16 research outputs found
De andere kant van het niemandsland. Loopgravenkaarten uit de Eerste Wereldoorlog
Tussen 1914 en 1918 kregen grote delen van Frankrijk en België plots opvallend veel aandacht van topografen en karteerders. Grabenkarten, trench maps en plans directeurs rolden in grote oplages van de drukpersen. De reden? Het documenteren van de legers aan het internationale front van de Eerste Wereldoorlog. Nieuwsgaring over de andere kant van het niemandsland was cruciaal in deze stellingenoorlog. Honderd jaar later zijn de loopgravenkaarten nog niet onder het stof verdwenen. Voor wie wil weten hoe het oorlogslandschap er toen uitzag en waar de slagvelden zich precies bevonden, is dit een dankbare bron van informatie. In dit artikel wordt door een andere bril naar deze intussen bijna honderd jaar oude kaarten gekeken. Hoe kwamen ze tot stand? Wie maakte ze en wie kreeg ze in handen? Op welke info baseerden de karteerders zich? Hoe betrouwbaar zijn de loopgravenkaarten? Zijn er verschillen in technische specificaties bij de wijze van opmaak? Stemden de geallieerden hun karteringsinspanningen op elkaar af? En in welke mate werkten die inspanningen in de naoorlogse cartografie nog na? Voor dit onderzoek werd een corpus van 370 loopgravenkaarten aangelegd, rekening houdend met verschillende geografische frontsectoren. Ze werden systematisch gegeorefereerd en geanalyseerd. Zo kon informatie over de spreiding, de ligging, de intensiteit van de gekarteerde sectoren, verschillen in projectie en coördinaten, het militaire raster en referentiesysteem achterhaald worden. Loopgravenkaarten blijven een belangrijke bron van informatie om gebeurtenissen uit de Eerste Wereldoorlog ruimtelijk te situeren en om sporen in het huidige landschap met hun geschiedenis te verbinden. Aan de hand van een loopgravenkaart kan de aard van het relict, zijn evolutie, context of datering worden bepaald. Maar voor een juist gebruik en interpretatie is het van belang de voor- en nadelen van dit bijzondere bronnenmateriaal in overweging te nemen
M & L Jaargang 33/1
Als oorlog erfgoed wordt.Op 4 augustus van dit jaar zal het 100 jaar geleden zijn dat het Duitse leger België binnen viel. Wat in het oosten van ons land begon als een bewegingsoorlog, waarbij het Belgische leger gevecht na gevecht werd teruggeslagen, mondde enkele weken later in het westen van het land uit in een jarenlange stellingenoorlog. Overal in het Vlaamse landschap heeft die Groote Oorlog sporen nagelaten, weliswaar met erg grote contrasten. Voor heel wat van die overblijfselen is de laatste decennia een bijzondere aandacht ontstaan. Littekens die men aanvankelijk uit steden, dorpen en landschappen wilde wissen, onder andere tijdens de grote wederopbouw, werden langzaam relicten die men wou gaan behouden en beschermenoorlog werd erfgoed, en dit erfgoed werd plots meer dan ooit geprofileerd als dé allerlaatste getuige van de Eerste Wereldoorlog.In wat een bijzonder herdenkingsjaar belooft te worden wil de redactie van het tijdschrift M&L dan ook de nodige aandacht schenken aan de actuele Vlaamse erfgoedzorg rond Wereldoorlog I. In iedere uitgave van dit jaar zullen bijdragen opgenomen worden over monumenten, landschappen en archeologie in relatie tot de Eerste Wereldoorlog. Verhalen die beginnen bij het in kaart brengen en inventariseren van oorlogserfgoed, verhalen die gaan over onderzoek, verhalen over de vele diverse pogingen om te beschermen en te behouden, verhalen over hoe een oorlog na 100 jaar ons erfgoed werd, verhalen over hoe dit erfgoed als unieke getuige de herinnering aan de Groote Oorlog voor toekomstige generaties levend kan houden.Hilde Verboven De westhoek ondermijnd. [The Westhoek undermined.]Dat relicten van de mijnenoorlog tijdens WO I nog steeds in het landschap zichtbaar zijn en waar die mijnkraters - nu bijna idyllisch verworden tot ronde meertjes - zich bevinden, werd secuur onderzocht door Hilde Verboven, die gewapend met de loopgravenkaarten op de trieste slagvelden in de streek van Ieper en Wijtschate onverdroten op zoek ging naar deze soms moeilijk herkenbare oorlogsoverblijfselen.Steven Heyde Het herstel van het bocagelandschap in de zuidelijke Westhoek na de Eerste Wereldoorlog. [Restoration of the bocage landscape in the south of the Belgian Westhoek following World War I.]Zo typisch voor de landschappen in de Westhoek dat het een Franse naam kreeg: de kleine percelen omzoomd met hagen, bomenrijen en kleine bosjes, die na de oorlog grotendeels verdwenen waren. Steven Heyde gaat op zoek naar de manier, waarop deze kleine landschapselementen hersteld werden en of de typische hagen van weleer toen allemaal door de moderne prikkeldraadomheiningen werden vervangen.Jeroen Reyniers Onroerend erfgoed op paneel. Een 15de-eeuwse voorstelling van een gotische kerk. [Immovable heritage on panel. A 15th century depiction of a gothic church.]Altijd gewaagd om op oude schilderijen exacte afbeeldingen van eigentijdse gebouwen te willen zien, maar Jeroen Reyniers waagt zich toch aan een voorzichtige identificatie van de gotische collegiale Sint-Michiel (nu de Brusselse kathedraal) op een paneel uit de omgeving van Rogier Van der Weyden. Dat dit schilderij de reconstructie inspireerde van verdwenen onderdelen tijdens de laatste restauratie, verhoogt nog het belang van dit schilderij.Summar
M & L Jaargang 25/3
Hilde Verboven, Kris Verheyen en Martin Hermy Oude bossen als natuur- en cutuurhistorisch erfgoed: landschapsherstel versus natuurherstel? Een gevalstudie: Grotenhout in Turnhout. [Ancient woodland as natural and cultural heritage: restoration of either landscapes or nature?]Van een domeinbos en vrijwoud voor de jachtbeoefening van heer en hertog in de 15de eeuw, evolueerde Grotenhout vanaf de 17de eeuw naar een strategisch wingebied voor hout, tot en met de 19de-eeuwse invoering van den voor mijngebruik. De geleidelijke gedaanteverandering van middelhout- naar hooghoutbos stelt de huidige beheerders, sinds 2000 het Vlaams Gewest, voor de complexe keuze tussen historisch landschapsherstel dan wel het opdrijven van de natuurwetenschappelijke waarden.Dat het antwoord in het midden ligt is voor Hilde Verboven, Kris Verheyen en Martin Hermy zondermeer duidelijk.Marjan Buyle Indrukwekkende laatmiddeleeuwse deugden op de muren van een Brugs woonhuis. [Impressive pictures of virtues on the walls of a Bruges house.]Op een binnenmuur aan de Vlamingstraat in Brugge, ontdaan van onterend behang, staren sinds kort weer twee in brokaat en hermelijn geklede, met juwelen en edelstenen getooide jonkvrouwen de profane wereld aan.Niet ongeschonden, gezien hun eeuwenhoge leeftijd, maar de ongebruikelijke attributen liegen er niet om: met uiterste voorzichtigheid legde de conservatieploeg van het VIOE de kardinale deugden Temperantia en Fortitudo bloot, waarmee recht is geschied.Naast haar aandacht voor de verftechniek en conserverende behandeling, bladert Marjan Buyle hierbij tevens in de vergelijkbare iconografie.Summar
M & L Jaargang 33/4
Hannelore Decoodt Belgische en Franse militaire posten aan het IJzerfront. [Belgian and French military posts on the Yzer front.]Ze maakten deel uit van grotere verdedigingswerken en boden bescherming tegen beschietingen of bombardementen. En hoewel ze reeds voordien bestonden, kwam de bouw van individuele versterkte posten, beter bekend als bunkers, pas tijdens de Eerste Wereldoorlog volop tot ontwikkeling. De constructie ervan, in vaak heel moeilijke omstandigheden, was meermaals een huzarenstuk. Hannelore Decoodt neemt ons mee naar wat ooit de verwoeste gewesten waren en wijst op het belang van enkele bewaard gebleven en waardevolle bunkersites in de Westhoek: getuigen van de Grooten Oorlog, getuigen van strijd en vooral van veel lijden.Marieke Jaenen en Robin Engels Het Schildehof: een door de natuur ingenomen kasteeldomein. [Schildehof: a castle domain taken over by nature.]In de 18de eeuw bouwde Joanna de Pret het bescheiden 16de-eeuwse Schildehof om tot een volwaardig kasteeldomein met barokke tuinen, fonteinen en watervallen volgens de nieuwste technologische verworvenheden. Een eeuw later had eigenaar baron Henri op zijn beurt grootse plannen met de gebouwen en de omgeving die inmiddels als landschapstuin was aangelegd. Om het erfgoedplan voor de herwaardering van de verwaarloosde site te kunnen onderbouwen, verdiepte Marieke Jaenen zich in de boeiende geschiedenis van het Schildehof: een verhaal van dromen en ambities en helaas ook van onafgewerkte projecten en verval.Hilde Verboven Bezette stad, verwoeste stad: Leuven 1914. [Occupied city, devastated city. Leuven 1914.]De vernieling van de Leuvense universiteitsbibliotheek in 1914 staat nog altijd in het collectief geheugen gegrift. Minder bekend is het verhaal van de niets ontziende terreur op burgers tijdens deze beginfase van de Groote Oorlog. Hilde Verboven reconstrueert met de nodige historische kritiek maar ook met empathie het grote leed van zovele onschuldige Leuvense burgers. Door getuigenverklaringen te toetsen aan archiefbronnen en aan historische literatuur komt, verlost van de toenmalige oorlogspropaganda, een objectief relaas van deze gebeurtenissen naar boven. Het monumentale oorlogsmonument vóór het station wil aan de hand van gehistoriseerde friezen in de eerste plaats deze slachtoffers herdenken. Maarten Van Dijck focust in een kadertekst op de lotgevallen van de universiteitsbibiotheek en Claartje Verloove op de wederopbouwarchitectuur in de Leuvense binnenstad.Summar
M & L Jaargang 33/3
Linda Van Santvoort Wederopbouwarchitectuur in de fusiegemeente Zemst. [Reconstruction architecture in the district of Zemst.]In een ultieme poging om de bevolking van de bezette gebieden op hun hand te krijgen waren de Duitsers in de laatste oorlogsjaren zelf aan de wederopbouw begonnen, terwijl gelijktijdig het Oeuvre Suisse Belge toen ook al fondsen verzamelde voor de duizenden vernielde woningen. Na de oorlog kwam de wederopbouw pas goed op gang. Linda Van Santvoort schetst de wederopbouw in Zemst en omstreken en verhaalt de woelige geschiedenis van de drie dorpskerken. Geruggensteund door de Koninklijke Commissie voor Monumenten die een artistieke wederopbouw propageerde, grepen de ontwerpers meestal terug naar traditionele en streekgebonden, dus vertrouwde stijlen.Marc Dewilde, Birger Stichelbaut, Yannick Van Hollebeeke, Hilde Verboven en Franky Wyffels Bellewaarde en zijn turbulent oorlogsverleden. [Bellewaarde and its turbulent war years.]Oorlogserfgoed is niet altijd onmiddellijk zichtbaar noch herkenbaar. Talrijke sporen bevinden zich in de bodem. Marc Dewilde, Birger Stichelbaut, Yannick Van Hollebeeke, Hilde Verboven en Franky Wyffels bundelden hun expertise om het onzichtbare zichtbaar te maken. Vooral in het Bellewaardebos, dat sinds de oorlog vrijwel onaangeroerd bleef, zijn nog talrijke sporen van de Groote Oorlog aanwezig. In het landschap konden dankzij historisch, archeologisch en geofysisch onderzoek heel wat sporen in kaart gebracht worden, waardoor de oorlog en de barre leefomstandigheden er plots heel tastbaar aanwezig zijn.Mario Baeck en Marc Constandt Een vroeg interieurensemble van Henry van de Velde in villa Les Zéphyrs in Westende. [An early interior ensemble by Henry Van de Velde in villa Les Zéphyrs in Westende.]Dat het interieurensemble in villa Les Zéphyrs van Henry van de Velde was, kwam in een vorig artikel over de restauratie al aan bod. Hoe dit hergebruikte ensemble daar uiteindelijk terechtkwam wordt gereconstrueerd door Mario Baeck en Marc Constandt, die op het spoor kwamen van een zekere baron T., die ze ontmaskerden als Albert de Fierlant uit Brussel. Deze bestelde zijn Oostendse villa Mignonne en heel zijn interieurinrichting bij Van de Velde. Nadien kwam dit ensemble in de kunsthandel terecht en werd het aangekocht door de bewoonster van de villa Les Zéphyrs.Summar
Erfgoed waarderen. Hoe doe je dat? Fortengordels rond Antwerpen. Waarderingskader
Dit onderzoeksrapport past in de opdracht van het agentschap Onroerend Erfgoed om erfgoed te waarderen. Door uit te leggen wat we interessant of belangrijk vinden aan een landschap, een archeologische site of bouwkundig erfgoed ontwikkelen we een taal die het gesprek over wat erfgoed is, helpt objectiveren. In een mondige samenleving motiveert een overheidsinstelling vanzelfsprekend in alle transparantie haar beslissingen. In dat plaatje past de erfgoedwaardering. Ze vormt de basis voor de samenstelling van de erfgoedinventaris, van het pakket beschermd erfgoed
Erfgoed waarderen. Hoe doe je dat? Fortengordels rond Antwerpen
Dit onderzoeksrapport past in de opdracht van het agentschap Onroerend Erfgoed om erfgoed te waarderen. Door uit te leggen wat we interessant of belangrijk vinden aan een landschap, een archeologische site of bouwkundig erfgoed ontwikkelen we een taal die het gesprek over wat erfgoed is, helpt objectiveren. In een mondige samenleving motiveert een overheidsinstelling vanzelfsprekend in alle transparantie haar beslissingen. In dat plaatje past de erfgoedwaardering. Ze vormt de basis voor de samenstelling van de erfgoedinventaris, van het pakket beschermd erfgoed