145 research outputs found

    Rassentest van Stropharia paddenstoelen : onderdeel van Biologische Markt en Teelt van Paddenstoelen

    Get PDF
    De Stropharia paddenstoel (Stropharia rugoso annulata) is nog niet algemeen in Nederland te verkrijgen. Één van de problemen om een markt op te bouwen voor deze soort is het ontbreken van een gestandaardiseerde teelt methode. Een nog belangrijker probleem is het gebrek aan goede rassen en de kwaliteit van het entmateriaal (het broed). Een aantal Strpharia rassen zijn getest op broed gemaakt van het Mycelia ras waarbij de graansoort Sorghum als drager is gebruikt

    Isolation, characterisation and expression patterns of a RAD51 ortholog from Pleurotus ostreatus

    Get PDF
    AB: Using degenerated primers for conserved regions of RecA homologs we have isolated a gene from Pleurotus ostreatus that shows characteristic features of RAD51 homologs. The encoded amino acid sequence of P. ostreatus RAD51 (PoRAD51) shows greatest sequence similarities with RAD51 from Coprinus cinereus (89% identity). Furthermore the genomic organisation of PoRAD51 is almost identical to that of RAD51 from C. cinereus. Northern analysis shows that the expression of PoRAD51 is found in vegetative mycelium, and fruit body tissue, and that it is expressed at elevated levels in lamellae/basidia and following DNA damage. A sporulation deficient mutant strain of P. ostreatus (ATTC 58937) showed expression patterns of the RAD51 gene that are similar those of the normal sporulating strain

    'Het is tijd voor nieuwe champignons'

    Get PDF
    De Nederlandse champignonteelt wordt steeds efficiënter, maar komt nog altijd niet veel verder dan witte bolletjes in een blauw bakje. De sector kan echter groter wordendoor nieuw uitgangsmateriaal, zegt onderzoeker Anton Sonnenberg van Plant Research International, onderdeel van Wageningen UR. ‘Het is tijd voor nieuwe rassen.

    Naar een betere benutting van het substraat in de champignonteelt : compost als modelsystem

    Get PDF
    Dit project heeft als doel gehad een eerste stap te zetten in het maken van een model voor voeding gebaseerd op huidige compost als voeding/drager. Er is geteeld op vulgewichten van 80 to 10 kg compost/m2 (met telkens een stap van 10 kg). Dit zijn vulhoogten van 16 tot 2 cm. Voor elke vulhoogte zijn 4 kisten gevuld en de onder de helft van de kisten is een 4 cm dikke laag waterhoudende puimsteen gelegd. Bij de twee laagste vuldikten is ook een lagere dekaarde dikte gebruikt (2.5 cm i.p.v. 5 cm)

    Evaluation of shiitake (Lentinula edodes) strains of the culture collection of Applied Plant Research

    Get PDF
    Applied Plant Research (PPO), Mushroom Research Unit, has a unique collection of fungi that is used for research in edible mushrooms. The collection contains approximately 6600 strains representing more than 100 species. Most of the species are represented by Agaicus bisporus (button mushroom) and Pleurotus ostreatus (oyster mushroom). The high number of strains for A. bisporus in the collection is due to the focus of research on this species. That is because the Dutch mushroom industry produces almost exclusively button mushrooms (99% of all mushrooms produced in the Netherlands). The Dutch mushroom industry, however, becomes more and more interested in other mushroom species more commonly produced in other countries, especially in the Far East. Next to China, Japan and Korea, also Indonesia is producing several mushroom species not, or hardly produced in the Netherlands. One of these species is shiitake (Leninula edodes, also designated as Lentinus edodes). Especially in the last few years PPO has collected a number of strains of these species from China and Japan. The collection contains now ca. 60 different strains of shiitake. The purpose of this project was to evaluate these strains on characters that are important for the cultivation in the Netherlands and in Indonesia

    Systeeminnovaties in de champignonteelt

    Get PDF
    Het voortbestaan van de Nederlandse champignonsector staat onder grote druk. De economische resultaten in de paddenstoelenteelt zijn de afgelopen jaren zeer slecht geweest o.a. als gevolg van de concurrentie uit Polen. Er lijkt een vorm van herstel/stabilisatie op te treden, maar de structurele problemen van de sector zijn niet opgelost. De sector heeft innovaties nodig om de productiekosten omlaag te brengen en de bedrijfszekerheid te verbetere

    Input-Output Fase II. Verificatie Input-Output fase I - Invloed vochtgehalte op afbraak organische stof - Data van 4 teeltbedrijven

    Get PDF
    In het verleden zijn diverse studies gedaan aan klimaat, substraat en het uiteindelijke product, de champignon. Hierdoor zijn kwaliteit en opbrengt sterk verbeterd. Toch is er onvoldoende kennis over wat precies de opbrengst en de kwaliteit van het product bepaalt. Leemte in deze kennis verhindert dat er doelgericht een grote stap vooruit gemaakt kan worden in de ontwikkeling van nieuwe productiesystemen. Het input-output project heeft als doel het huidige systeem beter te begrijpen, bloot te leggen waar de grenzen van het systeem liggen en waar kansen liggen voor verbetering op korte termijn. Gezien het aandeel van de kosten van het substraat in de teelt (ca. 40%) en de oplopende kosten van de grondstoffen is het gewenst dat dit substraat efficiënter benut wordt. Daarmee is, bij gelijkblijvende productiehoeveelheid, ook minder transport en minder reststromen gemoeid en wordt het systeem duurzamer. In dit vervolgproject is aangetoond dat metingen in de eerste fase goed reproduceerbaar zijn en vergelijkbaar met snij- en plukbedrijven. Tevens is aangetoond dat de verminderde afbraak in de onderste laag compost gerelateerd is aan een te hoog vochtgehalte van deze laag. Specifieke bijvoedmiddelen en aanpassingen aan het teeltsysteem kunnen in vervolgexperimenten aantonen hoe een rendementsverbetering in de praktijk is te realiseren

    Naar een betere bescherming van champignonrassen : het definiëren van afgeleid kwekersrecht voor champignons en het creëren van draagvlak

    Get PDF
    1. Inleiding In 1980 zijn de eerste hybride rassen van de champignon gemaakt en op de markt gebracht: Horst U1 en Horst U3. Deze rassen zijn in 3 jaar uitgegroeid tot de belangrijkste ch ampignonrassen, wereldwijd. Beide rassen zijn ook de eerste paddenstoelrassen die via kwekersrecht zijn beschermd. Al 3 jaar na het uitbrengen van deze nieuwe rassen werden door verschillende broedleveranciers “nieuwe” hybriden op de markt gebracht. De eerste hybriden waren in eigenschappen niet te onderscheiden van de eerste beschermde hybriden. Ras testen wezen uit dat dit naar alle waarschijnlijkheid kopieën waren van de Horst rassen. Het aanvechten van deze inbreuk op kwekersrecht voor het gerecht bleek een moeilijke zaak te zijn en uiteindelijk is er geen uitspraak gedaan door de rechter wegens gebrek aan expertise en een gebrek aan kennis over de genetica (levenscyclus) van de champignon. In de volgende jaren verschenen steeds nieuwe rassen op de markt die weliswaar erg op de Horst rassen leken maar toch wat andere eigenschappen hadden. Genetische fingerprints konden deze rassen niet onderscheiden van de Horst-rassen. Tot op heden zijn deze rassen de belangrijkste rassen die wereldwijd geteeld worden. Deze zijn, door gebruik te maken van de bijzondere levenscyclus van de champignon, direct afgeleid van de eerste hybride Horst U1/U3 zonder menging met andere rassen of wild isolaten. Hierdoor is het mogelijk om in korte tijd en met geringe inspanningen een “nieuw” ras te maken. De bedoeling van dit project is om data te genereren die gebruikt kunnen worden om te onderbouwen dat dit type rassen valt onder de definitie van afgeleid kwekersrecht en daardoor een bescherming verdient. Tevens is het project bedoeld om het bedrijfsleven internationaal achter deze aanpak te krijgen zodat de definitie van afgeleid kwekersrecht wordt opgenomen in de wetgeving. Op deze manier wordt een return of investment gegarandeerd voor veredelaar en zal een investering in veredeling weer lonen. Op dit moment is er een dringende behoefte aan nieuwe rassen om aan de nieuwe wensen van telers en de markt tegemoet te komen

    Productie van farmaceutische eiwitmoleculen in paddestoelen : kansen voor de de Nederlandse paddestoelensector?

    Get PDF
    Onderzoek naar alternatieve gebruiksvomen van paddestoelen in de medicinale sfeer. Gedurende de laatste jaren wordt een nieuwe klasse geneesmiddelen ontwikkeld; medicijnen op basis van eiwitmoleculen. Aangezien van deze medicijnen relatief grote hoeveelheden nodig zijn, verwacht men dat de productiecapaciteit in de toekomst niet toereikend zal zijn. Het gebruik van genetisch gemodificeerde paddestoelen kan dan voor de productie van medicinale eiwitten een uitkomst bieden. Gezien het feit dat momenteel nog geen enkel recombinant eiwit door paddestoelvormende schimmels wordt geproduceerd, zal het naar verwachting ruwweg 2 decennia duren voordat grootschalige productie van medicinale eiwitten in genetisch gemodificeerde paddenstoelen op teeltbedrijven aan de orde is. Als paddenstoelen als productieplatform gebruikt gaan worden voor de productie van medicinale eiwitten, is er een ander teeltsysteem vereist dan het huidige. De initiatieven en ideeën met betrekking tot systeeminnovatie in de paddenstoelteelt sluiten hierop al voor een gedeelte aan

    Biologische efficiëntie substraatverbruik bij champignon : een genetische analyse

    Get PDF
    In 2013 is de tweede stap gezet in het project om tot een efficienter substraatgebruik te komen in de champignonteelt. Deze stap heeft twee doelen: Het bepalen van de breeding value (hoe gedragen de stammen zich in kruisingen en welke waarde hebben ze dus in de veredeling) Welke lijnen zijn geschikt om segregerende populaties te maken. Deze populaties zullen gebruikt worden om genomische gebieden/genen te vinden die de verschillen in efficientie in substraat gebruik kunnen verklaren. De kennis kan gebruikt worden voor zowel veredelen op substraatgebruik als het vinden van alternatieve grondstoffen voor het maken van substraat. Er is in 2013 een selectie gemaakt van negen wild-isolaten en één commerciëel ras van de champignon. Deze stammen dekken de hele variatie van de collectie van Plant Breeding in de efficiëntie van het substraatgebruik (uitgedrukt als g droge stof aan champignons per kg verbruikte organische stof) ook wel biologische effcientie genoemd (BE)
    corecore