Effects of agri-environmental measures and changes in EU single farm payments on Dutch agriculture

Part of the Health check of the Common Agricultural Policy (CAP) of the European Union in 2008, will be a discussion of the linkage between direct payments to farmers and the contribution of agricultural production to social important values. The objective of this paper is to analyse the economic and environmental effects of extra region specific environmental measures and a redistribution of direct payments to the Dutch agricultural sector in 2020. In doing so a chain of models is used from the dairy farm level to the regional sector level in the Netherlands to the European sector level. From the dairy farm model it is found that the extra-environmental measures result in a decrease in the number of dairy cows per ha and a decrease in the gross margin per ha in the regions at hand. At maximum the gross margin decreases with about € 1,300 per ha. This is the case on intensive types of dairy farms in the Nature2000 areas. Linking and aggregating these results to the regional sector level and using the sector model of the Netherlands it is found that income from dairy farming at sector level and national milk production decreases with about 6%. Emission of ammonia decreases with 11% and Nitrogen (N) surplus at soil level decreases with 22%. However, economic and environmental results can be very different per type of dairy farm and province.economic models, model linking, policy, regions, dairy farming, environment and nature, Agricultural and Food Policy, Agricultural Finance, Livestock Production/Industries, Research Methods/ Statistical Methods,

Landbouwsubsidies voor natuur en landschap: economische effecten op melkveehouderij

In de Health Check van het GLB wordt gesproken over een verdere korting van de inkomenstoeslagen ten gunste van plattelandsontwikkeling en milieu, natuur en landschap. Het sectorinkomen van de melkveehouderij zou door deze herverdeling tot 2020 met zo’n 6% kunnen dalen

Hervorming van het gemeenschappelijke landbouwbeleid en doelstellingen voor natuur en milieu

De centrale vraag in het hier gepresenteerde onderzoek is welke gevolgen de inzet van landbouwsubsidies ten behoeve van milieu-, natuur- en landschapsmaatregelen zullen hebben voor productie en inkomen in de Nederlandse landbou

Het landschap: bron van energie : studie naar de beschikbaarheid van houtsnippers uit landschapsonderhoud en het vermarkten ervan als stookhout in de Achterhoek

Het oogsten van snoeihout uit landschapsonderhoud is bij de huidige marktprijs van houtsnippers alleen haalbaar met subsidie uit het Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer. Het potentieel beschikbaar volume door de ANV’s verantwoord te oogsten hout uit kleine landschapselementen in de Achterhoek is ongeveer 23.000 m3 (13.000 ton). Dit is drie maal het volume dat de ANV’s nu produceren. Met deze hoeveelheid hout zouden de ANV’s ongeveer 20 middelgrote installaties met een vermogen van 200 kW kunnen voorzien. Deze installaties verbruiken ongeveer 1.200 m3 houtsnippers per jaar. De totale hoeveelheid hout uit landschapsonderhoud in de Achterhoek bedraagt naar schatting 53.000 m3 tot 62.000 m3 (30.000 tot 35.000 ton)

Evaluatie opvangbeleid 2005-2008 overwinterende ganzen en smienten. Deelrapport 8. Opvangkosten en inpasbaarheid op bedrijfsniveau

Dit rapport biedt inzicht in factoren die volgens boeren hun deelnamebereidheid bepalen aan de Provinciale Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (PSAN) voor ganzen via Programma Beheer van Dienst Regelingen. Een enquête is gehouden onder 386 agrarische bedrijven in provincie Frieslan

Voorbeelden Duurzame Voedselplanning, Een inventarisatie van 10 steden en gemeentes die invulling geven aan duurzame voedselplanning

Welke internationale voorbeelden van steden zijn er die op lokaal niveau beleid maken om duurzaam voedsel te bevorderen? Wat zeggen die voorbeelden wat je als gemeente op lokaal niveau kan doen om duurzaam voedsel te bevorderen? In dit document staan 10 voorbeelden van gemeenten wereldwijd die lokaal beleid daarvoor maken. Dit zijn de gemeenten Rostock in Duitsland; Malmo in Zweden; Turijn in Italië; Aylsham en Rotherham in Engeland, Portland in de USA; Richmond in Canada; Wenen in Oostenrijk; Kinsale in Ierland en Chiran+Kawanabe+Kaseda+Kinpo in Japan

FIONA 1.0. Technical description

FIONA is een optimaliseringsmodel dat is toegespitst op de inpasbaarheid van verschillende vormen van natuurbeheer op graasdierhouderijen. Het model maximaliseert het bedrijfssaldo binnen een aantal restricties die met elkaar de structuur weergeven van het bedrijf waarop het model wordt toegepast. Het bestaat uit vijf onderdelen (modules): die voor vee, voergebruik en landgebruik, arbeid, nutriënten en een doelmodule. Een WOT Natuur & Milieu rapportag

Review Stroomlijn, Meerkosten regulier beheer terreinen Natuurbeschermingsorganisaties in het kader van Stroomlijn

Het project Stroomlijn van Rijkswaterstaat is er allereerst op gericht om de vegetatie in de uiterwaarden van de grote rivieren zodanig op orde te brengen dat de terreinbeheerders (NBO’s en particulieren) in aanmerking komen voor een Wbr-vergunning. Deze vergunningen borgen een langjarig beheer dat voldoet aan de eisen die uit rivierkundig oogpunt worden gesteld. De beheerplannen vormen de basis voor de Wbr-vergunningen. De voorliggende studie handelt over "een raming van de meerjarige extra reguliere beheerkosten in het winterbed"