net zo belangrijk is om rekening te houden met andere factoren die invloed hebben op de mate van hinder. Inzicht in hoe deze zogeheten niet-akoestische factoren met elkaar samenhangen is relevant. Kennis over deze factoren biedt aanknopingspunten om maatregelen te ontwikkelen die de hinder beperken of verminderen. Voorbeelden van niet-akoestische factoren zijn persoonlijke en 'situationele' factoren. Zo is de ene persoon gevoeliger voor geluid dan de andere. Dat kan komen door erfelijke factoren, ziekte, medicijngebruik of anderszins. Dit gegeven heeft een sterke invloed op de mate waarin mensen zijn gehinderd door geluid. Maar ook de tevredenheid met de woning en woonomgeving bepalen in welke mate mensen last hebben van geluid van vliegverkeer. Wat de onderlinge samenhang betreft, is het bijvoorbeeld belangrijk om mensen duidelijkheid te bieden over toekomstige geluidniveaus of maatregelen tegen geluid (bijvoorbeeld isolatie) en wie daarvoor in aanmerking komen. Die duidelijkheid kan namelijk het vertrouwen versterken in de overheid of organisatie die ze uitvoert en dat leidt weer tot minder hinder. Dit zijn de belangrijkste conclusies van een kennisscan die het RIVM heeft uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). De resultaten worden meegenomen in de nieuwe Luchtvaartnota, die in 2019 verschijnt. Hierin staan de hoofdlijnen van het rijksbeleid voor de luchtvaart en luchthavens in Nederland tussen 2020 en 2050

    Knowledge scan of annoyance caused by aircraft noise

    No full text
    Geluid van vliegverkeer kan hinder veroorzaken. Hiertegen worden maatregelen genomen door bijvoorbeeld woningen te isoleren. Tot nu toe is nauwelijks systematisch geëvalueerd of deze maatregelen effect hebben. Het RIVM raadt aan om dit wel systematisch te doen. Bij deze evaluatie is het belangrijk om niet alleen de feitelijkeveranderingen in geluidniveaus te onderzoeken. Net zo belangrijk is om rekening te houden met andere factoren die invloed hebben op de mate van hinder. Inzicht in hoe deze zogeheten niet-akoestische factoren met elkaar samenhangen is relevant. Kennis over deze factoren biedt aanknopingspunten om maatregelen te ontwikkelen die de hinder beperken of verminderen. Voorbeelden van niet-akoestische factoren zijn persoonlijke en 'situationele' factoren. Zo is de ene persoon gevoeliger voor geluid dan de andere. Dat kan komen door erfelijke factoren, ziekte, medicijngebruik of anderszins. Dit gegeven heeft een sterke invloed op de mate waarin mensen zijn gehinderd door geluid. Maar ook de tevredenheid met de woning en woonomgeving bepalen in welke mate mensen last hebben van geluid van vliegverkeer. Wat de onderlinge samenhang betreft, is het bijvoorbeeld belangrijk om mensen duidelijkheid te bieden over toekomstige geluidniveaus of maatregelen tegen geluid (bijvoorbeeld isolatie) en wie daarvoor in aanmerking komen. Die duidelijkheid kan namelijk het vertrouwen versterken in de overheid of organisatie die ze uitvoert en dat leidt weer tot minder hinder. Dit zijn de belangrijkste conclusies van een kennisscan die het RIVM heeft uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). De resultaten worden meegenomen in de nieuwe Luchtvaartnota, die in 2019 verschijnt. Hierin staan de hoofdlijnen van het rijksbeleid voor de luchtvaart en luchthavens in Nederland tussen 2020 en 2050.Noise from air traffic can cause annoyance. Various mitigating measures have been taken in response, for example home insulation. However, until now, the effect of these measures has undergone little or no systematic evaluation. As a result, there is no substantiated knowledge base available in this regard. RIVM recommends carrying out such a systematic evaluation. In carrying out this evaluation, it is important to not only investigate the factual changes in noise levels. It is just as important to take into account factors, other than the noise itself, which can also have an effect on the annoyance level. Insight into how these so-called non-acoustic factors interact with each other is also relevant. Knowledge regarding these factors can provide clues on how to develop measures for limiting or reducing the annoyance. Examples of non-acoustic factors are personal and situational factors. After all, some people are more sensitive to noise than others. This may be due to hereditary characteristics, illness, medication use, or other factors. This has a strong impact on the degree to which people are annoyed by noise. The level of satisfaction with one's home and home environment also plays a role in determining the degree to which people are annoyed by noise from air traffic. As far as mutual interactions are concerned, it is important, for example, to provide the persons concerned with clear information about future noise levels or measures aimed at combating noise (such as insulation) as well as who will be eligible for any such measures. In fact, such transparency can strengthen confidence in the government or organisation implementing the measures. And this, in turn, can reduce the level of annoyance. These are the most important conclusions of a knowledge scan carried out by RIVM at the request of the Ministry of Infrastructure and Water Management (I&W). The results will be included in the new Aviation Memorandum due to be released in 2019. The latter sets out the main lines of government policy for aviation and airports in the Netherlands between 2020 and 2050.Ministerie van I&

    The influence of a 'quiet side' on health and wellbeing : Literature and recommendations for policy

    No full text
    Hinder door verkeersgeluid neemt af als mensen beschikken over een stille zijde bij hun woning, oftewel een kant van een woning waar geen lawaaibronnen zijn. Dit vermindert ook het risico op ernstige slaapverstoring. Hinder bestaat uit gevoelens van onder andere afkeer, boosheid en onbehagen die kunnen optreden wanneer geluid iemands gedachten, gevoelens of activiteiten beĂŻnvloedt. Door geluid kunnen ook gezondheidseffecten optreden, zoals slaapverstoring, hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten. Beleid dat de aanwezigheid van een stille zijde bij woningen stimuleert kan het risico op hinder en slaapverstoring enigszins verminderen. Dit zijn de belangrijkste resultaten en aanbevelingen van onderzoek van het RIVM naar de invloed van een stille zijde bij woningen op gezondheid en welzijn. Het aantal studies naar dit onderwerp is beperkt, maar de beschikbare resultaten wijzen eenduidig naar een positieve invloed van een stille zijde op hinder en slaapverstoring. De mate van invloed van stille zijden op hinder komt ruwweg overeen met een verlaging van het geluid aan de meest belaste zijde van woningen - doorgaans de voorkant - met 2 tot 8 decibel. In Nederland bestaat er vanwege ruimtegebrek en economische motieven een druk om woningen te bouwen op locaties waar veel verkeersgeluid voorkomt. De geluidregelgeving bevat enkele mogelijkheden om van voorkeursnormen af te wijken, waarvoor het gemeentebestuur doorgaans de belangenafweging maakt. Een geluidbelasting aan de straat of spoorzijde van woningen rond de voorkeursnormen of lager voorkomt gezondheidsklachten door geluid in grote mate. Omdat de voorkeursnormen niet altijd haalbaar worden geacht is het daarnaast aan te bevelen om, stille zijden bij woningen te bevorderen. Hiervoor zou niet alleen aan regelgeving moeten worden gedacht, want wettelijke verplichtingen kunnen niet meer dan een minimale kwaliteit vereisen. Door meer informatie te geven aan gemeenten en projectontwikkelaars over de positieve invloed van stille zijden en de akoestische kwaliteit die daarbij hoort, zullen ook projecten met hoge ambities voor de kwaliteit van de leefomgeving beter worden ondersteund. RIVM beveelt daarom aan om in geluidbeleid geharmoniseerde termen te gebruiken voor verschillen in kwaliteit van een 'stille zijde'. Momenteel gebruiken gemeenten eigen termen met een eigen kwaliteitseis.Annoyance caused by traffic, can be reduced by incorporating a 'quiet side' into the design of residential property. Doing so also reduces the risk of severe sleep disturbance. Annoyance is a collective term for several negative reactions such as irritation, dissatisfaction, or anger which appear when noise disturbs someone's daily activities. Noise can also cause adverse health effects in the form of sleep disturbance, hypertension (high blood pressure) and cardiovascular disease. A policy to promote the inclusion of a quiet side in residential property can mitigate the risk of adverse effects. These are the main conclusions and recommendations of a literature review conducted by the Netherlands Institute for Public Health and the Environment (RIVM), examining the influence on health and wellbeing of the quiet side concept in residential property. There has been relatively little research into this topic to date, but all available literature concludes that a quiet side does have a positive effect in terms of reducing severe annoyance and sleep disturbance. Research examining other health outcomes is too limited to allow any firm conclusions to be drawn. Overall, the effect of the quiet side is equivalent to a noise reduction of 2 to 8 decibels on the exposed side (usually the roadside frontage of a house or apartment building). In the Netherlands, spatial and economic considerations often prompt residential development in locations that are subject to excess environmental noise. Although national legislation imposes norms, it also establishes situations in which those norms may be exceeded, usually at the discretion of the relevant local authority. The most effective way in which to preclude negative health impact would be to reduce noise at the street side at the source or by other means. A policy which promotes the quiet side concept will be a useful adjunct. It is important to look beyond legal norms, which can do no more than guarantee a minimum level of quality. By providing adequate information about the positive effects of the quiet side concept to local authorities and developers, it becomes possible to aim for a significantly higher level of acoustic quality in the residential environment. RIVM recommends the adoption of specific terminology to express the quality differences offered within a quiet side concept. At present, local authorities tend to use various terms indiscriminately.Ministerie van Infrastructuur en Milie

    Economic evaluation of environmental health effects. An exploration

    No full text
    Dit rapport richt zich op de toepasbaarheid van methoden voor het economisch waarderen van milieugerelateerde gezondheidseffecten. Daartoe zijn verschillende studies naar economische waardering van gezondheidseffecten van luchtverontreiniging en geluid geevalueerd. Uit deze verkenning blijkt dat het economisch waarderen van milieugerelateerde gezondheidseffecten op onderdelen nog veel onzekerheden bevat. Deze hebben vooral betrekking op de beperkte beschikbaarheid van data (de juiste gezondheidseindpunten, risico-schattingen, schattingen van de daarmee samenhangende bedragen) en methodologische problemen (uitdrukken van mortaliteit in waarde van een statistisch leven of waarde voor een gewonnen levensjaar, het overzetten van waarden uit een andere context zoals gebied of type risico). Omdat voorafgaand aan de geldelijke schattingen ook onzekerheden zitten in het schatten van de te verwachten gezondheidseffecten, ontstaan grote marges in de geschatte 'eindbedragen'. Ondanks de onzekerheden is het nuttig om naast de bekende kosten ook inzicht te hebben in de (vaak onbekende) baten van bepaalde maatregelen. Uit de verschillende studies blijkt namelijk dat de gezondheidsbaten vaak een groot aandeel hebben in de totale baten van een maatregel en ook groter kunnen zijn dan de kosten. Derhalve lijkt het nuttig de gezondheidsbaten in discussies over maatregelen te kunnen betrekken. Wanneer in Nederland dergelijke schattingen gemaakt worden, is het raadzaam de betalingsbereidheid specifiek voor de Nederlandse situatie te bepalen. Een bijkomend voordeel hiervan is dat de discussie over methodieken en het begrip van het waarderen van gezondheid in geld, zullen toenemen, hetgeen de (beslissing over de) toepassing ervan in de toekomst ten goede kan komen.A literature study was conducted to get an overview of activities concerning the monetary valuation of environmental health effects. The report focuses on the applicability of economic valuation methods for health effects of air pollution and noise. Advantages and disadvantages of the economic valuation methods are briefly described. The application of economic valuation of environmental health effects is still under debate. Important topics are the limited availability of data (health endpoints, risk estimates, estimations of their monetary value) and methodological problems (expression of mortality in statisical life year or life year gained, benefit transfer). Due to assumptions in monetary valuations, as well as uncertainties in the underlying health risk assessments, the resulting estimations of health related costs and benefits vary substantially. Despite these uncertainties, it is still useful to have insight into the costs and benefits of (environmental) measures. Several studies show that health benefits contribute substantially to total benefits of measures and sometimes exceed the costs of the measure concerned. The health related costs and benefits could therefore add another dimension to discussions on measures to be taken. If estimations will be made in the Netherlands, it is recommended to determine specific WTP values for the Dutch situation. This will also be helpful for the discussion on methodology and the understanding of the monetary valuation of health, which may improve the (decision on the) use of monetary valuation in the future.VWS-IG

    Omvang van de effecten op gezondheid en welbevinden in de Nederlandse bevolking door geluid van weg- en railverkeer

    No full text
    Naar schatting krijgen in Nederland 21 tot 150 mensen per jaar een acuut hartinfarct doordat zij langdurig aan geluid van wegverkeer zijn blootgesteld. De meest waarschijnlijke omvang is 84 gevallen per jaar. Dit aantal is circa 0,3 procent van het aantal acute hartinfarcten dat jaarlijks in Nederland optreedt. Het percentage is aanmerkelijk lager dan voor Europa is geschat (3 procent), mede doordat in Nederland minder mensen aan hoge geluidniveaus zijn blootgesteld. Uitgangspunt van dit onderzoek is dat een blootstelling aan geluid van gemiddeld meer dan 60 decibel gedurende de dag en avond het risico op een acuut hartinfarct verhoogt. Het aantal ernstig gehinderden door wegverkeer bedraagt 480.000 tot 830.000 personen, met als meest waarschijnlijke omvang 640.000. Het aantal ernstig slaapverstoorden is 180.000 tot 450.000, met 290.000 als meest waarschijnlijke aantal. Dit blijkt uit een studie naar de invloed van geluid van weg- en railverkeer op de omvang van de gezondheideffecten en op welbevinden van de Nederlandse bevolking. Het onderzoek is uitgevoerd op verzoek van het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP). Voor deze studie is een nieuwe meta-analyse uitgevoerd om het aantal acute hartinfarcten te kunnen berekenen. De belangrijkste onzekerheid hierin is vanaf welk geluidsniveau het risico hierop verhoogd is. Voor hinder en slaapverstoring is gebruik-gemaakt van in de literatuur beschreven relaties
    corecore