3,375 research outputs found

    Hoofdelijke productaansprakelijkheid, regres en insolventie

    Get PDF
    Hoofdelijkheid biedt bescherming tegen de gevolgen van insolventie. Raakt de ene debiteur insolvent, dan nodigt de crediteur “gewoon” een andere debiteur uit om tot betaling over te gaan. Het klinkt simpel, maar daarmee is niet gezegd dat tussen hoofdelijkheid en insolventie een ongecompliceerde verhouding zou bestaan. Want wat is de positie van de crediteur wanneer meer dan één debiteur failleert? Wat is de positie van de debiteur die heeft betaald, als deze zijn regresvordering in het faillissement van de draagplichtige mededebiteur wil indienen? Onder welke voorwaarden is de regresvordering voor verificatie vatbaar? Hoe verhoudt de (voorwaardelijke) regresvordering zich tot de hoofdvordering van de crediteur? En zo zijn er meer lastige vragen. In deze bijdrage zal, naar aanleiding van een typische productaansprakelijkheidscasus, antwoord worden gezocht op een aantal van deze vragen

    Theologie en wetenschap bij Paul Tillich

    Get PDF

    De onwetende meester als voorbeeld - Jacques Ranciere: van praktijk naar principe

    Get PDF
    Bestaat de kernactiviteit van de meester erin om zijn eigen kennis uit te leggen en over te dragen? De Franse filosoof Jacques Rancière laat zien dat een gelegenheidsexperiment van Joseph Jacotot ons een ander voorbeeld aanreikt: de onwetende meester. In zijn boek De onwetende meester: vijf lessen over intellectuele emancipatie (Le maître ignorant: Cinq leçons sur l'émancipation intellectuelle) stelt hij dat de onwetende meester evengoed of zelfs beter in staat is leerlingen iets te leren dan de wetende meester. Rancière neemt in feite twee onderwijspraktijken als voorbeeld: de traditionele praktijk van de wetende meester die uitleg geeft en kennis overdraagt en de experimentele praktijk van de onwetende meester die geen uitleg geeft maar vooral gericht is op de verificatie van aandacht. In dit artikel wil ik op basis van een korte analyse van deze twee praktijken laten zien hoe we uit Rancière’s boek een model kunnen afleiden voor het articuleren van de theoretische principes die impliciet in onderwijspraktijken werkzaam zijn. Dit model is gestoeld op het volgende uitgangspunt: door een succesvolle of juist problematische onderwijspraktijk als voorbeeld te nemen kunnen we de theoretische principes articuleren die erin werkzaam zijn. Dit schept de mogelijkheid om de focus van de van de praktijken naar de principes te verleggen. Hierdoor wordt de onderwijspraktijk op een nieuwe manier inzichtelijk en kunnen we haar theoretisch expliciteren

    Evaluatieonderzoek systeemtoezicht op kwaliteit en veiligheid in de zorg

    Get PDF
    __Abstract__ Al jaren wordt nagedacht over de vraag in hoeverre zorginstellingen zelf in staat zijn om te waarborgen dat zij veilige en kwalitatief zorg leveren. Er is wetgeving die voorschrijft dat zorginstellingen alleen kunnen worden toegelaten als zij een aantal organisatorische zaken op orde hebben. In 1996 is in de Kwaliteitswet geregeld dat zorginstellingen zelf de kwaliteit van de zorg systematisch moeten bewaken, beheersen en verbeteren. Bestuurders en Raden van Toezicht zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van zorg in hun instelling, waarbij zij zorg dragen voor passende procedures en cultuur. De veronderstelling is dat als zorginstellingen deze verantwoordelijkheid opnemen en daadwerkelijk waarmaken, het overheidstoezicht op de naleving beperkt kan worden tot toezicht op (de werking van) het zelf opgezette ‘systeem’ om kwaliteit en veiligheid te borgen en risico’s te beheersen. Deze manier van inspecteren wordt in Nederland Systeem Toezicht (ST) genoemd

    Gebruiksnormen en mestverbranding grote invloed op de mestprijs

    Get PDF
    In opdracht van de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) berekent het LEI jaarlijks de meststromen op de mestmarkt. Deze monitoring levert de meest betrouwbare schatting van de meststromen op de mestmarkt. Het laatste onderdeel van de monitoring, de verificatie, wordt na afloop uitgevoerd, wanneer alle gegevens bekend zijn. Dit artikel geeft de resultaten van de verificatie van de jaren 2006, 2007 en 2008. De berekeningen zijn uitgevoerd met het MAMBO model van het LEI, waarvoor de mestafzetregistraties van LNV DR de input is. In het Informatienet van het LEI worden de kosten van mestafzet vastgelegd. In dit artikel worden beide informatiebronnen met elkaar en met de mestafzet van het laatste MINAS jaar (2005) vergeleke

    Grondwaterregime op basis van karteerbare kenmerken

    Get PDF
    Om een ruimtelijk beeld te kunnen krijgen in de vorm van kaarten met informatie over het grondwaterstandsverloop is een karakterisering van tijdreeksgegevens van grondwaterstanden in kengetallen noodzakelijk. Hiervoor is in de jaren 60 van de vorige eeuw het systeem van grondwatertrappen (Gt) ontwikkeld. De Grondwatertrapinformatie staat vanouds op de bodem- en Gt-kaart 1:50 000 (opnames tussen de jaren 1960 tot 1989). Deze kaarten kunnen echter zijn verouderd, omdat er sinds deze karteringen ingrepen in de waterhuishouding kunnen zijn geweest. Een aantal kaartbladen is in de jaren 90 geactualiseerd. STOWA heeft Alterra de opdracht gegeven een actuele landsdekkende grondwatertrappenkaart op te stellen. Alterra heeft hiervoor een methode ontwikkeld die landsdekkende resultaten genereert en die direct gekoppeld is met bodemkundige informatie. De uitkomsten zijn vergeleken met boorpuntinformatie uit detailkarteringen

    Machinale verificatie van redeneringen

    Get PDF
    corecore