921 research outputs found
Improving Prolog Programs: Refactoring for Prolog
Refactoring is an established technique from the OO-community to restructure
code: it aims at improving software readability, maintainability and
extensibility. Although refactoring is not tied to the OO-paradigm in
particular, its ideas have not been applied to Logic Programming until now.
This paper applies the ideas of refactoring to Prolog programs. A catalogue
is presented listing refactorings classified according to scope. Some of the
refactorings have been adapted from the OO-paradigm, while others have been
specifically designed for Prolog. Also the discrepancy between intended and
operational semantics in Prolog is addressed by some of the refactorings.
In addition, ViPReSS, a semi-automatic refactoring browser, is discussed and
the experience with applying \vipress to a large Prolog legacy system is
reported. Our main conclusion is that refactoring is not only a viable
technique in Prolog but also a rather desirable one.Comment: To appear in ICLP 200
Villa Sint Gertrudis te Landen (Landen, provincie Vlaams-Brabant). Studieopdracht naar een archeologische evaluatie en waardering
In opdracht van het agentschap Onroerend Erfgoed evalueerde Condor Archaeological Research bvba van januari 2012 tot oktober 2012 de erfgoedwaarde van de site die bekend staat als Villa Sint-Gertrudis te Landen, provincie Vlaams-Brabant. Ten oosten hiervan werd in 2010 een soortgelijke studie uitgevoerd naar twee mottes, een bron en de Sint-Gertrudiskerk, waaruit bleek dat in het in dit rapport beschreven gebied van circa 23 ha mogelijk de restanten van een Romeinse villa en bijhorende off site fenomenen aanwezig waren. In dit rapport worden de resultaten van de studieopdracht beschreven en wordt het gebied gewaardeerd volgens de beschermingscriteria opgesteld door het agentschap Onroerend Erfgoed. Behalve enkele losse vondsten waarvan het onduidelijk is of deze door bemesting van op grote afstand, dan wel lokaal vanuit de onmiddellijke omgeving van het plangebied afkomstig zijn, zijn er tijdens dit onderzoek geen archeologische vindplaatsen vastgesteld. De verwachtte villa blijkt, met een vrij grote zekerheid, niet aanwezig te zijn binnen de grenzen van het plangebied. Er werd dus ook niet aanbevolen dit gebied in aanmerking te nemen voor archeologische bescherming
Ten Hove (gem. Mol) Archeologisch vooronderzoek door middel van proefsleuven
Dit rapport werd ingediend bij het agentschap samen met een aantal afzonderlijke digitale bijlagen. Een aantal van deze bijlagen zijn niet inbegrepen in dit pdf document en zijn niet online beschikbaar. Sommige bijlagen (grondplannen, fotos, spoorbeschrijvingen, enz.) kunnen van belang zijn voor een betere lezing en interpretatie van dit rapport. Indien u deze bijlagen wenst te raadplegen kan u daarvoor contact opnemen met: [email protected]
Tongersesteenweg te Herderen (gem. Riemst). Archeologisch vooronderzoek door middel van proefputten.
Dit rapport werd ingediend bij het agentschap samen met een aantal afzonderlijke digitale bijlagen. Een aantal van deze bijlagen zijn niet inbegrepen in dit pdf document en zijn niet online beschikbaar. Sommige bijlagen (grondplannen, fotos, spoorbeschrijvingen, enz.) kunnen van belang zijn voor een betere lezing en interpretatie van dit rapport. Indien u deze bijlagen wenst te raadplegen kan u daarvoor contact opnemen met: [email protected]
Kesselberg te Leuven/Holsbeek (Leuven en Holsbeek, provincie Vlaams-Brabant). Studieopdracht naar een archeologische evaluatie en waardering
In opdracht van het agentschap Onroerend Erfgoed evalueerde Condor Archaeological Research bvba tussen januari 2012 en februari 2013 de archeologische site van de Kesselberg te Leuven en Holsbeek (prov. Vlaams-Brabant) in functie van de mogelijke opmaak van een archeologisch beschermingsdossier. Door de jarenlange prospecties van A. Boschmans en de opgravingen in 1959 door J. Mertens (Nationale Dienst voor Opgravingen) stond de Kesselberg reeds lang bekend als een archeologisch waardevolle zone met o.a. de aanwezigheid van een versterking uit de ijzertijd, verschillende oudere vondsten en de mogelijke aanwezigheid van kasteel Kesselstein, dat teruggaat tot de 11e eeuw. Vandaag bestaat het gebied van circa 20 ha voornamelijk uit bos met hier en daar een stuk open weiland. Enkele percelen zijn bebouwd. In het voorliggend rapport worden de resultaten van de studieopdracht beschreven. Tussen het begin van de 20e eeuw en het midden van de jaren 70 is meer dan anderhalve hectare van de Kesselberg weggegraven. Met dank aan Boschmans zijn er rijke archeologische gegevens bekend over het afgegraven gedeelte, maar zeer veel relicten zijn zeker ook ongedocumenteerd verdwenen. Tot in het midden van de jaren 70 liep over de Kesselberg een groot en intens gebruikt motorcross parcours. Veldwaarnemingen en geofysisch onderzoek brachten de resten van die diepe verstoringen aan het licht en ook van oudere gebouwen. Volgens het proefsleuvenonderzoek, waarbij verschillende grondsporen zijn vastgesteld, hadden deze verstoringen en de natuurlijke erosie in sommige zones al bij al toch nog betrekkelijk weinig impact. Grote delen van het terrein bleken nog onverstoord of zwak verstoord. In dit gebied is dus zeker nog heel wat informatie aanwezig die beter inzicht kan geven over de voormalige nederzetting(en). De studie beveelt aan deze resten te beschermen zodat verdere degradatie van de archeologische waarden wordt tegengegaan
Ultra-short pulses in linear and nonlinear media
We consider the evolution of ultra-short optical pulses in linear and
nonlinear media. For the linear case, we first show that the initial-boundary
value problem for Maxwell's equations in which a pulse is injected into a
quiescent medium at the left endpoint can be approximated by a linear wave
equation which can then be further reduced to the linear short-pulse equation.
A rigorous proof is given that the solution of the short pulse equation stays
close to the solutions of the original wave equation over the time scales
expected from the multiple scales derivation of the short pulse equation. For
the nonlinear case we compare the predictions of the traditional nonlinear
Schr\"odinger equation (NLSE) approximation which those of the short pulse
equation (SPE). We show that both equations can be derived from Maxwell's
equations using the renormalization group method, thus bringing out the
contrasting scales. The numerical comparison of both equations to Maxwell's
equations shows clearly that as the pulse length shortens, the NLSE
approximation becomes steadily less accurate while the short pulse equation
provides a better and better approximation
Recommended from our members
TEAMwork: Testing Emotional Attunement and Mutuality During Parent-Adolescent fMRI.
The parent-child relationship and family context influence the development of emotion regulation (ER) brain circuitry and related skills in children and adolescents. Although both parents' and children's ER neurocircuitry simultaneously affect how they interact with one another, neuroimaging studies of parent-child relationships typically include only one member of the dyad in brain imaging procedures. The current study examined brain activation related to parenting and ER in parent-adolescent dyads during concurrent fMRI scanning with a novel task - the Testing Emotional Attunement and Mutuality (TEAM) task. The TEAM task includes feedback trials indicating the other dyad member made an error, resulting in a monetary loss for both participants. Results indicate that positive parenting practices as reported by the adolescent were positively correlated with parents' hemodynamic activation of the ventromedial prefrontal cortex, a region related to empathy, during these error trials. Additionally, during feedback conditions both parents and adolescents exhibited fMRI activation in ER-related regions, including the dorsolateral prefrontal cortex, anterior insula, fusiform gyrus, thalamus, caudate, precuneus, and superior parietal lobule. Adolescents had higher left amygdala activation than parents during the feedback condition. These findings demonstrate the utility of dyadic fMRI scanning for investigating relational processes, particularly in the parent-child relationship
- …