799 research outputs found

    Gerotranscendence: components and spiritual roots in the second half of life.

    Get PDF
    According to gerotranscendence theory (Tornstam, 1989), aging persons gradually develop 'a shift in meta-perspective, from a materialistic and rational vision to a more cosmic and transcendent one'. The present study examined the structure of the construct of gerotranscendence, age differences in gerotranscendence, and relations between gerotranscendence and culturally determined meaning in life and death factors, such as levels of spirituality, religious beliefs, moral judgment, and death attitudes. Participants were 467 adults between 17 and 91 years old. Factor analysis of the Gerotranscendence Scale yielded three subscales, Transcendent Connection, Anxiety and Uncertainty, and Active Involvement. Transcendent Connection - the core component of gerotranscendence - was only weakly related to age. However, Transcendent Connection was positively related to spiritual views and practices, relativistic orientation to religious beliefs, moral consistency, higher stages of moral thinking, and negatively related to avoidance of death. Patterns of correlations with the scores on the other two scales were also explored. Together, the findings suggested that individuals' development with regard to issues of spirituality, religiosity, morality, and death attitudes is more fundamental for their development toward 'gero'-transcendence than the natural process of aging.

    Verdrongen kwetsbaarheid. Een theoretisch afstudeeronderzoek naar de duiding van grenservaringen

    Get PDF
    In dit literatuuronderzoek staat de volgende vraag centraal: ‘Hoe worden binnen verschillende wetenschappelijke disciplines grenservaringen geduid, welke visie op transitie wordt zichtbaar en wat betekent dit voor de oriëntatie op kwetsbaarheid?’ In een sociologische analyse van de hedendaagse oriëntatie op kwetsbaarheid, wordt een tendens tot verdringing en beheersing zichtbaar, ten aanzien van ervaringen ‘waarin de vanzelfsprekende geborgenheid van het bestaan wegvalt’ - grenservaringen. Dit zijn vaak ervaringen van verlies: van een baan, gezondheid, geliefde of het eigen bestaan. De tendens om deze ervaringen te verdringen en te beheersen maakt de hedendaagse oriëntatie op kwetsbaarheid problematisch, doordat de mogelijkheid tot betekenisgeving uit beeld verdwijnt. Dit vraagt om een heroriëntatie. Vanuit een interdisciplinaire benadering wordt gekeken wat denkers uit de ontwikkelingspsychologie, het existentialisme, de theologie, de gendertheorie en het zenboeddhisme ten aanzien van deze heroriëntatie te bieden hebben. Zij wijzen erop de kwetsbaarheid niet toe te dekken, maar aan te gaan (Epstein, 2000; Yalom, 2008), te erkennen (Butler, 2004) en erover in gesprek te treden (Anbeek, 2013). Afsluitend volgt een kritische dialoog waarin een aantal noties worden uitgelicht die in een heroriëntatie op kwetsbaarheid van belang zijn: de betekenis van de ander, de ontoereikendheid van de taal en de tweezijdigheid van de grenservaring

    Inzicht in het proces

    Get PDF

    Parent groups in child protection: Yes we can!

    Get PDF

    Parent groups in child protection: Yes we can!

    Get PDF

    De ontwikkeling van talenten van jonge kinderen op het gebied van wetenschap en techniek

    Get PDF

    Inzicht in het proces

    Get PDF

    De continuiteit tussen pre- en postnatale ontwikkeling

    Get PDF

    De psychologische volwassenwording

    Get PDF
    Wetensch. publ. referee

    Versterking samenwerking tussen PABO en scholen

    Get PDF
    Opbrengstgericht werken en het omgaan met verschillen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als scholen en leerkrachten gestructureerd werken aan het behalen van opbrengsten, weten wat ze met leerlingen willen bereiken, regelmatig toetsen, toetsresultaten analyseren en aan de hand daarvan vervolgonderwijs plannen zien ze overduidelijk dát leerlingen verschillen en waarin leerlingen verschillen. Het is de kunst om daarop in te spelen in de klas en elk kind maximaal te stimuleren zijn/haar talenten te benutten. Goed differentiëren is echter een zeer complexe vaardigheid. Zowel wetenschappelijk onderzoek (bijv. Van der Grift, 2011) als inspectierapporten laten zien dat veel leerkrachten bij dergelijke complexe vaardigheden handelingsverlegenheid ervaren. In dit project wordt via twee lijnen onderzocht hoe deze handelingsverlegenheid verminderd kan worden: enerzijds met behulp van de inzet van de principes van Talentenkracht en anderzijds met behulp van de opbrengsten van het project ‘Streef’ (een instrumentarium voor het analyseren van toetsresultaten en het op basis daarvan stellen van doelen voor leerlingen)
    • …
    corecore