120 research outputs found
High body burdens of 2,2',4,4'-tetrabromodiphenyl ether (BDE-47) in California women.
Following our first report on elevated polybrominated diphenyl ether (PBDE) concentrations in California women, we expanded our investigation to include diverse groups of local women. We analyzed additional adipose and serum samples collected in the late 1990s from San Francisco Bay Area women participating in a breast cancer study and in a reproductive study, respectively. Adipose samples (n = 32) were analyzed by low-resolution mass spectrometry in negative-ion chemical ionization mode, whereas serum samples (n = 50) were analyzed by dual-column gas chromatography with electron capture detection. The results confirmed our earlier findings. Concentrations of 2,2,4,4 -tetrabromodiphenyl ether (BDE-47) in contemporary California women ranged between 5 and 510 ng/g lipid, with a median (16.5 ng/g lipid) 3-10 times higher than those reported from Europe. In contrast, PBDEs were not measurable in any of 420 archived serum samples collected in the 1960s from San Francisco Bay Area women participating in a study of child development. BDE-47 concentrations did not increase with age or with concentrations of a polychlorinated biphenyl (PCB-153), suggesting other routes of exposure in addition to diet. Rising body burdens of endocrine-disrupting chemicals such as PBDEs may pose a potential public health threat
Quality assurance of sample preparation and calibration standards - Results "DIOXIN '88"
In dit rapport zijn de resultaten van het 8ste Internationale Symposium over gechloreerde dioxinen en verwante verbindingen "DIOXIN '88" (analytisch-chemisch deel) opgenomen, welke gehouden is van 21-26 augustus te Umea, Zweden. Belangrijke ontwikkelingen en trends op analytisch-chemie gebied zijn samengevat. Gebleken is dat steeds meer laboratoria in staat zijn op een laag niveau de 17 meest toxische PCDD- en PCDF-congeneren te bepalen. Door het merendeel van de laboratoria wordt voor deze bepalaing capillaire gaschromatografie met laagoplossend vermogen massaspectrometrie (HRGC/LRMS) toegepast. LRMS-methoden veriesen arbeidsintensieve opwerkingsprocedures. In tegenstelling tot DIOXIN '87 (Las Vegas) is gebleken dat tandem-massaspectrometrie mogelijkheden biedt bestaande opewerkingsprocedures te vereenvoudigen en te versnellen. Op DIOXIN '88 werden een aantal presentaties gewijd aan de optimalisering van de hybride MS/MS-techniek en de combinatie hiervan met een minder arbeidsintensieve clean-up.Abstract not availableRIV
Polyhalogenated dibenzo-p-dioxins and dibenzofurans in samples of environment - Summaries of symposium in Mannheim and Las Vegas, 1987
In dit rapport zijn de resultaten van het 2e VDI-colloquium "Dioxin" en van het 7e Internationale Symposium gechloreerde dioxines en verwante verbindingen "Dioxin 88" opgenomen, welke resp. gehouden zijn in Mannheim, mei 1987, en in Las Vegas, okt. 1987. De belangrijkste ontwikkelingen op analytisch-chemisch gebied hebben met name betrekking op de volgende punten: a. de analyse van gebromeerde en gemengd gebromeerde/gechloreerde dioxinen en furanen; b. verbetering van de bepaling van de 17 2,3,7,8-chloorgesubstitueerde dioxinen en furanen ; ('dirty seventeen') ; c. verbetering van luchtbemonsteringstechnieken. Gebleken is dat de beschikbaarheid van gecertificeerde standaarden een internationaal probleem is. In een klein aantal monsters vliegas zijn gebromeerde/gechloreerde dioxinen en furanen voor 1 tot 10 gewichtsprocenten van de gechloreerde dibenzo-p-diuoxinen en dibenzo-furanen aangetoond. In Duitsland werd sterk betwijfeld of de betrokken gegevens uit dierproeven bruikbaar zijn voor inschatting van risico's van humane blootstelling. De totale belasting van de gemiddelde Duitse bevolking werd geschat op 17 pg 2,3,7,8-TCDD-equivalenten/persoon/dag. Voor zuigelingen (moedermelk) werd ADI-norm van 1-10 pg/kg/dag overschreden.Abstract not availableHIMH
..V
WHO Gecoordineerd interlaboratorium onderzoek over de analyse van dioxines and PCB's in moedermelk en bloed
Abstract niet beschikbaarThis report describes the results of a WHO-coordinated interlaboratory comparison study on the analysis of dioxins and PCBs in mother's milk and human blood. The study is biannually organised by the WHO, Regional Office for Europe (Copenhagen) and is aiming at the identification of laboratories capable of the analysis of dioxins and related compounds at a good, internationally accepted standard. In the present study, nineteen laboratories from Europe and North- America have participated for dioxins in mother's milk, sixteen for dioxins in blood and ten and sic for the analysis of PCBs in mother's milk and human blood, respectively. The study consisted of the analysis of three different pools of milk and blood, two of which contained added PCDD/Fs. One of the pools was sent after the results of two previous pools have been reported (test for reproducability). Results were evaluated on the basis of statistical analysis in terms of repeatability, reproducibility and accuracy. In general, coefficients of varation (CV) were better for analysis in mother's milk than for the lower levels in blood. Limits for the qualification of methods were average coefficients of variation of < 20% for analysis of PCBs in milk and blood, <30% for dioxins in milk and <40% for dioxins in blood. All our four methods have been qualified. In the final ranking of laboratories, RIVM-LOC methods scored first positions for PCBs and dioxins in milk and for PCBs in blood and a third position for the analysis of dioxins in blood. The average CVs were 12.4, 3.3, 8.7 and 11,3% for analysis for PCBs and dioxins in milk and blood, respectively.HIMHHIG
A proposal for a long-range plan (2001-2004) for dietary monitoring by the RIVM
In het kader van het onderzoeksprogramma Monitoring Voeding van het RIVM wordt informatie verzameld over de blootstelling van de bevolking aan voedselcomponenten die de gezondheid van de mens in gunstige of in ongunstige zin kunnen beinvloeden. In deze notitie wordt voorgesteld welke chemische componenten in de voeding de komende jaren prioriteit verdienen in het monitoringsprogramma. In toekomstige monitoringsprogramma's moet een betere balans worden aangebracht in de aandacht gericht op positieve en negatieve aspecten van de voeding, waarbij prioriteit moet worden gegeven aan stoffen en productgroepen in de voeding die (positief en negatief) geassocieerd zijn met veel voorkomende ziekten. De gegevens van de voedselconsumptiepeilingen geven een goed beeld van de inneming van voedingsstoffen en voedingsmiddelengroepen van de Nederlandse bevolking. Mits de voedselconsumptiepeilingen ook in de toekomst voortgezet worden, hoeft het RIVM niet zelf gegevens te verzamelen in het kader van monitoring Gezonde Voeding. Een uitzondering hierop betreft de natriuminneming. Het wordt aanbevolen dat het RIVM de inneming van natrium blijft monitoren, aangezien de voedselconsumptiepeilingen hiervoor niet geschikt zijn. Voor non-nutritieve factoren is monitoring vooralsnog niet nodig, omdat hun rol bij gezondheid en ziekte nog nader onderzocht moet worden. Ditzelfde geldt voor voedingssupplementen, verrijkte voedingsmiddelen en "functional foods". Voor sommige natuurlijke toxinen, met name de myco- en fytotoxinen (m.u.v. aflatoxine, DON en ochratoxine A) zijn nauwelijks blootstellingsgegevens voorhanden, zodat monitoring op dit gebied gewenst is. Voor een aantal andere groepen gezondheidsbedreigende bestanddelen zoals dioxinen, dibenzofuranen en PCB's, PAK's en zware metalen is handhaving van de bestaande monitoringsactiviteiten voldoende voor het verdere terugdringingsbeleid. Voor aflatoxine en de illegale bestrijdingsmiddelen kunnen monitorings-inspanningen worden teruggebracht tot het voor instandhouding van de expertise noodzakelijke minimum. Voor toekomstige monitoringsactiviteiten van het RIVM die gebaseerd zijn op directe methodes (duplicaat-voedingsonderzoek en market basket studies) kan a priori kennis ontleend worden aan de voedselconsumptiepeilingen. Het is dan ook belangrijk dat de voedselconsumptiepeilingen in de toekomst gecontinueerd worden met het frequent verzamelen van voedselconsumptiegegevens op individueel niveau in grote representatieve steekproeven van de Nederlandse bevolking.The National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) collects information within its research programme 'Food Monitoring' on exposure of the Dutch population to food components. This information is of use to Dutch food policy-making and dietary promotion activities. The current report proposes priorities in food monitoring for the 2001-2004 period. A balanced choice between food safety and good nutrition components/foods is recommended. Good nutrition. The Dutch National Food Consumption Surveys give insight into the intake of nutrients and food groups important for good nutrition. If these surveys are continued, RIVM need not collect this type of information. The only exception to this is sodium, for which the dietary assessment method of the Dutch National Food Consumption Survey is not suitable. For non-nutritive components as well as functional foods, enriched foods and food supplement monitoring do not yet seem necessary. Food safety. Monitoring of various natural toxins like myco- and phytotoxins (but not aflatoxin, DON and ochratoxin A) is recommended. Whereas continuation of current monitoring activities is sufficient for dioxins, dibenzofuranes, PCBs, PAHs and heavy metals, monitoring can be reduced to a minimum for aflatoxin and illegal pesticides The Dutch National Food Consumption Surveys, in which food consumption data are collected on many individuals, contribute important a priori knowledge for RIVM monitoring activities based on direct analytical methods.Keuringsdienst van Ware
Determination of PCB congeners in blood
In dit rapport is een gaschromatografische methode beschreven voor de bepaling van individuele PCB's in humaan bloed. Na toevoeging van alcoholische loog oplossing en methanol vindt een extractie met petroleumether plaats. Dit extract wordt vervolgens opgewerkt m.b.v. kolomchromatografie, waarbij gebruik wordt gemaakt van aluminiumoxide en silicagel. De organochloorbestrijdingsmiddelen en de PCB-congeneren worden op deze wijze in belangrijke mate gescheiden. De uiteindelijke kwantitatieve bepaling wordt uitgevoerd met capillaire gaschromatografie met elektroneninvang detectie. De hoeveelheid PCB-congeneren die uit humaan bloed geextraheerd kan worden ligt belangrijk hoger, namelijk 30% tot 50%, dan bij de eerder toegepaste methodieken. De grens van aantoonbaarheid, uitgaande van 5 ml bloed, ligt voor de tri- en tetrachloorcongeneren op 0,02 mug/l en voor de hogere gechloreerde congeneren op 0,01 mug/l. De terugwinning ligt, uitgaande van een niveau van 0,2 mug/l, op 91-99% met een gemiddelde relatieve standaarddeviatie van 1,7%. De doorlooptijd van de bepaling bedraagt 24 monsters in 5 dagen.Abstract not availableRIV
[Exposure of mature Turks in the Netherlands to dioxine and related connections by diet.]
Abstract niet beschikbaarIt is known, that emissions from incinerators can cause elevated levels of dioxins and related compounds in cow's milk fat and beef. Later on it was shown that a local contamination of mutton from these sources was also likely to occur. As the consumption of mutton by the general Dutch population is negligible, that finding did not cause any problem. On the other hand, one can predict a potential problem for a population with a significant intake of mutton, such as Dutch inhabitants from foreign origin. Therefore a food consumption survey with adult Turkish men and women was carried out by the Agricultural University Wageningen. At the same time the concentration of (i)-TEQ in mutton near incinerators and from background area was determined by the National Institute of Public Health and Environmental Protection in Bilthoven. The original data from the food consumption survey were used to calculate the intake of (i)-TEQ and (pcb)-TEQ by the Dutch Turks, applying concentrations of dioxins and furans, and planar PCB's from the previous study with the general Dutch population. So a series of individual intake figures was established from which the median intake and its 95 percentile of the adult Turks was computed. The results showed a daily intake of 2,3,7,8-chloride substituted dioxins and furans of 84 pg (i)-TEQ (95%: 171), equivalent with 1.13 pg (i)-TEQ/kg .day (95%: 2.32). For planar PCB's the corresponding figures are 110 pg (pcb)-TEQ (95%: 221), equivalent with 1.48 pg (pcb)-TEQ/kg.day (95%: 2.99). It was concluded, that these figures are simular with the results from the previous study with the general Dutch population, and that there was no exceeding of the Dutch Tolerable Daily Intake (TDI) of 10 pg TEQ/kg.day for the Dutch Turks. The study showed however that butter, sheep and beef, and in a lesser degree cheese from cow's milk fat contributed most to the total intake, as for the general Dutch population milk products and cheese, and food items with various fats from food industry were most significant. A scenario analysis showed an exceeding of the TDI of 1% of the adult Dutch Turks, if mutton was contaminated with 13 pg TEQ/g. fat and 5% for mutton with 18 pg TEQ/g.fat. Levels up to 20 pg (i)-TEQ/g.fat are determined, and as incinerators do also emit planar PCB's the total dioxins and related compounds in mutton can be higher then 20 pg TEQ. So, local contamination of mutton could have unacceptable consequences for the Dutch Turks. As a result of the local contamination of cow's milk fat near incineration processes, measures to reduce emission of (i)-TEQ are forced by law. These measures will reduce the concentrations of dioxins and related compounds in mutton at the same time, thus controlling major sources of exposure for the general polulation will also be effective for the exposure by dutch Turks.WVC
(HIGB)
VROM
LNV
Interdepartementale Coord. Comm. Dioxin
De WHO-consultatie inzake Toxiciteits Equivalentie Factoren voor Dioxinen: een commentaar
De WHO-consultatie inzake Toxiciteits Equivalentie Factoren voor nioxine-achtige PCB's heeft geresulteerd in het vaststellen van interim TEF's voor, in totaal, 13 congeneren. Daarmee is de consultatie aanzienlijk successvoller geweest dan van te voren werd gepland en verwacht. Dit rapport gaat nader in op enkele problemen die gedurende de consultatie naar voren kwamen. Met name de beschikbaarheid van geschikte experimentele gegevens, de selectie van de relevante dioxine-achtige PCB-congeneren maar ook van eventuele andere stoffen, de wijze waarop de TEF's tot stand zijn gekomen en de analytisch-chemische consequenties van de nieuwe TEF's worden belicht.The recent WHO consultation on Toxic Equivalency Factors for PCBs has resulted in the establishment of interim TEF values for 13 congeners. By achieving this the meeting has exceeded prior objectives and expectations. The present report adresses some of the problems encountered in the process of deriving the TEFs. Specifically, the availability of appropriate experimental data, the selection of dioxin-like PCBs and possible other chemicals, the derivation process itself and analytical implications of the new TEFs are dealt with.HIG
Polychlorinated bifenyls, chlorophenols and hexachlorobenzene in domestic waste
In het kader van het project emissie onderzoek roosterovens werden fracties van huishoudelijk afval onderzocht op de aanwezigheid van polychloorbifenylen, chloofenolen en hexachloorbenzeen. De monsters waren afkomstig van de ROTEB te Rotterdam. Het huishoudelijk afval werd gesorteerd in de sorteerinrichting van het RIVM. De fracties papier, plastic, rubber/leer, textiel, tapijt/matten en hout werden door het LAC gedroogd, fijngemalen, gehomogeniseerd en bij het LOC op PCB's, CP's en HCB geanalyseerd. De hoogste concentraties aan PCB's, CP's en HCB werden aangetoond in de fractie rubber/leer te weten resp. 934, 11200 en 56 mug/kg berekend op nat gewicht. Van de concentraties aan PCB's en CP;s in het totale huishoudelijke afval werd de kwantitatief belangrijkste bijdrage geleverd door de papierfractie, daar deze fractie een belangrijk deel uitmaakt van het huishoudelijk afval. De kwantitatief belangrijkste bijdrage aan de HCB-concentratie in het huishoudelijk afval was afkomstig van de plastic-fractie.Abstract not availableDGM/A
DGM/
- …