93 research outputs found

    De uittrekmogelijkheden voor schieraal via de Haringvlietsluizen

    Get PDF
    Schieraal die vanuit het Haringvliet naar zee wil trekken wordt potentieel belemmerd door de Haringvlietdam, omdat de spuisluizen in deze dam slechts gedurende een deel van de tijd open staan en alleen dan vrije migratie naar zee toestaan. In opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid, Directie Agroketens en Visserij (LNV-AKV) worden in deze rapportage de uittrekmogelijkheden van schieraal vanuit het Haringvliet via de spuisluizen onderzocht aan de hand van bestaande gegevensbestanden

    Report on the eel stock and eel fishery in the Netherlands in 2010

    Get PDF
    Onderliggend rapport bevat het overzicht van de toestand van de aalstand in Nederland dat in de zomer van 2011 is opgesteld. De tijdreeksen in dit rapport lopen tot en met 2010, met uitzondering van de glasaalintrek waarvoor gegevens tot en met het voorjaar van 2011 beschikbaar zijn

    De toestand van de Nederlandse aalstand en aalvisserij in 2010

    Get PDF
    De intrek van jonge aal (glasaal) uit zee naar onze binnenwateren wordt bemonsterd op 12 plaatsen langs de kust. In Den Oever is sinds 1938 een intensief programma uitgevoerd, elders is tussen 1970 en 1995 een netwerk van vrijwilligers opgezet. De resultaten tonen een sterke afname sinds 1980 en het glasaal niveau is momenteel minder dan 5 % van het vroegere niveau. De laatste tien jaar is de intrek van een vergelijkbaar laag niveau

    Discard sampling of Dutch bottom-trawl fisheries in 2009 and 2010

    Get PDF
    In the European Union, the collection of discard data is enforced through the Data Collection Regulation or Framework (DCR/DCF) of the European Commission (EC). To comply with this ruling, approximately ten trips of discard-intensive beam-trawlers are being monitored annually since 1999 (Helmond and Overzee, 2010). In 2009, revisions to the DCF (2008/949/EG), required member states to increase sampling intensity to i) improve the precision of their estimates and ii) the number of sampled métiers. To meet this requirement within an affordable budget, the Institute for Marine Resources and Ecosystem Studies (IMARES, part of Wageningen University and Research) set up a collaborative project between the Dutch fishing industry and the research institute to recruit a ‘reference fleet’ of vessel owners willing to participate in a self-sampling programme. This programme complemented the existing observer programme. In the observer programme, vessels were selected quarterly from a pool of available vessels, whereas in the self-sampling programme, trips were pre-determined from a reference fleet of participating vessels. Missing and/or wrong information precluded the inclusion of 17% and 13% of all self-sampled trips in 2009 and 2010. In total, 9 and 10 observer, and 63 and 132 valid self-sampling trips were completed in 2009 and 2010, respectively. For these remaining valid self-sampled trips, procedures were developed to test whether data quality was comparable with i) other self samples from the reference fleet and ii) comparable observercollected data (i.e. temporally and spatially overlapping trips). In addressing i), there were no unusual patterns in the length frequencies of self-sampled discards of European plaice (Pleuronectes platessa), common dab (Limanda limanda), grey gurnard (Eutrigla gurnardus), and whiting (Merlangius merlangus) in 2009 and2010. In addressing ii), no significant differences in the discard rates of plaice between the two programmes were found. There was no evidence that sampling may have been biased at the vessel level, justifying the decision to present all discard estimates independent of the programme type. While in both programmes the majority of observations were done onboard beam-trawl vessels with mesh sizes ranging between 70 and 99 mm, in the self-sampling programme data from four additional beam- and otter-trawl métiers with two 70-99 and 100-119 mesh size ranges and other target species assemblages (i.e mixed crustaceans and/or demersal fish) were collected. This lead, apart from a considerable increase in sampling effort for some métiers, to an increase in the temporal and spatial spread of sampling. Samples from previously unsampled northern and eastern parts of the North Sea were available. The spatial distribution of sampling locations matched that of the total effort of the fleet for intensively-sampled métiers. In all but two métiers, combined fish and benthos discards exceeded the volume of landings. In contrast, large-mesh beam- and otter trawls (100-119 mm) landed on average more than they discarded. The majority of discards was comprised by benthic (invertebrate ) species such as common starfish (Asteria rubens); sand star (Astropecten irregularis); swimming crab (Liocarcinus holsatus); and serpent star (Ophiura ophiura). Most frequently discarded fish species of no commercial value included: dragonet (Callionymus lyra); grey gurnard (Eutrigla gurnardus); scaldfish (Arnoglossus laterna); and solenette (Buglossidium luteum). Among commercially-valuable fish, common dab (Limanda limanda) and European plaice (Pleuronectes platessa) were the most frequently discarded species

    Traject Bedrijfssurvey. fase 1: draagvlak & haalbaarheid

    Get PDF
    In 2009 is het Traject Bedrijfssurvey opgezet. Met dit traject wordt getracht te bepalen of een survey met commerciële schepen op de Noordzee extra informatie kan opleveren die het beheer van schol en tong kan verbeteren. Dit rapport gaat over de eerste fase, waarin een haalbaarheidsstudie is gedaan voor de bedrijfssurvey. De doelstellingen waren: opzetten van een werkplan; creëren van draagvlak; en het onderzoeken van de uitvoerbaarheid middels een proefweek. Voor het creëren van draagvlak is de opzet van het traject uitvoerig besproken met visserijorganisaties, beheerders en onderzoekers van IMARES. Daarnaast is een werkplan voorgelegd aan internationale onderzoekers met het verzoek te reageren op de waarde in hun ogen van een bedrijfssurvey en aanbevelingen te doen. Aan het eind van fase 1 moest op een go-no go moment worden vastgesteld of doorgegaan wordt met fase 2

    Uittrek schieraal gesloten gebieden

    Get PDF
    Schieraal migreert naar de Sargasso Zee om zich voort te planten. De aallarven drijven vervolgens met de stroming de Atlantische oceaan over naar Europa en verspreiden zich over de Nederlandse binnenwateren via b.v. de Nieuwe waterweg of de sluizen in de Afsluitdijk. De aal verblijft als rode aal vijf tot vijftien jaar in Nederland voordat de rode aal een transformatie tot schieraal ondergaat en weer naar de Sargasso Zee trekt om te paaien. De hoeveelheid uittrekkende schieraal vanuit Nederland is dus afhankelijk van de aanwas aan glasaal en de hoeveelheid natuurlijke (predatie, ziekte) en antropogene (gemalen, WKCs, visserij) sterfte gedurende het lange verblijf in de binnenwateren

    Norwegian Sea Herring Stock Discrimination phase I (NORDISI)

    Get PDF
    There is growing concern among fishermen about the migration of North Sea herring into the Norwegian Sea. The Pelagic Freezer-trawler Association therefore commissioned IMARES to develop a technique to monitor possible catches of North Sea herring in the Norwegian Sea. This technique will use morphometric (shape) differences in herring to distinguish between Norwegian Sea spawning herring and North Sea herring. The results show that the model is able to distinguish Norwegian spring spawning herring from North Sea autumn or winter spawning herring. Overall we can conclude that even though we still have to overcome some methodological problems we are confident that this research constitutes a first step towards developing a technique to monitor catches of herring from the Norwegian Sea for Norwegian Spring spawning or other herring

    Vet als een Nederlandse aal: nieuwe inzichten over het vetgehalte van aal in relatie tot het trekgedrag

    Get PDF
    De achteruitgang van de aalstand blijft de gemoederen bezighouden. Het dalende vetgehalte in deze bijzondere vissoort zou daarbij een negatief effect op de voortplanting hebben. Recent onderzoek van IMARES en RIKILT laat echter een ander beeld zien

    Kennisdocument Zeebaars

    Get PDF
    Samenvatting van de kennis over de biologie van en de visserij op de in Nederland voorkomende zeebaars (Decentrarchus labrax). Er is aandacht voor de biologie, levenscyclus en verspreiding, de vangstgegevens en de aquacultuur. Tenslotte wordt een kort overzicht gegeven van de ontwikkeling van hoeveelheden zeebaars in de kweek, die in Europa voornamelijk in het Middellandse zeegebied plaats vindt (bron: FAO). De productie uit de kweek is de afgelopen decennia sterk toegenomen tot ongeveer 60 miljoen kilogram per jaar, wat aanzienlijk meer is dan de productie uit vangste

    Field test for mortality of eel after passage through the newly developed turbine of Pentair Fairbanks Nijhuis and FishFlow Innovations

    Get PDF
    Sterfte van vis tijdens het passeren van turbines in waterkrachtcentrales is een wereldwijd probleem, met name voor migrerende vissoorten. In deze studie testen we een nieuw type turbine die is ontwikkeld om visvriendelijk te zijn door Pentair Fairbanks Nijhuis/FishFlow Innovations. In een gecontroleerd experiment zijn groepen Europese paling Anguilla anguilla gedwongen blootgesteld aan passage via deze nieuwe turbine en zijn de directe en vertraagde sterfte van deze groepen vergeleken met controle groepen paling die afgezien van turbine passage een gelijke behandeling hebben gehad
    • …
    corecore