55 research outputs found

    Monitoring Nitrogen Leaching for the Evaluation of the Dutch Minerals Policy for Agriculture in Clay Regions

    Get PDF
    This paper presents the results of the Dutch monitoring program for agriculture in the clay regions for the period 1996–2000 and evaluates the monitoring strategy. A wide range of farms (25 to 85%) had a NO3–-N concentration in tile drainwater higher than the EU standard of 11.3 mg/l. The low figure is related to wet winters; the high, to dry winters. Arable farms are more prone to NO3– leaching than dairy farms. On arable farms, about 25% of the N surplus leached to groundwater and tile drainwater, on dairy farms this was about 15%. N in tile drainwater has shown to be the best indicator for monitoring the effects of farming practice changes in the clay regions. The average NO3–-N concentration in tile drainwater was 18.8 and 3.2 mg/l in borehole water on farms where both were monitored. It is known that N use has a relationship with NO3– in tile drainwater and not with NH4+ and organic N. The presented results indicate that crop rotation and precipitation strongly influence NO3– concentration in tile drainwater

    Trends door meetgegevens : keuzes bij een opdrachtverstrekking

    Get PDF
    Het bepalen van een trend door meetgegevens is niet triviaal. Het hangt af van welke trend-methodiek gebruikt is. Het hangt ook af van welke databewerkingen toegepast zijn. Elk instituut heeft zijn eigen werkwijze. Daardoor kan het voorkomen dat, op basis van dezelfde set aan ruwe meetgegevens, het ene instituut zegt dat de trend dalend is, het andere zegt dat het stijgend is, en de volgende zegt dat het stabiel is. Tegenstrijdige conclusies, daar worden opdrachtgevers niet blij van. In deze notitie worden een aantal keuzes genoemd waarmee de opdrachtgever, en de hoofd- en onderaannemers ervan, rekening kunnen houden bij een opdrachtverstrekking. Het voorkomen van tegenstrijdige trendanalyse-conclusies kan geminimaliseerd worden als de juiste keuzes ge-maakt worden. Er wordt daarbij aanbevolen om een ‘werkgroep statistiek’ in het leven te roepen. Deze is op incidentele basis oproepbaar en kan betrokken worden bij trendanalyses, als vraagbaak en/of om (on)gevraagd advies te geven. De scope van zo’n werkgroep statistiek beperkt zich niet tot de Evaluatie Meststoffenwet. Het kan ook op andere terreinen ingezet worden. Ook wordt aanbevolen om zo vroeg mogelijk te starten met de afstemming tussen opdrachtgever en hoofd-aannemer (verantwoordelijk voor het ‘verzamelrapport’) en tussen de hoofd- en onderaannemers (verantwoordelijk voor de onderliggende onderzoeksrapporten). Hiermee kan voorkomen worden dat tijdens het stressvolle productieproces nog problemen optreden

    Methoden voor trendanalyse bij de Evaluatie Meststoffenwet

    Get PDF
    Dit rapport is het resultaat van de Werkgroep Statistiek en geeft een overzicht van trendmethoden voor de Evaluatie Meststoffenwet (EMW). Het rapport richt zich specifiek op onderzoekers die met de trendmethoden werken. Daarnaast is er een werkwijzerapport, waarin beschreven wordt hoe om te gaan met de trendmethoden bij de EMW. Dit rapport beschrijft eerst de problemen die optraden rond de berekening van trends bij de meest recente EMW, te weten de diversiteit aan trends en hun presentatie, en de discrepanties tussen rapporten. Vervolgens gaan we in op de definitie van een trend en de significantie ervan. Naast de keuze voor trendmethode hebben de verschillende voor- en nabewerkingen die uitgevoerd worden op de data een belangrijke invloed hierbij. We behandelen daarom de bewerkingen die zoal mogelijk zijn, en geven aan waarop gelet moet worden. Daarna gaan we in op de verschillende trend-methoden en beschrijven hun voor- en nadelen

    Duurzame maïsteelt op zandgrond : verslag van een deskundigendag, gehouden op 22 april 2010

    Get PDF
    Voor de melkveehouderij op zandgrond is de maïsteelt belangrijk. Zetmeelrijke, eiwitarme maïs combineert uitstekend met zetmeelarm maar eiwitrijk gras, wat goed is voor de koe maar ook voor het milieu omdat een maïsgewas zeer efficiënt met water omgaat en omdat een rantsoen met maïs de emissies van lachgas en ammoniak beperkt. Bovendien kan door de voeding van maïs op krachtvoer worden bespaard. Daar staat tegenover dat op veel bedrijven bij de maïsteelt te veel meststoffen en herbiciden naar het grond- en oppervlaktewater verloren gaan. Dat maakt het voor waterbeheerders moeilijk te voldoen aan de kwaliteitsnormen die de Kaderrichtlijn Water (KRW) stelt. Ook de maïstelers zijn daar niet blij mee, omdat dit duidt op een slechte benutting van grondstoffen. De teeltkosten zijn dan te hoog, de gewasopbrengsten te laag, of de bodemkwaliteit lijdt eronder

    A Study of a Catena in the Tai forest, Ivory Coast

    No full text

    Updating of trend modelling of measured nitrate concentration at farms : Mineral Policy Monitoring Programme

    No full text
    Voor het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) is het van belang om te weten welke effecten veranderingen in de bedrijfsvoering van landbouwbedrijven hebben op de hoeveelheid nitraat in de bovenste grondwaterlaag onder het bedrijf. Het RIVM heeft het model dat wordt gebruikt om effecten van deze veranderingen op de nitraatconcentratie te kunnen bepalen geactualiseerd. Daardoor zijn de uitkomsten betrouwbaarder. De concentraties nitraat in het bovenste grondwater worden niet alleen door de bedrijfsvoering beïnvloed, maar ook door de hoeveelheid neerslag en wijzigingen in de groep landbouwbedrijven die aan het LMM deelneemt. Hierdoor is de invloed van de bedrijfsvoering op de gemeten concentraties lastig te herleiden. Met het vernieuwde model is het mogelijk om deze twee invloeden eruit te filteren. De daarmee verkregen waarden worden de gestandaardiseerde nitraatconcentraties genoemd, die beter de gevolgen van veranderingen in de bedrijfsvoering weergeven. De belangrijkste vernieuwing in het model is dat beter rekening wordt gehouden met het effect van de hoeveelheid neerslag op de concentratie nitraat in het bovenste grondwater. Bij hoge concentraties nitraat heeft neerslag veel invloed op de uiteindelijke concentratie nitraat in het grondwater. Bij lagere concentraties is die invloed veel minder groot. Met de modelwijziging zijn vooral de gestandaardiseerde nitraatconcentraties in de eerste tien jaar van het LMM (1992-2002) verbeterd. Daardoor zijn in die periode minder sterke schommelingen in de gestandaardiseerde nitraatconcentraties te zien.For the Minerals Policy Monitoring Programme (LMM), it is of importance to know the effect of changes in farming practices on the amount of nitrate in the upper groundwater at farms. RIVM has updated the model used to determine the effect of these changes on the nitrate concentration. As a consequence, the model outcome is more reliable. The nitrate concentrations in the upper groundwater are not only influenced by farming practices, but also by the amount of precipitation and changes in the group of farms participating in LMM. Because of that, the impact of the farm practices on the measured concentration is difficult to assess. The updated model makes it possible to filter out the effects of the two other influences. The most important change of the model regards the calculation of the effect of the amount of precipitation on the nitrate concentration. At high nitrate concentrations, the amount of precipitation has a strong influence on the nitrate concentration in groundwater. At lower concentrations, the influence of the amount of precipitation is much less. Due to the changes in the model, especially the standardised nitrate concentrations in the first ten years (1992-2002) are improved. As a result, the new standardised nitrate concentrations show less fluctuation in that period.Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedsel LN

    Soil Organic Matter Map of the European Communities 1:8000000, Explanatory Bulletin

    No full text
    This research was carried out in the framework of the RIVM contribution to the Seminar on groundwater for EC ministers, hold 26-27 November 1991 in The Hague, the Netherlands. One of the threats to groundwater is leaching of pesticides. One of the major factors determining the migration of most pesticides in soil is the organic matter content of the soil. Using classification criteria, data on organic matter content in described European and American soil profiles, and common knowledge from textbooks. for each soil unit and subunit occurring on the EC Soil Map (CORINE, 1985) the organic matter content of the top soil (upper 30 cm) has been estimated. The assumptions, used to estimate the organic matter content for soil units and subunits and the data and references on which these assumptions are based are provided. The results are presented as the Soil Organic Matter Map of the EC on a scale of 1:8000000. In addition recommendations for future improvements are discussed

    [Organische stofkaart voor de Europese Gemeenschap.]

    No full text
    This research was carried out in the framework of the RIVM contribution to the Seminar on groundwater for EC ministers, hold 26-27 November 1991 in The Hague, the Netherlands. One of the threats to groundwater is leaching of pesticides. One of the major factors determining the migration of most pesticides in soil is the organic matter content of the soil. Using classification criteria, data on organic matter content in described European and American soil profiles, and common knowledge from textbooks. for each soil unit and subunit occurring on the EC Soil Map (CORINE, 1985) the organic matter content of the top soil (upper 30 cm) has been estimated. The assumptions, used to estimate the organic matter content for soil units and subunits and the data and references on which these assumptions are based are provided. The results are presented as the Soil Organic Matter Map of the EC on a scale of 1:8000000. In addition recommendations for future improvements are discussed.DGM/DWLV&WEG/DG1

    Change in nitrate concentration in groundwater; background report to the nitrate compliance checking level study. : Results of measurements at common and special national monitoring wells.

    No full text
    Voor een dieptemeetnet voor nitraat zijn vaste putten in de percelen van landbouwbedrijven geschikt om het nitraat in de bovenste vijf meter van het grondwater te bemonsteren. Voor bemonstering van nitraat in diepere grondwaterlagen zijn putten buiten de percelen toereikend. Met een nitraatdieptemeetnet met vaste putten is het waarschijnlijk mogelijk aan te tonen of nitraat al dan niet wordt afgebroken (denitrificatie) en na te gaan of er eventuele nadelige effecten zijn van denitrificatie op het grondwater. De precieze duiding van de mate waarin dit aan de orde is, kan alleen met specialistisch onderzoek worden gekwantificeerd. Dit is niet mogelijk binnen een regulier meetnet. Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM, in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). De bevindingen zijn van belang om een meetnet in te richten waarmee het verloop van de nitraatconcentratie met de diepte kan worden vastgesteld (nitraatdieptemeetnet). De resultaten kunnen verder voor deze twee ministeries van dienst zijn om een beslissing te nemen of een dergelijk meetnet al dan niet moet worden ingericht. De resultaten van een nitraatdieptemeetnet zijn ook van belang voor de discussie met de Europese Commissie over het Nederlandse mestbeleid. De nitraatconcentratie neemt niet af met de diepte in de bovenste vijf meter van het grondwater bij landbouw op droge zandgronden, waar de hoogste nitraatconcentraties worden gemeten. De nitraatconcentratie neemt wel met de diepte af bij landbouw op de overige zandgronden. Het onderzoek laat zien dat de lagere concentraties nitraat in het diepere grondwater (dieper dan vijf meter) verband houden met zowel de bemestingshistorie als denitrificatie in de ondergrond. Het onderzoek bevestigt hiermee de bevindingen en de conclusies uit eerdere toetsdieptestudies. nitraat bovenste grondwater toetsdieptePermanent wells on agricultural fields can be used in a monitoring network for monitoring nitrate trends with depth in the upper five meters of groundwater. For monitoring nitrate at greater depths, wells outside the fields provide sufficiently reliable measurements. With such a nitrate monitoring network, it will likely be possible to demonstrate the occurrence or absence of nitrate breakdown (denitrification) as well as the potential adverse secondary effects of denitrification on groundwater quality. The precise quantification of denitrification and its side effects requires a specialised research approach and is not feasible within the framework of a regular monitoring network. This is the outcome of a study carried out by the RIVM by order of the Ministry of Infrastructure and Environment (I&M) and the Ministry of Economic Affairs, Agriculture and Innovation (EL&I). These findings have an important bearing on the structure of a monitoring network for the determination of the trend of nitrate in groundwater with depth (nitrate profile monitoring network). They can also be used by these ministries to facilitate an informed decision on whether such a network should be put in place. The results of a nitrate profile monitoring network are relevant in the discussion with the European Commission pertaining to the Netherlands minerals policy. Nitrate concentration shows no trend with depth within the upper five meters of groundwater under agricultural fields on deeply drained sandy soils, where the highest nitrate concentrations are measured. Nitrate concentration decreases with depth under agricultural fields on other types of sandy soils. The results of this study reveal that a lower nitrate concentration at greater depth (more than five meters) is related to both old levels of fertilisation and to denitrification in the deeper soil layers. As such, this study confirms the findings and conclusions of previous compliance checking level studies.Ministerie van Infrastructuur en MilieuMinisterie van Economische ZakenLandbouw en Innovati
    • …
    corecore