153 research outputs found

    Warmwaterbehandeling bij tulp : Onderzoek naar de temperatuurtolerantie van tulpenbollen i.v.m. de mogelijkheden van warmwaterbehandeling tegen stengelaaltjes

    Get PDF
    De laatste jaren komt in tulpen een aantasting met stengelaaltjes (Ditylenchus dipsaci) in een beperkt, maar toenemend, areaal voor. Bij constatering volgt een serie kostbare maatregelen, waaronder het vernietigen van de betreffende partij, een teeltverbod, ontsmetting of inundatie van het besmette perceel en het nalo-pen van de belendende partijen door de keuringsdienst. De economische schade voor de teler en het bol-lenvak is daardoor groot. In bloembollen en vaste planten worden problemen met aaltjes meestal betreden door middel van warmwaterbehandeling. Tulpen worden tot nu toe alleen gekookt als het ging om hardscha-lige cultivars, tegen destructoraaltje en krokusknolaaltje. De daarbij gebruikte temperatuur van 43,5°C is te laag voor een goede bestrijding van tulpenstengelaaltjes. In het verleden is wel eens onderzoek gestart naar de mogelijkheid van koken tegen stengelaal bij tulp. Vanwege schade aan de tulpen is dat toen niet voortge-zet. Door ontwikkelingen bij andere gewassen (narcis, lelie en krokus) op het gebied van kooktijdstip en voor-temperatuur lijkt er ook voor tulp nog wel een mogelijkheid te zijn voor een warmwaterbehandeling

    Broeigegevens t.b.v. onderzoek naar merkers rooirijpheid

    Get PDF
    In het rooiseizoen van 2007 werden door 6 bedrijven, monsters gerooid van 2 cultivars op 4 verschillende tijdstippen.Er werd gerooid uit het partijdeel van plantmaat 9 (opgeplant herfst 2006). Deze monsters werden gebruikt voor merkeranalyse (door Genetwister) en voor afbroei (door PPO). Per bedrijf werd in de tweede week van juni bepaald wat de te verwachten rooidatum was. Daarna werd bemonsterd op 4 tijdstippen, namelijk: - 14 dagen voor de verwachte rooidatum: T-14 - 7 dagen voor de verwachte rooidatum: T-7 - Op de verwachte rooidatum: T0 - 7 dagen na de verwachte rooidatum: T+7 De monsters waren steeds 2 x 50 bollen groot. Deze werden op de dag van rooien verzameld op een centraal adres en de volgende morgen opgehaald en naar PPO in Lisse gebracht. Daar werden de bollen geschoond en gesorteerd. Van de maat die het meest voorkwam in het monsterdeel werden 10 bollen genomen. Hiervan werden per bol 5 ponsjes van 6-7 mm doorsnede uit de buitenste rok ingevroren. Deze ponsjes werden door Genetwister gebruikt om merkeranalyses uit te voeren en zo het optimale rooimoment vast te stellen. De overige bollen werden behandeld voor afbroei, waarbij de monsters niet alleen per rooidatum maat maar ook per maat apart werden afgebroeid. Door deze werkwijze kwam het nog wel eens voor, dat er van sommigen rooidatum-bolmaat combinatie weinig of geen bollen waren om af te broeien. Dit had invloed op de beoordeelbaarheid van de monsters. De beoordeling van de broeikwaliteit bestond uit een vergelijking op het gewicht, de lengte en het gewicht per centimeter. Hierbij werd in principe steeds bollen met dezelfde maat met elkaar vergeleken. Per bedrijf- cultivar combinatie werd als eindoordeel bepaald welke rooidatum de beste kwaliteit bloemen gaf. De resultaten zijn overgedragen aan Genetwister. Hier werd het eindoordeel van de afbroei vergeleken met de resultaten van de merkeranalyse

    Methoden ter voorkóming van Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van tulpenbollen

    Get PDF
    Tulpen in de droogverkoop moeten er goed uit zien: goed in de huid en geen zichtbare beschadiging of aantastingen door schimmel. Tegenwoordig worden tulpen ook op de bol in glas of in andere verpakking verkocht. Ook daar is uitwendige schimmelgroei snel zichtbaar en kan dit leiden tot afwijzing. Bollen vrij houden van uitwendige schimmelgroei begint met het voorkomen van beschadigingen. Daarna is het zaak de bollen goed droog te bewaren. Dat is niet altijd mogelijk, want tijdens transport en bewaring kan op verschillende momenten de luchtvochtigheid oplopen, vooral tijdens koeling. Bestrijding van Penicillium met gewasbeschermingsmiddelen is voor bollen, bestemd voor de broeierij, ongewenst en voor bollen voor de droogverkoop onacceptabel. Er is daarom onderzoek uitgevoerd naar stoffen en methoden om Penicillium te bestrijden die milieuvriendelijk zijn. In het onderzoek is gewerkt aan het milieuvriendelijke fungicide Delvocid®Instant, etherische oliën (3 soorten) en aan ruimteontsmetting met ioniserende apparatuur AiroCide®. Dit onderzoek heeft opgeleverd dat een dompeling van bollen in het schimmelwerende middel Delvocid®Instant penicilliumgroei op de bollen onder vochtige omstandigheden voorkómt. De preventieve werking van het middel was vooral zichtbaar door het wegblijven van schimmelpluis en -sporen op verwondingen en stootplekjes. Dit effect is des te gunstiger omdat Penicillium juist op die plaatsen makkelijk ontstaat. Met de 3 geteste etherische oliën kon een vermindering van uitwendig Penicillium op de bollen worden gerealiseerd ten opzichte van onbehandelde bollen. Er bleek ook een schimmelreducerend effect te zijn op Penicillium op wondjes. Een bezwaar van deze groep van middelen is dat er bij verkeerd gebruik ook schade door de damp kan ontstaan. Dit uit zich in irritatie aan de wortelkrans en verkleuringen van de bolrok. Verder onderzoek naar de dosering en de toedieningswijze is daarom nog nodig. De AiroCide® luchtontsmetter bleek in dit onderzoek niet effectief in het verminderen van het aantal sporen in de lucht. Het aantal sporen in de luchtstroom van de bewaarcel nam na enkele uren wel af, maar dit werd niet versneld door het gebruik van de ontsmetter. Tijdens deze proef kwam een situatie voor waaruit bleek dat stoffilters waarschijnlijk ook effectief kunnen bijdragen aan de afname van het aantal sporen in de lucht

    Wortelrot bij tulp op water in reciruculerende systemen in de praktijk

    Get PDF
    Waterbroei op stromend en recirculerend water heeft als groot voordeel dat er een zwaardere kwaliteit tulpen mee kan worden gebroeid dan op stilstaand water. In een dergelijk teeltsysteem is de snelle ver-spreiding van ziekten iets wat voortdurend aandacht vraagt. Dit geldt voor tulpen, maar dat was al zo bij andere sierteelt- en groentegewassen. Omdat het probleem al bekend was in andere teelten, was een op-lossing in principe dichtbij. Echter, tulpenbroei heeft zijn eigen specifieke complicerende factoren. Zo heeft het gewas een korte omlooptijd van ca 3 weken in de koelcel en 3 weken in de kas. Elke keer als er nieuwe bollen worden ingebracht brengen deze ook weer een behoorlijke besmettingspiek teweeg. Bij het voorko-men van uitval door wortelrot moet men leren omgaan met die pieken en daarbij speelt een strak bedrijfs-hygiënisch regime een belangrijke rol. Gedurende twee seizoenen (2007 en 2008) werden tulpenbedrijven bezocht en werden problemen met wortelrot geïnventariseerd. In beide jaren deden zich relatief weinig problemen van algemene aard voor. De gesignaleerde problemen waren steeds bedrijfsspecifiek en kleinschalig. De betrokken bedrijven hadden al meerdere jaren ervaring met deze manier van telen. Onderzoek in 2005/2006 toonde aan dat de schimmel Fusarium culmorum het meest verantwoordelijk leek voor uitval door wortelrot bij tulpenbroei. Er was toen op een aantal bedrijven tegelijk massaal uitval door wortelrot opgetreden. Dat er in later jaren minder problemen waren ligt in het feit dat op deze bedrijven steeds meer hygiënische maatregelen werden getroffen. Bij het aanschaffen van UV- en reinigingsappara-tuur werd gaandeweg ervaring opgedaan. Bij onvoldoende werking paste men de capaciteit aan. Voor het zichtbaar maken van de besmettingsgraad van het water en van de (dodende) werking van UV-ontsmetters worden op veel bedrijven watermonsters genomen. Hiervan worden kiemgetallen bepaald en ook wordt er wel naar specifieke ziektenverwekkers gezocht door middel van DNA-monsters. Onderzoek door PPO naar de kiemgetallen bij 7 bedrijven toonde aan dat de waterontsmetting niet altijd naar behoren functioneert. De oorzaak kan van geval tot geval heel verschillend zijn. Het kan liggen aan de techniek. Door afnemende transmissiewaarden van het water, vervuiling van de lampen, veroudering van de lampen of verkeerde (te hoge) stroomsnelheid kan het ontsmettende effect van UV-apparatuur tekort schie-ten. Door controle en onderhoud van de apparatuur kunnen deze incidenten zoveel mogelijk worden voor-komen. Tenslotte moeten waterbroeiers ook waken voor incidentele oorzaken als bemestingsfouten (lage pH-pieken) of overdoseringen van peroxide. Hierdoor kunnen wortels acute irritatie oplopen en kan het later lijken op een schimmelaantasting. Tenslotte is (hoofdstuk 3) laat zien dat ook het water zelf een bron van problemen kan zijn. Op een van de bezochte bedrijven waren problemen gerezen met methaanhoudend water. Hierdoor ontstond sterke ver-slijming, wat weer verstopping van de filters tot gevolg had. In het kader van het onderzoek werd ook een fustontsmettingsexperiment uitgevoerd. Oplossingen moeten niet altijd gezocht worden in het verhogen van de concentratie van het ontsmettingsmiddel. Schoonspuiten met formaline (1,6%) bleek redelijk afdoende ter voorkoming van wortelrot. Een langere verblijfstijd bij een lagere concentratie bleek echter effectiever te zijn

    Wortelrot voorkomen in recirculerende systemen

    Get PDF
    Telers schakelen in de waterbroei van tulpen over op recirculeren systemen. Daarbij steken regelmatig wortelrotproblemen de kop op. Hygiënisch omgaan met kas, materialen en water lijkt de oplossing te zij

    Tulp verrassend kookbestendig

    Get PDF
    Wie dacht dat je tulpen geen warmwaterbehandeling kunt geven heeft het mis. Met de juiste aanpak kunnen de bollen bij 47°C worden behandeld. Dit biedt mogelijkheden voor de toekomst bij de aanpak van stengelaaltjes

    Onderzoek naar de beheersing van wortelrot bij tulp in recirculerende systemen

    Get PDF
    Waterbroei van tulpen is in ontwikkeling. Een groeiend aantal bedrijven schakelt over van systemen met stilstaand naar systemen met stromend water. Hierbij wordt het water vaak hergebruikt voor meerdere zetten tulpen in een seizoen. Een probleem dat zich hierbij voordoet is aantasting van de wortels (wortelrot). De aantasting lijkt soms op een typische schimmelinfectie, zoals Pythium, maar ook worden verkleuringen en verslijming van onbekende oorzaak geconstateerd. Omdat de wortelproblemen vrij snel tot uitval kunnen leiden reageert men in de praktijk bij symptomen vaak direct met de toepassing van middelen. Dit heeft niet altijd het beoogde resultaat. Via de bollen kunnen diverse schimmelsporen worden aangevoerd. Daarnaast kunnen stoffen uit de bolhuid vrijkomen die irriterend werken op de wortels. Bij tulpenbroei verandert de besmetting voortdurend omdat er gemiddeld elke 3 weken weer nieuwe bollen worden ingehaald. In dit verslag wordt getracht de oorzaken van wortelrot vast te stellen. Met de resultaten worden enkele bestrijdingsmethoden getest, zoals toevoeging van perixodemiddel aan het proceswater, een combinatie van twee fungiciden en bestraling met UV-licht van besmet water. Het totaal aan resultaten uit het onderzoek in 2006 leidde tot het inzicht dat wortelrot bij tulpen op recirculerende systemen voornamelijk ontstaat door schimmels, waarbij Fusarium culmorum een ‘hoofdverdachte’ lijkt te zijn. Het lijkt erop dat wortelrot dat door deze schimmel wordt veroorzaakt kan worden bestreden met behulp van peroxide of door UV-bestraling. Bij het gebruik van fungiciden is het nodig te weten met welke ziekteverwekkende schimmel men te maken heeft. Bij deze middelen moet uiteraard veilig met restanten water worden omgegaan

    Bemonstering van pellijnen op bedrijven. Onderdeel van project 320791. Epidemiologie en beheersing van Fusarium in tulp

    Get PDF
    Bij dit onderzoek bleek dat door het nemen van monsters een zwakke schakel in de verwerking goed kon worden aangetoond. Deze methode lijkt daarmee geschikt voor het verbeteren op punten van de verwerkingslijn en de hele werkwijze op het bedrijf. De procedure voor bemonsteren en gegevensvastlegging is inmiddels in de vorm van de ‘zuurcheck’ geschreven. De nuttige tips die voortkwamen uit de gesprekken met de ondernemers zijn ook in deze zuurcheck verwerkt

    Oorzaken voor partijverschillen bij gevoeligheid voor zweten in tulpen

    Get PDF
    Bij de broei van tulpen op potgrond treedt nogal eens het verschijnsel zweten op. Kort na het inhalen worden de spruiten waterig doorschoten en donker, blauwachtig van kleur. Er treden druppels vocht uit de spruit naar buiten. Bij langdurig zweten kan een holte ontstaan in de poot (holle steel), planten met dit verschijnsel blijven kort en bloeien diep in het blad. Er zijn diverse manieren om zweten te voorkomen. In de praktijk wordt daarmee veel schade al voorkomen. Het feit dat er steeds grote verschillen per partij blijken op te treden riep vragen op. Door PPO is daarom van 2001 tot en met 2003 onderzoek uitgevoerd naar de oorzaken van deze partijverschillen. In het onderzoek is vastgesteld dat er inderdaad partijverschillen bestaan. Onder gelijke omstandigheden zweette in de ene partij gemiddeld 50% van de pennen, terwijl een andere partij maar 2% zweters te zien gaf. Dit beeld is beide jaren vastgesteld. Van de gebruikte partijen waren vóór het planten de bollen geanalyseerd op de gehaltes van de elementen in de droge stof. De analyses werden vergeleken met de mate van zweten per partij. De vergelijking leverde in het eerste jaar heel andere resultaten op dan het tweede jaar. In 2001 leek een laag stikstofgehalte in combinatie met de gehaltes aan fosfor, kali, magnesium en aluminium een indicator voor het zweten van tulpen. In 2002 echter kon het stikstofgehalte niet als indicator voor zweten worden aangemerkt. Er bleek een heel andere relatie tussen voedingselementen en zweten te gelden. Het onderzoek heeft niet hèt antwoord opgeleverd op de vraag naar de oorzaak van het zweetprobleem. Wel heeft het een aantal hardnekkige theorieën hierover kunnen ontzenuwen: het gehalte aan stikstof en/of andere elementen in de bol is niet dè oorzaak voor zweten. Ook zijn de mate van beworteling en het suikergehalte van de spruit niet dè oorzaak van zweten

    Zuur in tulpen tijdens de exportfase

    Get PDF
    De schimmel Fusarium oxysporum is debet aan vrij veel uitval in tulp. Sinds 2000 is er sprake van een sterke toename van dit probleem door de hele keten. Naast onderzoek in het productiedeel van de keten, op de bollenteeltbedrijven, is ook bij de exportbedrijven de problematiek gevolgd. Exporteurs zien tijdens de bewaring door de jaren heen meer en meer zuur ontstaan. Het uitzoekwerk vormt een alsmaar groeiende kostenpost. Door dit onderzoek wilde men meer inzicht krijgen in de mate waarin Fusarium in de exportfase van de handelsketen wordt veroorzaakt en welke maatregelen exporteurs daartegen kunnen inzetten
    corecore