3 research outputs found

    Voorstudies natuurverkenningen 2002 : onderdeel internationaal

    Get PDF
    Internationale waarden van de Nederlandse natuur: een analyse voor het Natuurplanburea

    Home birth in the United States and the Netherlands: understanding women's experiences of stigma, nature, and trauma

    Get PDF
    University of Ph.D. dissertation. December 2013. Major: Sociology. Advisor: Kathleen E. Hull. 1 computer file (PDF); vii, 298 pages.This is an ethnographic study of contemporary home birth in the United States and the Netherlands. Data include (1) fieldnotes collected at prenatal appointments, births, postpartum visits, and professional meetings, (2) transcripts from pre- and post-birth interviews with pregnant women as well as interviews with midwives, and (3) textual materials including statements by medical and midwifery associations and books by leaders of the natural birth movement. Analysis reveals three key components of women's experience: stigma, natural birth, and trauma. Home birth in the U.S. is seen as risky behavior and women who plan such births are labeled risk mothers. Women cope with this stigma by employing isolation and secrecy, attempting an education campaign, or seeking comfort in a family tradition of alternative approaches to health. In the Netherlands, home birth is part of the mainstream health care system. In the absence of stigma, structures for collaboration between midwives and physicians facilitate relatively smooth interactions. An international discourse of natural birth informs a script for how to accomplish home birth in the U.S. This script emphasizes a warm, dark, and quiet environment, continuous labor support, and the achievement of an altered state of consciousness. A different script operates in the Netherlands - one that focuses on home birth as ordinary (as opposed to extraordinary) and is based on a tradition of independent midwifery, insurance industry support, and professional postpartum home care. Home-to-hospital transport is a traumatic experience in the U.S. - not so much because of the obstetric complications that necessitate the transfer as because of the disruption of beliefs and values that occurs when women move from the midwifery to the biomedical model of care. In the Netherlands, non-Dutch women with a medicalized view of birth experience a similar rupture between their worldview and a system that promotes unmedicated, low-intervention birth

    Van geografische strekenkaart tot landschapsdatabank. Gebruik van GIS, informatietheorie en landschapsmetrieken voor het karakteriseren van landschappen, toegepast op België

    Get PDF
    De toenemende aandacht voor het landschap en de noodzaak voor actuele landschappelijke indelingen, worden momenteel sterk aangemoedigd door de Europese Landschaps-conventie (ELC) (Florence, 2000). De definitie van ‘landschap’ die in de ELC opgenomen is, is een algemeen aanvaarde (formele) definitie, waarbij het karakter van het landschap centraal staat. De kenmerken die dit landschapskarakter bepalen, worden gebruikt bij regionale geografische streekindelingen. Het opstellen van een landschapstypologie is een oud gegeven en gaat terug tot de kern van de regionale geografie, waar de studie van de streken en hun kenmerken centraal staat. Het typeren van landschappen is ook opgenomen als specifieke maatregel in de ELC, die voorop stelt dat een identificatie en beschrijving dient te gebeuren van de actuele landschappen die in ieder land voorkomen en waarbij ook aandacht moet gaan naar de landschappelijke veranderingen. Voor België moet echter vastgesteld worden dat er geen indeling en beschrijving van deze actuele landschappen bestaat, waardoor een integratie op Europees niveau onmogelijk is. Het ontbreken van een Belgische landschappelijke indeling wordt mede veroorzaakt door de opeenvolgende staatshervormingen, waarbij verschillende beleidsdomeinen inzake landschap onder gewestelijke en regionale bevoegdheden kwamen. Verder zijn gebiedsdekkend data voor België schaars en zeer versnipperd en regionaal geïnventariseerde gegevens zijn zelden op dezelfde manier opgebouwd waardoor een gecombineerd gebruik niet evident is. In dit proefschrift wordt een nieuwe landschapstypologie voor België uitgewerkt, steunend op de principes van de hiërarchische en parametrische landschapsclassificatie en uitgewerkt op twee schaalniveaus. Hiervoor wordt in eerste instantie teruggegrepen naar de oude en recente concepten van landschap, karakter en landschapskarakter, waarna het theoretische kader van het karakteriseren van landschappen wordt toegelicht. Steunend op deze concepten en op nieuwe technieken zoals GIS, informatietheorie, ruimtelijke analyse en landschapsmetrieken, wordt een methodologisch model voor de karakterisatie van de actuele landschappen voorgesteld. Dit model bestaat uit twee hiërarchische schaalniveau. Op het eerste schaalniveau worden de ruimtelijke eenheden bepaald door een roosterkaart met regelmatige vierkante cellen van 1km². Op basis van datasets die beschikbaar zijn voor heel België (CORINE Land Cover, digitaal terreinmodel, bodemkaart en Landsat 5 TM) worden 18 variabelen afgeleid, die de landschappelijke kenmerken van de cellen beschrijven. Door middel van een k-means clustering en de informatietheorie worden op basis van deze variabelen 48 landschapstypes gedefinieerd en toegekend aan elke cel. Op het tweede schaalniveau worden landschappelijke eenheden afgebakend op basis van het patroon gevormd door de landschapstypes van het eerste schaalniveau. De voorkomende types en de kenmerken van hun ruimtelijk patroon worden gebruikt om de ruimtelijke eenheden te typeren door middel van landschapsmetrieken en een hiërarchische clusteranalyse. De evaluatie op basis van de kwantitatieve eigenschappen van de nieuwe karakterisatie ten opzichte van bestaande landschappelijke indeling gebeurt op basis van de informatietheorie. Zowel de km²-cellen op het eerste, als de landschappelijke eenheden op het tweede schaalniveau vormen de GIS-ingang van een open, relationele landschapsdatabank. Deze databank biedt de mogelijkheid om gegevens op een interactieve manier te bevragen, om nieuwe relevante gegevens toe te voegen, om het dynamische aspect van het landschap op te volgen en om landschappelijke indelingen op verschillende schaalniveaus te integreren. Deze integratie maakt het mogelijk om de nieuwe indeling zowel regionaal als Europees in te passen in andere landschappelijke indelingen
    corecore