1,238 research outputs found

    Wat is genoeg volgens Hans Jonas?

    Get PDF
    De auteur hoopt binnenkort te promoveren aan de Vrije Universiteit op een proefschrift over Hans Jonas. Het paper is niet alleen bedoeld om licht te werpen op bepaalde dilemma’s van de technologische samenleving, maar tevens om de actualiteit van het denken van de conservatieve ethicus Hans Jonas te laten zien en zijn werk opnieuw ter discussie te stellen.We kunnen vragen: “Wanneer is Schiphol groot genoeg geworden?” We kunnen ook vragen: “Wanneer hebben we genoeg rekening gehouden met het over geluidshinder klagende individu?” Het centrale morele dilemma van de technologische samenleving kan begrepen worden als een conflict tussen duurzaamheid en rechtvaardigheid. Aan de ene kant staat het vage, algemene belang van de samenleving bij stabiliteit en continuïteit, aan de andere kant de uiterst concrete, persoonlijke vraag van het individu naar gelijke kansen en rechtszekerheid. Kenmerkend voor de technologische samenleving is dat er geen natuurlijke omstandigheden meer zijn die het individu tot bescheidenheid manen. Daarom doet zich op de terreinen van gezondheid, veiligheid en sociale zekerheid een voortdurend conflict voor rond de vraag: “Wat is genoeg?” Met Hans Jonas wil ik betogen dat een liberale ethiek geen antwoord in huis heeft op deze vraag. Een liberale ethiek kan slechts grenzen stellen aan individuele belangen en de daaruit voortvloeiende technology push door haar beslissing te verdedigen als een keuze voor het minste van twee kwaden. Zij is niet in staat om het individu te verzoenen met het algemene belang van duurzaamheid, wat tot uitdrukking komt in een permanente onvrede onder de bevolking. Juist om de conservatieve vraag naar duurzaamheid weg te halen uit de exclusiviteit van de milieuethiek, bespreek ik de casus: “Wanneer heeft de politie genoeg moeite gedaan om een kindermoordenaar achter tralies te krijgen?

    Predictors for adherence to action plans for self-treatment of COPD exacerbations

    Get PDF
    Introduction/Aim: A minority of patients with chronic obstructive pulmonary disease (COPD) derives benefit fromself-management interventions that include action plans for self-treatment of COPD exacerbations. The aimof this studywas to identify predictors for adherence to action plans for self-treatment of exacerbations in COPD patients. Methods: Self-reported diary data from a subset of COPD patients who participated in a randomized controlled trial (COPE-II study) in the Netherlands was used to assess adherence to COPD action plans within a self-management intervention. Only patients with exacerbations were included. Successful self-treatment was defined as self-initiating a course of oral steroids/antibiotics within 2 days from the start of an exacerbation. A patient was defined as being adherent when in ≥75% of all exacerbations the self-treatment action plan was followed. Patient-level factors that showed a univariate association (P <0.10) with adherence were included in a multivariate logistic regression model to identify the predictors for adherence toCOPD self-treatment action plans (P <0.05). Results: Data from 66 patients (mean age 63.6 ± 8.0;men 56.1%) showed 387 exacerbations within 2 years of follow-up. Adherence to the action plans was observed in 37.9% of the patients and in 216 COPD exacerbations. Multivariate logistic regression analyses showed that being male (OR: 5.1; 95% CI: 1.5-17.3) and having no walking problems (EQ5D mobility, OR: 4.9; 95%CI: 1.5-16.4) were positively associatedwith being adherent to the action plan for self-treatment of COPD exacerbations. Conclusion: Our study results indicate that being male and having no walking problems are predictors for better adherence to COPD exacerbation action plans. This implies that exploring patients' mobility and offering more support to femaleCOPDpatients who are lessmobilemay positively influence the adherence to COPD exacerbation self-treatment action plans. More research is, however, required to confirm this

    Naar de Hof van Delfland

    Get PDF
    De commissie heeft, in overleg met de bestuurlijke trekkers en Riek Bakker, de vrijheid genomen om het werkgebied ruimer op te vatten dan de gebiedsafbakening van de opdrachtgever. Het advies heeft betrekking op het cultuurlandschap en het groen in het gebied tussen de glastuinbouw van het Westland, en de aaneengesloten stedelijke bebouwing van Den Haag, Rotterdam en Zoetermeer. Daaronder wordt dus uitdrukkelijk begrepen de Groenzone Berkel-Pijnacker. De commissie stelt zich op het standpunt dat de cultuurhistorische en ecologische waarden van het kerngebied in stand moeten worden gehouden en versterkt. Versterking kan gebeuren door het beter zichtbaar en beleefbaar maken van de aanwezige waarden voor bezoekers uit de omliggende steden. De commissie brengt dus een territoriale driedeling aan in haar werkgebied. - Het kerngebied. Dit is het gebied onder de werking van de aflopende Reconstructiewet Midden-Delfland, aangevuld met Oude Leede en Ackerdijkse Plassen. - De stadsranden. Hier is ruimte voor passende ontwikkelingen zoals recreatievoorzieningen, passende sociale functies, groen wonen, ecologische en cultuurhistorische verbindingszones, en andere infrastructuur. - De uitlopers. Hier moeten mogelijkheden worden gezocht voor ontwikkelingen die de kwaliteit van het metropolitane landschap als geheel versterke

    Usability, acceptability, and self-reported impact of an innovative hepatitis C risk reduction intervention for men have sex with men: A mixed methods study

    Get PDF
    Hepatitis C virus (HCV) elimination among men who have sex with men (MSM) is unlikely to be feasible without effective behavioural interventions. We developed a multilevel intervention to reduce HCV transmission among MSM in Amsterdam. The intervention includes a toolbox to facilitate risk reduction among MSM and support health care professionals in risk reduction counselling. To assess the use of the toolbox and its impact on behavior, we conducted a mixed-methods study. We collected data through online questionnaires (n = 49), and in-depth interviews with MSM at risk of HCV (n = 15) and health care professionals (n = 7). We found that the toolbox has been well received by MSM, increased awareness of HCV risks and has facilitated preventive behaviours and risk-reduction communication with peers. Professionals reported the toolbox to be a useful aid for discussions about HCV risk and risk reduction strategies with their clients
    corecore